maandag 28 november 2016

Jood onder de naties (6): Terrorisme

Wie in een guerrilla bewust burgers vermoordt is een terrorist; "of hij nu een Jood of een Palestijn is," voegt Ouweneel eraan toe. Inderdaad, ook Joodse terroristen bestaan, of althans hebben bestaan, voorafgaand aan en rond de stichting van de staat Israël. De Irgoen, de Stern Gang en Lechi hebben moorden op hun geweten.
Maar voor vriend en vijand is duidelijk dat verreweg de meeste terroristische aanslagen op Israëlisch grondgebied in de twintigste en eenentwintigste eeuw het werk zijn van Palestijnse Arabieren. Messenaanvallen, bomaanslagen, geen middel is ongeoorloofd. Het is dan ook merkwaardig, zo niet verdacht, dat het Europese Hof van Justitie voorstelt Hamas van de lijst van terreurorganisaties te halen. Zelf zijn Palestijnse terroristen het niet eens met deze benaming, omdat ze menen bezig te zijn met een heilige oorlog; daarover volgende week. Maar ook een Palestijnse journalist, Abu Toameh, uitte kritiek op het Europese voorstel.

In deel 3a kwamen we al tot de slotsom dat Israël zich beijvert om zo veel als mogelijk is het internationaal oorlogsrecht (zoals vastgelegd in de Geneefse conventies) na te leven in acties tegen Palestijnse agressie. Het moet wel, want de hele wereld bekijkt Israël met argusogen. Terroristische organisaties als Hamas daarentegen zijn er juist op uit het onderscheid tussen combattanten (strijders) en non-combattanten (burgers) zo veel mogelijk te verdoezelen en burgers te gebruiken als menselijk schild – zelfs ziekenhuizen zijn niet veilig. Overal vandaan worden raketten afgeschoten richting Israël en worden zelfmoordterroristen opgeroepen zich midden in Jeruzalem of een andere drukke plek op te blazen. Begrijpelijk dat Israël een veiligheidsbarrière bouwt om dat gevaar in te dammen. Het zou het niet doen als het niet nodig was, want het kost een vermogen, zeker nu het langs de grens met de Gazastrook ook ondergronds moet, om tunnelgravers te dwarsbomen. Tja, die tunnels… het lijkt misschien kinderspel, maar het is bittere ernst. Regelmatig stort zo’n tunnel in terwijl eraan gewerkt wordt, met doden als gevolg – dat is voor het goede doel, moeten we maar denken.
Israël maakt terecht en rechtmatig gebruik van zijn recht op zelfverdediging tegen een gewetenloze vijand, concludeert rechtsgeleerde Matthijs de Blois. Hij schrijft:
Hoe lang zou Israël zijn bevolking in angst moeten laten leven, voor een vijand die op geen enkele wijze ook maar de meest elementaire regels van het oorlogsrecht wil respecteren? Zou Israël zich pas mogen verweren wanneer de raketten op grote schaal ‘succesvol’ zouden zijn?

Officieel duurde de Eerste Intifada (het woord betekent "afschudden" of "opschudding") van 1987 tot 1993 en de Tweede Intifada van 2000 tot 2005. Maar in de praktijk gaan de aanslagen door; autobommen en bomgordels, en de afgelopen jaren vaak messen om in te steken op willekeurige voorbijgangers, vandaar "messenintifada". Gewoon in je winkel op het dorp – overal kun je onverwacht worden neergestoken. Abbas noemde het vorig jaar "vreedzaam verzet"; zou hij bij die term net als ik denken aan iemand als Gandhi? Enkele cijfers. In een periode van 5 maanden in 2015 hebben Palestijnse terroristen Israëli's aangevallen bij
-          29 aanslagen met explosieven
-          41 keer met een auto inrijden op publiek
-          81 schietpartijen
-          201 steekpartijen
-          228 aanslagen met molotovcocktails of granaten
-          1002 stenengooi-incidenten
Bij elkaar dus binnen een half jaar 1582 aanslagen waarbij in totaal 34 doden en 394 gewonden vielen. Van Palestijnen kun je in zo'n geval nog meer meeleven verwachten dan van de VN, zoals de man van de vermoorde Dafna Meir ondervond.
Sterker nog: terroristen worden bewonderd en beloond; niet alleen door medeterroristen, maar ook door de Palestijnse Autoriteit en de Palestijnse nieuwsdienst; en zelfs kunnen ze worden voorgedragen om, net als destijds Yasser Arafat, de Nobelprijs voor de vrede te ontvangen (Marwan Barghouti).
Een Palestijnse politica noemt vrouwelijke terroristen als Rim al-Riyashi een rolmodel. Op een jeugdkamp van Hamas, waar jongens worden klaargestoomd voor doodsverachtende jihad, wordt haar daad verheerlijkt. Tevens wordt geopperd hier in het vervolg ook meisjes voor op te leiden – een verdubbeling van het potentieel.

Palestijnse fundamentalisten investeren liever in raketten dan in voedsel en een goed onderkomen voor het arme deel van de bevolking van met name Gaza. Hoewel die raketten zelden doel treffen en dus een vorm van kapitaalvernietiging lijken bereiken ze hun doel toch: angst (de letterlijke betekenis van "terror", "terreur") en oorlogsmoeheid in Israël. De armoede van de Gazanen werkt bovendien zeer doeltreffend in de propaganda-oorlog.

maandag 21 november 2016

intermezzo - Herfst

Alvorens ons vast te bijten in de echt zware kost even iets anders, ter verstrooiing…

Soms heb je het gevoel dat het leven eindeloos lang duurt, soms dat het zo voorbij is; dat laatste waarschijnlijk het meest in de herfst. De herfst benadrukt namelijk de vergankelijkheid van het leven en daarbij voelt vrolijkheid misplaatst. Deze week een gedicht (uit Schaduw van de werkelijkheid), getiteld
Herfst in het park

nog even – kort als het leven – verdord is het blad
de regen, in 't voorjaar een zegen, maakt nu alles nat
zwammen verdwijnen zo snel als ze komen
kaal zijn de bomen

het water maakt niet zoveel later de bruggetjes glad
vaalgrijze wolken bevolken de sombere lucht
ik zucht
en dwarrelend vallen op de paadjes
de laatste blaadjes


maandag 14 november 2016

Jood onder de naties (5): Wat zijn Palestijnen?

Wat zijn Palestijnen? Die vraag is haast even moeilijk als de vraag “Wat zijn Joden?” Laat me een poging wagen een definitie te geven: “Arabieren die geboren zijn in of afkomstig uit ‘West-Palestina’ zonder de Israëlische nationaliteit te bezitten.” Daarin is ‘West-Palestina’ het gebied tussen de Jordaan en de Middellandse Zee, grofweg binnen de grenzen van de staat Israël inclusief de omstreden gebieden (waarover later meer); oftewel het westelijke deel van wat ooit het Mandaatgebied Palestina was (meer hierover in deel 10). Er zijn namelijk Palestijnen die in één van de Palestijnse gebieden in ‘West-Palestina’ wonen en Palestijnen in ballingschap van wie velen, of hun ouders, zijn geboren in het huidige Israël.
De meeste Palestijnen zijn moslim, maar er is ook een christelijke minderheid. In elk geval zijn het dus Arabieren. Derhalve geen afstammelingen van de van Kreta afkomstige Filistijnen, zoals sommige Palestijnen graag beweren om de oudste rechten op het land te kunnen laten gelden nu de oorspronkelijke bewoners, de Kana’anieten, verdwenen zijn. Ook de Filistijnen zijn naar de Filistijnen.
Arabieren wonen in het gebied zo ongeveer sinds keizer Hadrianus in de tweede eeuw de (meeste) Joden uit het land verdreef en het pesterig de naam “Palestina” gaf. Die naam is nu in het Arabisch “Filastien” – de verwijzing is duidelijk, maar onjuist.

Dr. Ouweneel schrijft in zijn evenwichtige boekje Israël en de Palestijnen:
De belangrijkste reden waarom er massa’s niet-joodse immigranten naar Palestina begonnen te stromen, was dat de Joden de door de malariamug geplaagde moerassen draineerden en het land tot ontwikkeling en bloei brachten. Daarmee bezorgden zij de niet-Joden werk en welvaart – ook al antwoordden die daar vaak op met jaloezie en afkeer. Meer dan 90 procent van de tegenwoordige Palestijnen stamt uit families die pas na de eerste zionisten in het Heilige Land zijn aangekomen! De mythe van een ‘Palestijns volk’ is pas na de Zesdaagse Oorlog tot ontwikkeling gekomen, en wel als strategische factor in de strijd tegen Israël. Dit is alom bekend, maar onder andere erkend en benadrukt door de Arabisch-Amerikaanse journalist Joseph Farah. Er was nimmer een Palestijnse identiteit, een Palestijnse taal, een Palestijnse cultuur, noch een nationaal-Palestijnse geschiedenis.

Duidelijke taal. Wel is waar dat er tussen de tweede en de twintigste eeuw veel meer Arabieren (Palestijnen) dan Joden in het land woonden. Maar (Palestijnse) Arabieren zijn goed in geschiedvervalsing als het om ‘West-Palestina’ gaat; zo zouden Joden geen historische banden hebben met het land en zou Europa Palestina/Israël hebben bedoeld als jodendumpkolonie. Niet alleen Arabieren verspreiden dit soort praatjes, trouwens.

Terug naar de Palestijnen. Toen in 1948 de Israëlische Onafhankelijkheidsoorlog uitbrak vluchtten honderdduizenden (Palestijnse) Arabieren het land uit; de meesten naar ‘Oost-Palestina’, het toenmalige Transjordanië, nu Jordanië geheten, en vormen daar nu 70% van de bevolking – deels in vluchtelingenkampen –, hoewel onder vreemde overheersing. Dat leidde in 1970 tot de bloedige Zwarte September.
Ook vluchtten vele Palestijnen naar Libanon, vooral na 1970. “Maar de grootste toename,” zo schrijft de Australische historicus John Laffin, “was op touw gezet door de Syriërs en de PLO, aangemoedigd door de Sowtjet-Unie. De extra Palestijnen werden Libanon binnengesmokkeld om een ondraaglijke last op Libanons opnamevermogen te leggen en daarmee aanleiding tot wrijving te geven. (…) Egyptische en Syrische agenten stookten de Palestijnen op [de door de Libanezen voor hen gebouwde] huizen te vernietigen. Zolang ze in nooddruftige kampen leefden, zouden ze zich gemakkelijker voor allerlei karretjes laten spannen.”
Dit is exemplarisch voor de houding van de Arabische buren ten opzichte van hun arme Palestijnse broeders en zusters. Voortdurend verdreven, in kampen gehouden, vermoord, vernederd in alle landen waar ze hoopten op een gastvrij onthaal. Lees dit artikel. Palestijnen zijn slechts goed om de kastanjes uit het vuur te halen in de strijd tegen indringer Israël. Als hen in ‘West-Palestina’ iets in de weg wordt gelegd schreeuwt de internationale gemeenschap moord en brand; als er in Syrië duizenden worden vermoord kraait er geen haan naar.

Vormt het Palestijnse volk nu een natie, al is het pas enkele decennia? Volgens het handvest van de PLO, de Palestijnse bevrijdingsorganisatie, vormt het een deel van de Arabische natie. Desondanks roepen Palestijnen en hun bondgenoten nu om zelfbeschikkingsrecht, vergetend dat dat reeds is verwezenlijkt in Jordanië, zij het nog onder een vreemd koningshuis.
Wat is dan nog het doel van de Palestijnen? Autonomie voor de omstreden gebieden is het doel voor ongeveer de helft van het aantal bewoners, maar volgens kenners willen de meesten van hen, in elk geval de leiders, op lange termijn hetzelfde als de andere helft: het hele land. De verdrijving van Israël, het Judenrein maken van Palestina is het doel van de PLO, van Hamas, van Fatah – kortom, van alle belangrijke Palestijnse organisaties, evenals van de rest van de Arabische wereld. Dr Hans Jansen, die dit in zijn boek Waarom mag Israël niet bestaan in het Midden-Oosten? duidelijk heeft aangetoond, schrijft:
Ahmadinejad vertolkte in zijn toespraken vaak keurig de heersende opvatting van wetenschappers, hoogleraren, leraren, politici, imams, juristen, journalisten, columnisten, cartoonisten en makers van radio- en televisieprogramma’s in het Midden-Oosten, dat de kleine Joodse natie geen bestaansrecht heeft en daarom moet worden vernietigd. Het is een uiterst naïeve misvatting van Europese en Amerikaanse politici te denken dat alleen terreurgroepen als Hezbollah en Hamas dit doel voor ogen staat.
Dat doel wordt jonge Palestijntjes al vroeg ingeprent. Niet alleen in hun schoolboeken wordt het bestaan(srecht) van Israël ontkend, ook op kinderkampen wordt hen duidelijk gemaakt dat ze (als ze groot zijn) daaraan dienen bij te dragen, zoals op zomerkampen van het hoofdzakelijk door westerse landen betaalde UNRWA. Dat brengt ons bij het volgende punt.


maandag 7 november 2016

Jood onder de naties (4): Wat zijn Joden?

Israël en de Bijbel

Wat zijn Joden? Die vraag stellen lijkt een open deur intrappen, want iedereen weet toch wat Joden zijn; maar het blijkt gecompliceerder.
Om te beginnen: een jood (zonder hoofdletter) is een aanhanger van de joodse godsdienst, van ultra-orthodox tot liberaal; een Jood (met hoofdletter) is iemand uit het Joodse volk. Vooral dat laatste kan ingewikkeld zijn, want hoe stel je vast of iemand tot een bepaald volk behoort? Heeft zo iemand een bepaald stofje in zijn bloed, of een bepaald gen? Dat laatste lijkt, verrassend genoeg, inderdaad op te gaan voor één Joodse familie, de afstammelingen van de vroegere priesterklasse, van wie velen de achternaam Cohen dragen. Er schijnt namelijk een Cohen-gen te zijn. Fascinerende materie, maar het voert te ver daar nu op in te gaan. Ter zake is dat de meeste Joden niet als zodanig biologisch te herkennen zijn.

De geschiedenis van de Joden begint in de Hebreeuwse Bijbel, de Tanach (het Oude Testament van de christenen). Vader Avraham, die door God uit Oer weggeroepen wordt naar Kena’an, het beloofde land. Zijn kleinzoon Ja’aqoov die vader werd van twaalf zoons die het twaalf-stammenvolk Jisraëel zouden gaan vormen en na slavernij in Egypte naar het Beloofde Land trokken (de Uittocht, Exodus, rond 1450 v. Ch.). Daar overwonnen ze de toenmalige bewoners, op o.a. de Filistijnen na, wat hen later nog duur kwam te staan: de koningen Sja’oel en Davied hebben heel wat oorlog moeten voeren met deze vechtersbazen; de kuststrook waar de Filistijnen woonden – de stedenbond van Asjdoodh, Gazaa, Asjkeloon, Gath en Ekroon – werd nooit aan Jisraëel toegevoegd, hoewel het onderdeel uitmaakte van het door God Jahveh beloofde land.
Door ongehoorzaamheid aan Hem echter werden ze eeuwen later uit het land Jisraëel verdreven en alleen de grote stam Jehoeda en de kleine stam Beenjamien keerden terug en gingen uiteindelijk Joden heten. Nadat de Romeinen in 70 na Christus de hoofdstad Jeroesjaleem verwoestten werden de Joden verstrooid over de hele wereld.
Joden hielden uitzonderlijk zorgvuldig vast aan hun tradities, wat een belangrijke oorzaak is voor het wonderbaarlijke gegeven dat er nog steeds Joden bestaan (ammonieten bestaan nog slechts als fossiel; Moabieten, Edomieten, Etrusken, Bataven en vele andere volken lijken van de aardbodem te zijn verdwenen). Desondanks vermengden ook Joden zich met andere volken, waardoor een Duitse Jood blond kan zijn, de Ethiopische Joden (Beta Israël) donkerhuidig zijn en de Indische (Benee Menashe) uiterlijk niet zijn te onderscheiden van andere Indiërs. Het is dan ook niet verwonderlijk dat vele Joden hun tradities zijn kwijtgeraakt en alleen uit overleveringen nog weten dat ze van Jisraëel afstammen; dat is het geval in streken waar veel Joden wonen, zoals Oost-Europa, maar ook in streken waar je ze misschien niet zou zoeken, zoals vele plaatsen in Afrika. Zo wonen in Zuid-Afrika en omgeving de Lemba’s, die afstammen van de priesterstam Levi; in Nigeria de Ibo’s (Igbo), die zeggen te behoren tot de stam Gad; in Ivoorkust woont (een deel van) de stam Dan, daarheen voor het oprukkende islamisme gevlucht vanuit Jemen.

Door oorlog en vervolgingen waren de meeste Joden uit het beloofde land – het gebied tussen de Middellandse Zee, de Jordaan, Egypte en de Eufraat ­– verdreven, maar toen in de negentiende eeuw het zionisme op gang kwam – genoemd naar Tsion, de heuvel waarop het oude gedeelte van Jerusjalajiem (Jeruzalem) is gebouwd – keerden steeds meer Joden terug om in wat toen Palestina heette een nieuw bestaan op te bouwen. Soms wordt hiertoe een beroep gedaan op de Bijbelse landbelofte – Jahveh heeft door de profeten beloofd het land na ballingschap weer terug te geven aan Zijn oude volk – maar het zionisme was een seculiere beweging. Was, want het zionisme als ideologische beweging is dood, zo betoogt prof. dr. Willem Ouweneel; wat rest is voortschrijdende Amerikanisering. En het land is niet van mensen, maar van God.
Sommige orthodoxe Joden zijn daarom tegen een Israëlische staat: alleen de Masjiach (Messias) komt het toe de profetische beloften in te lossen en een nieuw Israëli(ti)sch koninkrijk te stichten. Of zij daarin gelijk hebben is een moeilijke kwestie, maar Bijbels gezien kunnen de profetische beloften pas worden vervuld als Jisraëel zich bekeert. Religieuze joden vormen nu in Israël een – zij het invloedrijke – minderheid en Messiasbelijdende joden worden zelfs achtergesteld. Misschien begrijpelijk gezien de slechte herinneringen aan het christendom, maar de bekering van Jisraëel waarover ook de apostel Sja’oel (Paulus) spreekt lijkt zo nog ver weg. De profetie van Ezechiël 37 is hooguit vervuld tot het stadium van een menigte lijken. Maar dat kan veranderen. Het aantal Messiasbelijdende joden groeit; en Netanjahoe riep onlangs op de Bijbel te bestuderen: “Hiervoor moeten we ons enorm inspannen. Het is de reden waarom we hier zijn, waarom we zijn teruggekeerd en waarom we hier zullen blijven.”