Geen woord werd er gerept over de tienduizend doden vorige week in
Noord-Syrië en Irak. Geen woord over de bruutheid van eigenlijk alle Arabische
regimes in het Midden-Oosten. Nee, alles werd ondergeschikt gemaakt om Israël
te kunnen veroordelen. Want als de Joden maar toegeven en hun land opgeven dan
zou de echte vrede voor het Midden-Oosten, wellicht voor deze hele aardbol
komen. (Roger van Oordt, juli 2016)
In de hele discussie rond het Palestijnse conflict dreigt
één ding te worden vergeten: dat het slechts één, en misschien wel het
kleinste, van de zes conflicten is die op dit ogenblik in het Midden-Oosten
worden uitgevochten, naar een analyse van Yochanan Visser in De Tijden. Het belangrijkste is de
oorlog tussen het Soennitische en het Sjiïtische blok, met een front in Irak
(waar het Sjiïtische Iran invloed probeert te verwerven), in Syrië en in Jemen.
Intussen spelen de oorlog tegen ISIL, het conflict tussen het Assad-regime en
zijn tegenstanders, tussen soennitische rebellengroepen onderling en de strijd
tussen Turkije en de Koerden. De Arabische lente is overgegaan in een
islamistische winter, of liever: een bloedhete zomer.
Het conflict tussen Israël en de Arabieren, zo schrijft
Visser, “verkeert al jaren in een status
quo-situatie nadat de Oslo-akkoorden in feite waren opgeblazen door Yasser
Arafat die de Tweede Intifada begon in september 2000.” En nu? Wil Israël vrede? Ja, betoogt Hans
Jansen, vrede is reeds sinds 1948 het doel. Hoewel er ook onder de Israëli’s
duiven en haviken zijn, benadrukt Ouweneel. Volgens velen is Netanjahoe zo’n
havik; maar ik geef hem geen ongelijk. Al te velen van zijn voorgangers hebben,
met de beste bedoelingen, de Israëlische positie uitgehold door toe te geven
aan een vijand die niet op vrede uit is.
Wat het Israëlische regeringsbeleid ook is, het is altijd
fout. Ouweneel:
(…) wie zou hier graag in de schoenen van de Israëlische
minister-president willen staan? Als Israël de bezette gebieden niet zal teruggeven,
zal uiteindelijk bijna de hele westerse wereld zich tegen Israël keren. Als
Israël die gebieden wel zal teruggeven, zal het als het ware een moordzuchtige
buurman uitnodigen de helft van het eigen huis te komen bewonen.
Voor mij is het een belangenafweging: heilige islamitische
grond versus thuishaven voor Joden; en het laatste weegt me zwaarder.
Willen de Arabieren
vrede? Nee, bewijst Hans Jansen. “Geen erkenning, geen onderhandelingen,
geen vrede.” Slechts onder één voorwaarde kan er volgens orthodoxe moslims
vrede komen: als heel de wereld tot dar-al-islam
is gemaakt. Hoe die vrede eruitziet kun je nu zien in Irak, Syrië en Jemen.
Kinderen in Saoedi-Arabië, Iran, Irak, Syrië, Egypte en de
Palestijnse gebieden krijgen meer les in jihad
dan in vrede, zo maken de daar gebruikte schoolboeken duidelijk. Hen wordt
vroeg geleerd dat elke moslim bereid moet zijn om te doden en gedood te worden
voor Allah.
Gelukkig zijn er gunstige uitzonderingen, lichtstraaltjes
van hoop. De Palestijnse onderwijzeres Hanan al-Hroub leert kinderen het geweld
dat ze zien niet over te nemen maar juist vriendelijk met anderen om te gaan.
Hiervoor won ze vorig jaar de Global Teacher Award, een geldprijs voor
onderwijsverbetering.
Vrede komt er voorlopig niet en omwille van de
rechtvaardigheid moet Netanjahu de omstreden gebieden niet opgeven. Zo lang de
EU doorgaat met het bouwen van illegale nederzettingen in die gebieden moet
Israël doorgaan met het (legaal) bouwen van nederzettingen. Er zit niet anders
op dan de status quo te handhaven en
een nieuwe oorlog – die vanwege oorlogsmoeheid en ongemotiveerdheid van steeds
meer Israëliërs wel eens ongunstig zou kunnen uitpakken voor Israël – te voorkomen
en te wachten op de terugkeer van de Masjiach. Dat klinkt voor een
buitenstaander misschien naïef, maar dat is het bepaald niet. De toekomst zal
het bewijzen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten