maandag 16 november 2015

Schepping en evolutie (5): Kan leven spontaan ontstaan?

,,Dan nu verder met de biologische feiten. De moeilijkheden waar de evolutietheorie (of eigenlijk het evolutieparadigma, zoals we zagen) mee kampt vallen nog niet zo op, tot je op chromosoomniveau gaat kijken. De celbiologie maakt duidelijk dat de ET niet juist kan zijn: zoveel in elkaar grijpende radertjes, DNA ontstaat niet door toeval, want dan werkt 't niet …”
,,Maar dat kan toch in kleine stapjes ontstaan? Jij noemt het fantasie zoals het leven kan zijn ontstaan, maar het kan toch best zo gebeurd zijn? Daar hebben wetenschappers, knapper dan jij en ik, grondig over nagedacht. En vervolgens…”
,,Even wachten, eerst het punt van het ontstaan van het leven uitwerken, dan komen we vanzelf op het DNA en de celstructuur.
,,Misschien is er ook een heel andersoortige vorm van leven denkbaar, maar het leven zoals wij het kennen werkt op een bepaalde manier, waarbij eiwitten de hoofdrol spelen. Die zijn zoals je weet opgebouwd uit aminozuren. Die kun je grofweg in twee vormen hebben: links- en rechtsdraaiend. Als ze door toeval waren ontstaan zou je verwachten dat er van allebei evenveel waren; het gekke is nou echter dat alle eiwitten in nagenoeg alle levende wezens bestaan uit linksdraaiende aminozuren; bij de koolhydraten is het net andersom: die zijn allemaal rechtsdraaiend. Dit probleem heet "homochiraliteit" en er is nog geen bevredigende verklaring voor gevonden. En zo zijn er talloze moeilijkheden. Om te beginnen zegt de tweede wet van de thermodynamica dat alle levenloze systemen streven naar wanorde en een zo laag mogelijk energieniveau. In levende wezens is echter het omgekeerde het geval en dat kan alleen maar door toevoer van gerichte energie van buitenaf; zonlicht is zo’n energievorm mits gericht door chlorofyl maar dat bestond nog niet. Verder zou de atmosfeer een zeer bepaalde samenstelling moeten hebben gehad, maar de kans dat dat toevallig het geval was, plus de vele andere kosmische factoren die leven op aarde mogelijk maken, is uiterst klein. En áls die er al was en er wérden aminozuren en nucleotiden gevormd, dan was de paar honderd miljoen jaar die beschikbaar was (er was al eencellig leven in het Precambrium, het oudste tijdvak – ouder dan een half miljard jaar – volgens menig creationist de grondslag voor de tijdens de Zondvloed gevormde aardlagen) veel te kort om er voldoende te vormen om eiwitten respectievelijk nucleïnezuren te vormen terwijl er ook nog eens anti-reductiestoffen moesten worden ontwikkeld om te voorkomen dat het proces alsnog in de kiem werd gesmoord. En dan moet je nog van organische moleculen naar een levende cel. Zelfs met een tussenstap van onder meer ‘levenachtige eigenschappen vertonende microbolletjes’ is de kans dat zoiets gebeurt nagenoeg nul, want hoe ontstaat er een (uit eiwitten bestaand) celmembraan als er nog geen eiwitten zijn? Of hoe worden DNA-vertaaleiwitten gevormd als er nog geen DNA is dat voor die vertaaleiwitten kan coderen? Je blijf in een kringetje ronddraaien. Daar komt bij dat in een levende cel losse onderdelen door eiwitten worden uitgeschakeld.
,,Dit alles nog afgezien van het feit dat er geen bewijzen voor zijn; zo zijn er voor zover ik weet in een oeratmosfeer-nabootsende laboratoriumproef nog nooit nucleotiden gevormd en is er voor de ‘oersoep’ (oplossing van aminozuren en dergelijke in water) geen enkel bewijs gevonden in oude bezinkingslagen. Verder zijn er geen organismen bekend, noch in gesteente gevonden, van minder dan zo’n vijfhonderd cellen behalve eencelligen en dat is vreemd als de hogere organismen daaruit zijn ontstaan.
,,En dan hebben we het nog niet eens gehad over het ‘wetenschappelijke’ karakter van deze fantasieën en van de verschillende elkaar bestrijdende stromingen binnen de grote groep aanhangers van deze ‘spontane generatie’, een modernisering van een Middeleeuwse vergissing.”
,,Dat is een rotopmerking.”
,,Entschuldigung. Maar toch durf ik te wedden dat jij niet kunt aantonen dat het wezenlijk onjuist is. Sterker nog: feitelijk is dit juist wat de biochemici proberen te bewijzen: dat het leven op naturalistische (materialistische) wijze, spontaan, kan ontstaan uit levenloze materie, of het nu een reducerend gasmengsel is of een zak graan. En beide zijn onbewijsbaar en zelfs onrealistisch. Niet voor niets zijn wetenschappers als Hoyle het ontstaan van het leven in de ruimte gaan zoeken. Maar het mag duidelijk zijn dat dan je moeilijkheden alleen maar groter worden. Als de kans op één planeet met omstandigheden die leven mogelijk maken al zo klein is, hoeveel te kleiner is dan de kans dat het nog ergens anders voorkomt en dat de gevormde organische moleculen een ruimtereis naar Aarde kunnen overleven! De theorie van het ontstaan van het leven buiten de Aarde is dus niet meer dan een wanhoopsidee van een verstokte naturalist.

,,Kortom: als leven al spontaan kan ontstaan – een kans van één op bijna oneindig – dan is het nog bepaald niet de meest waarschijnlijke verklaring voor het leven op Aarde, behalve voor de onverbeterlijke materialist die zichzelf dwingt binnen de lichtkring van zijn straatlantaarntje te blijven zoeken.”

2 opmerkingen:

  1. Geachte Evert,

    ik heb zonet uw artikel betreffende "Schepping en evolutie (5): Kan leven spontaan ontstaan?" gelezen. Ik was geïnteresseerd in een passage betreffende homochiraliteit. U vertelt dat homochiraliteit een probleem is maar uw argumentatie is niet sterk naar mijn mening. U geeft enkele argumenten maar u gaat niet in op de daadwerkelijke experimenten die in talloze laboratoria zijn uitgevoerd en ook zijn gepubliceerd. De experimenten zijn niet in conflict met de 2de wet van de thermodynamica en tevens is het woord wanorde om deze wet te omschrijven nietszeggend. De 2de wet van de thermodynamica is wat complexer dan dat.
    Ook is het geen probleem dat een aminozuur linksdraaiend is en een suiker rechtsdraaiend is. Heeft u enig idee wat links en rechtsdraaiend betekend?
    Aangezien uw artikel geen enkele chemische en fysische argumentatie aanhaalt om de homochiraliteit te ontkrachten is het dus onredelijk om homochilraliteit als een probleem te classificeren.
    Ik begrijp dat het onmogelijk is om absoluut bewijs te vinden van het mechanisme van homochiraliteit, maar er zijn talloze mechanismen die eventueel kunnen hebben bijgedragen aan dit fenomeen. Wat zijn uw argumenten tegen het onderzoek van onder andere: Prof. Donna Blackmond, Prof. Ronald Breslow, Prof. Soai, Prof. Elias Vlieg (Nijmegen universiteit)/Prof. Richard Kellogg, en velen andere? Waarom haalt uw hun werk niet aan?

    En daarnaast als uw volgende statement: "zo zijn er voor zover ik weet in een oeratmosfeer-nabootsende laboratoriumproef nog nooit nucleotiden gevormd"
    Kijkt u eens naar het werk van Prof. John Sutherland van Cambridge university. Hoe kunt u dit werk gemist hebben als u een beetje onderzoek doet naar homochiraliteit en origin of life?

    Ik weet niet wat uw achtergrond is, maar uw artikel lezend krijg ik de indruk dat dit niet chemisch of fysisch is. Vind u het niet belangrijk om een sterke chemische en fysische achtergrond te hebben om homochiraliteit te ontkrachten? Moeten we het niet aan de experts over laten die talloze jaren hebben geleerd en onderzoek hebben gedaan?

    Ik ben benieuwd naar uw respons en hopelijk kunt u wat meer inzicht geven in waarom de reeds voorgestelde mechanismen van homochiraliteit niet kloppen naar uw mening.

    Met vriendelijke groet,
    JB

    (Sutherland website: http://www2.mrc-lmb.cam.ac.uk/group-leaders/n-to-s/john-sutherland/)
    (Overzichtsartikel origine van homochiraliteit: http://cshperspectives.cshlp.org/content/2/5/a002147) - Gratis toegankelijk!!!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Beste JB,

    Hoewel ik geen natuur- of scheikunde heb gestudeerd weet ik er genoeg van om een idee te hebben van waar het over gaat (hoewel ik niet exact weet hoe een koolstofatoom chiraal wordt, daar lees ik nergens iets over). De aard van deze afleveringen laat echter niet toe op alle details in te gaan; ook dit stukje over het ontstaan van leven somt slechts een aantal moeilijkheden voor de gangbare theorie op, grotendeels zonder de bijbehorende argumentatie.
    Thermodynamica: ik heb niet beweerd dat de door jou bedoelde eperiménten ertegenin zouden gaan, maar dat de tweede hoofdwet natuurlijke abiogenese onwaarschijnlijk maakt. Ik geef toe dat het een omstreden argument is, maar ik ben nog geen goede verklaring tegengekomen van hoe zonder biotische energierichter de voor het ontstaan van leven benodigde afname van entropie kan worden verwezenlijkt. (‘Hogerop in de evolutie’ lijkt de wetmatigheid trouwens ook levende organismen parten te spelen, zie bv. http://creation.com/evidence-for-genetic-entropy.)

    Kán worden – als er al een mogelijk mechanisme zou bestaan is dat nog iets heel anders dan vaststellen dat het ook zo gegaan ís. Daarmee komen we op homochiraliteit. Zonder in te gaan op het werk van alle door jou genoemde scheikundigen zijn dit volgens mij de mogelijke verklaringen voor het ontstaan van de homochiraliteit in levende wezens:
    1. Chirale kwartskristallen die organische moleculen adsorberen. Het schijnt hier echter slechts om kleine percentages te gaan, veel te weinig om de onderhavige volledige homochiraliteit te verklaren.
    2. Statistische fluctuaties van racemische mengsels. Zelfde bezwaar als bij voorgaande.
    3. Asymmetrische autokatalyse waardoor een klein concentratieverschil vergroot kan worden tot >99%. Het is zeer de vraag of dit werkt voor alle benodigde moleculen, of het de juiste moleculen oplevert.

    Omdat ik geen scheikundige ben kan ik niet op gelijk niveau ingaan op de artikelen van Sutherland, en moet ik conclusies van anderen afwachten wat betreft zijn (en anderer) recente proeven. Uit wat ik echter van andere deskundigen heb gelezen hoe die reageerden op eerdere pogingen om het ontstaan van leven te verklaren heb ik echter gemeend mijn opmerkingen te moeten maken over het onrealistische van natuurlijke abiogenese. Ik denk aan
    - iemand als Fred Hoyle die er vanuit kansberekening van overtuigd raakte dat het leven niet op aarde kan zijn ontstaan en de oorsprong dus in de ruimte is gaan zoeken, wat de moeilijkheden m.i. alleen maar groter maakt;
    - de uitspraak van Graham Cairns Smith: "Het belang van al het gedetailleerde onderzoek dat op dit terrein is verricht, ligt naar mijn mening niet daarin dat aangetoond zou zijn dat nucleotiden op de jonge aarde gevormd hadden kunnen worden, maar in precies het omgekeerde: deze experimenten veroorloven ons om, veel nauwkeuriger dan anders het geval zou zijn geweest, in te zien waarom prebiotische nucleïnezuren in hoge mate onwaarschijnlijk zijn";
    - en dat er een groot verschil is tussen de vorming van bepaalde moleculen onder laboratoriumomstandigheden en in de vrije natuur (zie ook http://creation.com/origin-of-life, en verder nog het daar aanwezige citaat van Hubert Yockey).
    En dan de filosofische kwestie; ergens las ik de volgende treffende samenvatting van de gangbare opvatting: “Volgens mij is er nog niemand die beweert te weten hoe dat eerste leven precies is ontstaan. DAT het is ontstaan, lijkt me buiten kijf staan.” – wat rechtvaardigt die vooronderstelling dan?

    Groet,
    Evert

    BeantwoordenVerwijderen