Altijd al willen weten hoe boerenkaas gemaakt wordt, wat een maalschap was, hoe voedsel bewaard werd toen er nog geen diepvriezers en supermarkten waren, hoe gras gemaaid werd toen er nog geen trekkers waren? Nog altijd op zoek naar het antwoord op de vraag hoe het precies zit met de 'boekweitmaan', wat de knollen eigenlijk waren waarover je opa wel eens vertelde, wat het woord "drung" betekent, welke klanken kenmerkend zijn voor het West-Veluwse dialect? Nieuwsgierig wat een grupstal precies is, welke vogelsoorten je zoal kunt tegenkomen rond een boerderij in de Gelderse Vallei, hoe die appels in de oude boomgaard ook alweer heetten?
Nu, dan heb ik goed nieuws: vanaf woensdag 19 december ligt het boek Evert en Betje. Kroniek van een boerenleven (ISBN: 9789087881887) in de winkel, een rijk geïllustreerd leesboek/naslagwerk waarin op tal van dergelijke vragen een antwoord te vinden is.
Misschien houd je van sterke verhalen; dan kun je lezen waarom Evert eens uitgescholden werd voor "rotboer"; wat hij deed toen hij een woeste stier aan een touw had en later toen er brand uitbrak; hoe Betje in de oorlog haar fiets uit handen van de Duitsers wist te houden.
Het nieuwste boek van Kees van Reenen vertelt de belevenissen van zijn opa en oma – die ook de mijne konden zijn, ook al vanwege de naam Evert – vanaf hun jeugd in de tijd tussen de wereldoorlogen tot in de jaren na hun trouwen, te midden van de stormachtige ontwikkelingen die het boerenleven na de Tweede Wereldoorlog doormaakte. Evert bracht zijn jonge jaren door op Groot Ravensgoed onder Zwartebroek, Betje op de Lunterse Kleine Voort en daarna met haar familie en later samen met Evert op Groot Butselaar tussen Lunteren en Barneveld. Deze drie boerenhofsteden spelen een belangrijke rol in het verhaal.
Maar het is niet alleen een verhaal over twee families en drie boerderijen, maar het is minstens evenzeer het verhaal van de verandering van het leven van een boer in Midden-Nederland en in zekere zin van het boerenleven in heel Nederland. De herinneringen van Evert en Betje maken deel uit van een veel groter geheel, ook in het boek. Het is een ode aan de harde werkers van toen die de grondslag van onze huidige welvaart legden.
Wie mij een beetje kent weet dat ik altijd op zoek ben naar toepasselijke muziek en ik weet geen nummer dat zo goed het gevoel weergeeft dat in het boek wordt verwoord als Ons durp, van Katinka Polderman. Het had evengoed kunnen gaan over een dorp in de Gelderse Vallei, in Noord-Brabant of Zuid-Holland als over het Zeeuwse 'Sgrabbekaarke', want het verhaal is overal hetzelfde, en daarom is ook een groot deel van het boek herkenbaar voor iedereen die iets met vroeger, boeren, cultuur, natuur of landschap heeft. Mét alle armoe en ellende verdwenen ook de gemeenschapszin en tal van oude ambachten, verarmden de natuur en het landschap.
’t Is ier prachtig – voe oe lank?
Ze bouwe mè en gae d’r gank;
een nieuwe wijk an d’n durpsrand.
De bômen an de weg, die moste plat,
de zwaelmen è d’r tied ‘ehad
en Goes kom aolmè dichterbie…
En dan, terugkijkend, het slotrefrein:
En langs de dreven van mien vaoder
zag ik de meidoorn’aegjes stae.
Ik was een kind - oe kon ik wete
a dat voegoed verbie zou gae?
En dat doet mij weer denken aan het Duitse liedje Schön ist die Jugend
BeantwoordenVerwijderenSchön ist die Jugend bei frohen Zeiten,
Schön ist die Jugend, sie kommt nicht mehr.
So hört ich oft schon von alten Leuten
Und seht, von denen weiß ich's her.
Drum sag ich's noch einmal: schön sind die Jugendjahr,
Schön ist die Jugend, sie kommt nicht mehr!
Sie kommt nicht mehr, nicht mehr, sie kommt nicht wieder mehr,
Schön ist die Jugend, sie kommt nicht mehr!
Es blühen Rosen, es blühen Nelken,
Es blühen Blumen und welken ab.
Ja, auch wir Menschen, wir tun verwelken
Und müssen sinken ins kühle Grab.
Drum sag ich's noch einmal: schön sind die Jugendjahr,
Schön ist die Jugend, sie kommt nicht mehr!
Sie kommt nicht mehr, nicht mehr, sie kommt nicht wieder mehr,
Schön ist die Jugend, sie kommt nicht mehr!
Ein jeder Weinstock, der trägt auch Reben
Und aus den Reben fließt edler Wein;
Vom Himmel ward er uns gegeben
Um unsere Jugend dran zu erfreu'n.
Drum sag ich's noch einmal: schön sind die Jugendjahr,
Schön ist die Jugend, sie kommt nicht mehr!
Sie kommt nicht mehr, nicht mehr, sie kommt nicht wieder mehr,
Schön ist die Jugend, sie kommt nicht mehr!
Vergangene Zeiten kehren niemals wieder,
Nur einmal blühet des Lebens Mai.
Drum lasset singen uns frohe Lieder,
Genießt die Jugend, eh' sie vorbei.
Drum sag ich's noch einmal: schön sind die Jugendjahr,
Schön ist die Jugend, sie kommt nicht mehr!
Sie kommt nicht mehr, nicht mehr, sie kommt nicht wieder mehr,
Schön ist die Jugend, sie kommt nicht mehr!
En natuurlijk Wim Sonneveld met Het Dorp:
BeantwoordenVerwijderenHet Dorp
Thuis heb ik nog een ansichtkaart
Waarop een kerk een kar met paard
Een slagerij J. van der Ven
Een kroeg, een juffrouw op de fiets
Het zegt u hoogstwaarschijnlijk niets
Maar het is waar ik geboren ben
Dit dorp, ik weet nog hoe het was
De boerenkind'ren in de klas
Een kar die ratelt op de keien
Het raadhuis met een pomp ervoor
Een zandweg tussen koren door
Het vee, de boerderijen
refr.:
En langs het tuinpad van m'n vader
Zag ik de hoge bomen staan
Ik was een kind en wist niet beter
Dan dat 't nooit voorbij zou gaan
Wat leefden ze eenvoudig toen
In simp'le huizen tussen groen
Met boerenbloemen en een heg
Maar blijkbaar leefden ze verkeerd
Het dorp is gemoderniseerd
En nou zijn ze op de goeie weg
Want ziet, hoe rijk het leven is
Ze zien de televisiequiz
En wonen in betonnen dozen
Met flink veel glas, dan kun je zien
Hoe of het bankstel staat bij Mien
En d'r dressoir met plastic rozen
refr.
De dorpsjeugd klit wat bij elkaar
In minirok en beatle-haar
En joelt wat mee met beat-muziek
Ik weet wel het is hun goeie recht
De nieuwe tijd, net wat u zegt
Maar het maakt me wat melancholiek
Ik heb hun vaders nog gekend
Ze kochten zoethout voor een cent
Ik zag hun moeders touwtjespringen
Dat dorp van toen, het is voorbij
Dit is al wat er bleef voor mij
Een ansicht en herinneringen
En langs het tuinpad van m'n vader
Zag ik de hoge bomen staan
Ik was een kind, hoe kon ik weten
Dat dat voorgoed voorbij zou gaan
http://www.youtube.com/watch?v=lxPL6Ricdac
Mooie aanvullingen. Ons durp is duidelijk een vertaling van Het dorp, en de muziek is dus van de hand van Wim Sonneveld.
BeantwoordenVerwijderenEn Duits is om te beginnen al een mooie taal... Alleen is de verloren jeugd slechts van ondergeschikte betekenis in het verhaal van Evert en Betje.
1. Mooi stukkie.
BeantwoordenVerwijderen2. Mooi boek. Als je 't nog niet hebt: kopen!
3. Mooi lied van Sonneveld. Geliek hèt'ie: 'En nou zijn ze op de goeie weg, want ziet, hoe rijk het leven is'...
Groeten, Miciel
correctie: de melodie is niet van Sonneveld, maar van de Fransman Jean Ferrat
BeantwoordenVerwijderen