Esthetisch gevoel en het belang van schoonheid
In het stukje van vorige week ging het steeds over
schoonheidsgevoel. Is het dan toch
een kwestie van gevoel in plaats van van harde maatstaven? Deels; en dat komt
voor een deel door gebrek aan kennis van die maatstaven. Vergelijk het met
taalgevoel. Heel wat taalfouten (van bijvoorbeeld een buitenlander) in jouw
moedertaal zie je door taalgevoel, zonder precies te kunnen beredeneren waarom
het fout is. Zelf kan ik op basis van taalgevoel bijvoorbeeld feilloos aangeven
wanneer je "zichzelf" moet gebruiken en wanneer "hemzelf",
hoewel ik geen idee heb van de regels daarover. Desondanks blijft het ervaren van schoonheid zuiver gevoel.
Ik hoor iemand denken: nu sluit dat buitenbeentje
dat hamert op het belang je te onderscheiden van de massa zich toch aan bij de mening
van de massa, het schoonheidsgevoel van de mensheid. Klopt. Hier zit mijns inziens
namelijk de belangrijkste uitzondering op de 'regel' van Nicolas Chamfort
"Men kan ervan opaan dat alle eeuwenoude overtuigingen, alle gevestigde
meningen, dwaasheid zijn, juist omdat ze door de grote massa werden
aanvaard": vele eeuwenoude, massale overtuigingen zijn een uitdrukking van
de natuurorde (vergelijk de "ideeënwereld" van Plato) en dus is juist
verwerping daarvan dwaasheid. (Desgewenst kan ik daar nog eens een bijdrage aan
wijden.)
Een sarabande of een Wit-Russische volksdans ís
mooier dan een dansje in de discotheek. Wie het daar niet mee eens is heeft een
andere definitie van "mooi" dan "vol schoonheid".
Kortom, er bestaat universele en dus objectieve
schoonheid. Zo besluit ook een wijsgeer als Kant, die als maatstaf ter
beoordeling noemt dat een object doelmatig moet zijn, dat wil zeggen: de
onderdelen moeten kloppen, in harmonie zijn. Er zouden wel meer aspecten te
noemen zijn, bijvoorbeeld: afwijken van het gewone (dat maakt sneeuw voor ons
mooi), maar geen uitersten (een volslanke vrouw is mooier dan een moddervet of
graatmager exemplaar). Vaak is het een combinatie van kenmerken dat bepaalt in
hoeverre iets mooi is.
Doordat er objectieve schoonheid bestaat heb ik afgelopen lente kunnen schrijven hoe
belangrijk die is. Nog een paar voorbeelden en gedachten als vervolg daarop.
"Alleen schoonheid kan de wereld redden"
schreef Fjodor Dostojevski. De schoonheid die de Orthodoxe dorpskerk bood
bracht het leven van de arme plattelandsbevolking op een hoger plan.
Dostojevski had het geluk niet meer te hoeven meemaken hoe het communisme de
kerk verving door de kloeb, een
betonnen doos waarin vooral propagandatoespraken werden afgestoken. Het volk
raakte afgestompt en verloor zijn levenslust. De oude volksdansen, een
belangrijk element in de dorpsgemeenschap, werden onderdrukt en de
alternatieven vonden nauwelijks ingang. (Ook het verdwijnen van het geloof
droeg bij aan de afstomping; de Russische schrijver Astafjev vertelt: "…
veel geboden volgens welke onze voorouders leefden hebben we simpelweg
afgeschaft (…) maar ongeloof heeft in veel gevallen geleid tot verlies van de
nationale waardigheid en maakt dat we ons nu in bochten wringen en via
luidsprekers schreeuwen en soms de duivel moge weten wat naäpen.")
Romanschrijfster Marlo Schalesky besluit een
dialoog tussen een klein meisje en haar moeder als volgt:
(…) Ze voelde aan een
stukje kant. ‘Iedereen is mooi in deze jurk.’
Nora keek op naar haar
dochter. ‘Kleren maken niet de man, Ellie Jean. Wat de mensen ook denken. Soms
zien ze alleen de buitenkant. Soms zien ze de waarheid pas onder ogen als die
mooi is ingepakt.’
Een mooie toespraak leidt de aandacht niet af van
de boodschap, maar laat die des te dieper doordringen. De schoonheid van de
natuur spoort je ertoe aan de gezonde buitenlucht op te zoeken. Schoonheid
maakt het leven draaglijk (pessimist), geeft het leven Schwung (optimist).
Hoe zou in de hemel iedereen met volle teugen
kunnen genieten zonder objectieve schoonheid? Of zou van iedereen die straks op
de nieuwe aarde mag leven vooraf het schoonheidsgevoel aangepast worden aan het
landschap daar ter plaatse? De vraag stellen is haar beantwoorden. Dat kan niet
de bedoeling van de schepping zijn. Er moet een ingeprogrammeerd universeel
schoonheidsgevoel bestaan, bij sommigen nog werkzaam, bij velen bedolven onder
dikke modderlagen, sluimerend.
Tot zover deze vrij
uitgebreide behandeling van een mooi onderwerp. Mocht je het er toch niet mee
eens zijn, of er meer over willen zeggen of horen, reageer dan gerust.