maandag 10 juni 2013

Nederlandse natuur kan niet zonder boer

De economisten krijgen wederom hun zin. Na schandalige bezuinigingen op de zorg, kunst, cultuur en natuur moet de laatste het opnieuw ontgelden. Geen natuursubsidie meer voor individuele boeren.
Hiermee volgt de regering het advies van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur, die schreef dat het idee van agrarisch natuurbeheer "op een groot fiasco is uitgelopen". Terwijl de overheid in de achterliggende twintig jaar een miljard euro heeft uitgegeven aan subsidies voor natuurbeheer op het boerenbedrijf is de biodiversiteit in het landbouwgebied drastisch gedaald.

Wat een onzinverhaal! Is het subsidiegeld besteed aan schaalvergroting en intensivering?? Wat denk je dat er gebeurd zou zijn als de subsidies niet verstrekt waren? Ik weet het wél: nog minder boeren zouden bereid geweest zijn moeite te doen voor natuur op hun land, en de biodiversiteit zou nog dramatischer gedaald zijn.
De Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer (SAN) heeft gewerkt! Knotwilgen (mét hun rijke flora en fauna) worden behoed voor de ondergang, verdwenen kruiden komen weer terug in het grasland, meer weidevogels overleven. Daarom moet de conclusie luiden: niet minder, maar méér geld uitgeven aan natuurbeheersubsidies. Alleen dat willen we niet, hè, nu met de "crisis". Dát is het probleem.

Het aantal biologische boerenbedrijven groeit nog steeds, maar ze blijven een minderheid vormen, evenals de mensen die bewust hun producten kopen, want die zijn te duur. Maar als er meer vraag naar komt kunnen biologische levensmiddelen goedkoper worden, en bovendien: is de natuur ons iets waard? Dus u als consument kunt het verschil maken. Christenboeren, waarom blijven jullie achter bij de zorg voor de Schepping?

Een tussenoplossing is de SAN; onmisbaar voor Nederland. De grootste bedreiging voor de biodiversiteit in Nederland is het cascomodel, scheiding van functies. Goed, ik geef toe dat enkele van onze grote natuurgebieden – zoals de Wadden, de duinen, de Oostvaardersplassen en het Naardermeer – bescherming nodig hebben omdat ze de natuur in ons land aanzienlijk verrijken. Maar, natuurbeheerders van Nederland, laat het dan bij het veiligstellen van die gebieden en richt de aandacht op agrarische natuur, want je weet hoe waardevol blauwgraslanden, krijthellinggraslanden, onbespoten graanakkers en heggenlandschappen zijn. Vele, zo niet de meeste (bedreigde) plantensoorten en talloze vogelsoorten zijn in Nederland afhankelijk van boeren met hart voor de natuur. (Dat natuurbeheerders nu vaak het boerenwerk doen verandert daar niets aan.) Waar blijven de Blauwe knoop en het Soldaatje zonder hooibeheer, waar Herfstschroeforchis en Aarddistel zonder begrazing? Hoe is ons land aan enkele van zijn mooiste bloemen gekomen: Roggelelie (de enige inheemse soort in de nationale kleur), Bolderik en Korenbloem, en waardoor zijn ze weer bezig te verdwijnen?
De achteruitgang van Kemphaan, Grutto en Veldleeuwerik spreekt boekdelen. De Ortolaan heeft al het loodje gelegd door de vernieuwing van de landbouw; het Korhoen staat op het punt hem te volgen. En waar zijn alle vlinders gebleven?

Professor Jan Rotmans stelt het duidelijk: "Deze economische crisis gaat voorlopig niet over. Maar er komt een ecologische crisis aan die veel groter is en waar nauwelijks aandacht voor is."
De boer is een uitstekende natuurbeheerder – althans, dat was hij eeuwenlang. Is hij het nu defintief verleerd? Breng boer en natuur weer bij elkaar – dat zal de redding zijn voor de natuur in Nederland.
Nederland is te klein voor grootschalige natuur. Verweving, dat is het sleutelwoord.

3 opmerkingen:

  1. Blauwgraslanden zijn natuurreservaten, het is geen boerennatuur. Voor blauwgraslanden heb je hele arme omstandigheden nodig en een hele hoge waterstand. Als een boer dat weet te realiseren kan je wel spreken van vergaande maatregelen die nog wel subsidie waard zijn. Kan je 1 blauwgrasland noemen dat door een boer wordt beheerd? Ik niet namelijk.
    Waar kom je tegenwoordig nog soldaatje tegen, precies, in kalkgraslanden die al vele jaren door natuur beherende organisaties verschraalt worden. Men is vele decennia bezig om vroegere landbouwgrond om te zetten in schrale kalkgraslanden Het zelfde voor aarddistel, die vind je niet in het boerenland, maar in intensief beheerde graslanden.
    Je hebt wel gelijk, we hebben deze ecosystemen te danken aan boeren, maar niet aan de boeren die nu subsidie krijgen. We hebben dit te danken aan de extensieve landbouw uit de 19e eeuw.
    Tegenwoordig nemen natuurbeheerders deze taken op zich omdat de soorten zich, ondanks de subsidie, niet kunnen handhaven in het Nederlandse boerenland.

    En je hebt helemaal gelijk, de achteruitgang van kemphaan, grutto en veldleeuwerik spreekt inderdaad boekdelen. Ondanks de miljard aan subsidie die is gestoken in deze soorten gaan ze nog altijd achteruit, lijkt mij een teken dat het niet werkt.
    Bij de eempolder is het verschrikkelijk duidelijk te zien. Hier is een weidevogelreservaat met vele tientallen broedende weidevogels. De daarnaast liggende weilanden hebben een bordje bij het perceel staan met vrijwillige weidevogelbescherming.
    Opvallend is dat deze weilanden helemaal leeg zijn, op het hele veld zaten niet meer dan 2 veldleeuweriken, verder niks. Dan kan je mij niet vertellen dat de subsidie nut heeft.

    Daarbij de subsidie voor boeren stopt niet volledig, als boeren nog aan natuurbeheer willen doen kunnen ze zich aansluiten bij een collectief van andere boeren en natuurbeheerders. Op deze manier kan het beheer beter gecontroleerd worden en wordt de subsidie beter gebruikt.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Bedankt voor je reactie, Gijs. Het mag echter duidelijk zijn dat ik het voor een groot deel met je oneens ben.

    Ik ben vele boeren tegengekomen die hun best doen om een mooie vegetatie te krijgen in een grasperceel waarvoor subsidie verstrekt wordt. Sommigen van hen zouden doorgaan als de subsidie zou stoppen, maar de meesten niet. Wellicht zijn diegenen geen natuurbeheerder in hart en nieren, maar ze doen het nu toch maar. Een Engels-raaigrasvegetatie wordt een kruidenrijk grasland, wordt een reukgrashooiland, wordt een kamgrashooiland, en hoe langer dit volgehouden wordt, hoe meer zeldzame soorten verschijnen, soorten die vroeger ook in het boerenland groeiden. Als de subsidie nu stopgezet wordt is al de inspanning van soms al vele jaren binnen enkele jaren tenietgedaan en is al het subsidiegeld verspild. Denkt Den Haag daar ook aan?
    Doordat er eigenlijk al te weinig geld voor de SAN was werd er te weinig gecontroleerd (slechts 15%), waardoor kwaadwillende boeren de kans kregen regels te overtreden. Dáár moet wat aan gedaan worden.
    Natuurlijk heeft het bij weidevogel beheer weinig zin als slechts aan één van de voorwaarden die de vogels stellen wordt voldaan. Maar dat bij goede samenwerking tussen boeren en natuurbeheerders weidevogels wél overleven, daarvan zijn ook voorbeelden; zoals het Binnenveld (zuidelijke Gelderse Vallei). Ja, daar wordt dan ook wel op zijn tijd aan kraaienbestrijding gedaan, wat tegen het zere been is van vele natuurbeschermers, helaas.

    Uiteraard ben ik blij met de natuurgebiedjes vol zeldzame soorten, maar het is betreurenswaardig dat door decennialange ontvlechting die soorten zo zeldzaam zijn geworden, en vele reeds zijn verdwenen. Voortzetting en versterking van de SAN zou de Nederlandse natuur zeer welkom zijn. Maar nu al veel teveel natuurbeschermers denken volgens het cascomodel, moeten zij noodgedwongen het werk van de boeren overnemen. En dat kost geld.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. PS: Ik zie dat een paar dingen uit mijn voorgaande reactie eigenlijk betrekking hebben op de discussie op het forum van Waarneming.nl, dus vandaar.

    BeantwoordenVerwijderen