maandag 24 juni 2013

PostNL bezuinigt

De afgelopen tijd was het nieuwe Nederlandse postbedrijf volop in het nieuws. Door verkeerd, te laat of in het geheel niet bezorgde post, door een grootscheepse reorganisatie die zowel veel geld als vele banen kostte maar niet leidde tot de verwachte besparingen, enzovoort enzovoort.

Nu komen er maatregelen waarmee de burger onmiddellijk te maken krijgt: na een nieuwe prijsverhoging van de postzegel tot een onsympathieke bedrag zal binnenkort ook het aantal brievenbussen worden verminderd, evenals het aantal postkantoren. Wie kan mij uitleggen hoe ik dat moet zien in verband met de klacht over afnemende postvolumes?

Dwazen, die PostNL-bazen. Dankzij de groei van de internationale afdeling en de pakketbezorging maakte het bedrijf als geheel winst. Neem dan wat verlies bij de brievenafdeling voor lief! Wie heeft er wat aan als de kwaliteit niet voldoende is?
Beknibbelen op salaris leidt tot veel verloop en het verdwijnen van goede medewerkers. Hierdoor moeten veelvuldig uitzendkrachten worden ingezet, jongelui die de wijken niet kennen of die na een inwerktijd toch niet geschikt blijken te zijn voor het werk, waarmee de investering verspild is.
Voor vele postbezorgers is de aardigheid er trouwens toch al goeddeels af; kon je vroeger in een gezellig sorteercentrum je wijk voorbereiden om vervolgens de weg op te gaan, nu wordt op steeds meer plaatsen vanuit een Centrale Voorbereidingslocatie de post aangeleverd in een depot – een schuurtje zonder sanitaire voorzieningen en dergelijke. Vooruit, maar dan moet er niet ook nog eens gezeurd worden als je meer tijd moet schrijven doordat de wijk te krap staat.

Hoewel de kwaliteit ook vóór de privatisering van de toenmalige PTT te wensen overliet, heeft dit er zeker geen goed aan gedaan; hetzelfde als bijvoorbeeld bij de NS het geval is. Bij de post is het nadeel van concurrentie heel duidelijk te zien: alle straten moeten dubbel gelopen worden wanneer er twee bedrijven zijn die post bezorgen in dezelfde plaats – nogal ondoelmatig.
Het is te hopen dat de concurrenten van PostNL spoedig het loodje zullen leggen, maar op korte termijn is dat niet te verwachten. Daarom moet de overheid haar verantwoordelijkheid nemen en de Nederlandse postbezorging weer in eigen hand nemen. De belastingbetaler is best bereid een paar euro per jaar bij te leggen, want bij een goed lopende postbezorging is iedereen gebaat, alle digitale ontwikkelingen ten spijt.

maandag 17 juni 2013

Nederlandse natuur kan niet zonder boer (vervolg)

Gezien de reacties die het vorige bericht en de discussies op Waarneming (http://forum.waarneming.nl/smf/index.php?topic=229859.0 en http://forum.waarneming.nl/smf/index.php?topic=225867.0) opriepen deze week ter afsluiting van het onderwerp nog een laatste bijdrage over (agrarisch) natuurbeheer in Nederland.

Het verbaasde mij hogelijk dat de meeste natuurliefhebbers op het forum voor afschaffing van de subsidie op agrarisch natuurbeheer bleken te zijn. Enkele overwegingen daarbij:
- veel natuursubsidie heeft niet de gewenste uitkomst bereikt en is daarom verspild;
- boeren hebben een economisch belang, dat strijdig is met natuurbelangen, en zijn daardoor niet geschikt om natuur te beheren;
- verscheidene boeren lichten de hand met de regels;
- kleinschalige (half)natuur vergt veel beheersinspanning en is daarmee duur, en onnatuurlijk.

Hieruit blijkt overduidelijk hoezeer ook talloze natuurliefhebbers al gevormd zijn door het cascodenken dat Nederland steeds meer in zijn greep krijgt.

Daarom wil ik nog één keer wijzen op de volgende punten:
  1. Door de boer te beschouwen als vijand van natuur en milieu wordt hij dat inderdaad, zoals steeds meer blijkt.
  2. De boer was eeuwenlang de beste natuurbeheerder en aan hem heeft Nederland tal van biotopen te danken.
  3. De Ecologische Hoofdstructuur is een "duur doekje voor het bloeden": het is een noodoplossing die een hoop geld kost en die vroeger, toen er in het boerenland nog veel natuur voorkwam – dus voordat de overheid schaalvergroting en massaproductie begon te subsidiëren –, onnodig was.
  4. De SAN heeft wel degelijk gewerkt, zij het niet overal. Door deze subsidieregeling hebben vele organismen weten te overleven in het boerenland, en is de achteruitgang van de biodiversiteit op het platteland vertraagd.
  5. Als de SAN nu wordt afgeschaft zullen waarschijnlijk de meeste boeren hun natuurbeheersinspanningen staken en is het geld dat er de afgelopen decennia in is geïnvesteerd verspild.
  6. Het gevolg zal zijn "eindeloze gras- en akkerlanden, gespeend van kruiden, vogels en insecten, niet doorbroken door houtwallen, knotwilgenrijen of doornhagen, slechts doorsneden door enkele steriele sloten; en op bepaalde plaatsen mega- of gigastallen".
  7. Het enige dat dit schrikbeeld op afstand kan houden is meer subsidie voor (1) biologische landbouw en (2) agrarisch natuurbeheer met goede controle op het naleven van de regels. Het extra geld dat hiermee gemoeid is kan ruimschoots verkregen worden door (a) de autobelasting te verdubbelen en (b) de hondenbelasting te vertienvoudigen.

maandag 10 juni 2013

Nederlandse natuur kan niet zonder boer

De economisten krijgen wederom hun zin. Na schandalige bezuinigingen op de zorg, kunst, cultuur en natuur moet de laatste het opnieuw ontgelden. Geen natuursubsidie meer voor individuele boeren.
Hiermee volgt de regering het advies van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur, die schreef dat het idee van agrarisch natuurbeheer "op een groot fiasco is uitgelopen". Terwijl de overheid in de achterliggende twintig jaar een miljard euro heeft uitgegeven aan subsidies voor natuurbeheer op het boerenbedrijf is de biodiversiteit in het landbouwgebied drastisch gedaald.

Wat een onzinverhaal! Is het subsidiegeld besteed aan schaalvergroting en intensivering?? Wat denk je dat er gebeurd zou zijn als de subsidies niet verstrekt waren? Ik weet het wél: nog minder boeren zouden bereid geweest zijn moeite te doen voor natuur op hun land, en de biodiversiteit zou nog dramatischer gedaald zijn.
De Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer (SAN) heeft gewerkt! Knotwilgen (mét hun rijke flora en fauna) worden behoed voor de ondergang, verdwenen kruiden komen weer terug in het grasland, meer weidevogels overleven. Daarom moet de conclusie luiden: niet minder, maar méér geld uitgeven aan natuurbeheersubsidies. Alleen dat willen we niet, hè, nu met de "crisis". Dát is het probleem.

Het aantal biologische boerenbedrijven groeit nog steeds, maar ze blijven een minderheid vormen, evenals de mensen die bewust hun producten kopen, want die zijn te duur. Maar als er meer vraag naar komt kunnen biologische levensmiddelen goedkoper worden, en bovendien: is de natuur ons iets waard? Dus u als consument kunt het verschil maken. Christenboeren, waarom blijven jullie achter bij de zorg voor de Schepping?

Een tussenoplossing is de SAN; onmisbaar voor Nederland. De grootste bedreiging voor de biodiversiteit in Nederland is het cascomodel, scheiding van functies. Goed, ik geef toe dat enkele van onze grote natuurgebieden – zoals de Wadden, de duinen, de Oostvaardersplassen en het Naardermeer – bescherming nodig hebben omdat ze de natuur in ons land aanzienlijk verrijken. Maar, natuurbeheerders van Nederland, laat het dan bij het veiligstellen van die gebieden en richt de aandacht op agrarische natuur, want je weet hoe waardevol blauwgraslanden, krijthellinggraslanden, onbespoten graanakkers en heggenlandschappen zijn. Vele, zo niet de meeste (bedreigde) plantensoorten en talloze vogelsoorten zijn in Nederland afhankelijk van boeren met hart voor de natuur. (Dat natuurbeheerders nu vaak het boerenwerk doen verandert daar niets aan.) Waar blijven de Blauwe knoop en het Soldaatje zonder hooibeheer, waar Herfstschroeforchis en Aarddistel zonder begrazing? Hoe is ons land aan enkele van zijn mooiste bloemen gekomen: Roggelelie (de enige inheemse soort in de nationale kleur), Bolderik en Korenbloem, en waardoor zijn ze weer bezig te verdwijnen?
De achteruitgang van Kemphaan, Grutto en Veldleeuwerik spreekt boekdelen. De Ortolaan heeft al het loodje gelegd door de vernieuwing van de landbouw; het Korhoen staat op het punt hem te volgen. En waar zijn alle vlinders gebleven?

Professor Jan Rotmans stelt het duidelijk: "Deze economische crisis gaat voorlopig niet over. Maar er komt een ecologische crisis aan die veel groter is en waar nauwelijks aandacht voor is."
De boer is een uitstekende natuurbeheerder – althans, dat was hij eeuwenlang. Is hij het nu defintief verleerd? Breng boer en natuur weer bij elkaar – dat zal de redding zijn voor de natuur in Nederland.
Nederland is te klein voor grootschalige natuur. Verweving, dat is het sleutelwoord.

maandag 3 juni 2013

Schoonheid in de kunst

Schoonheid is uit de kunst.

Ieder die zich wel eens waagt aan een schilderij, beeldhouwwerk, gedicht of ander kunstwerk kent de ervaring van de pottenbakker van Homerus. Eens had hij een inspiratie voor een schitterende vaas, dus hij toog aan het werk, maar… currit rota, urceus exit – het werd een simpele schotel.

Altijd wanneer een grote cultuur ontstaat ontwikkelt zij de kunst zich als was zij een kind dat vaardigheden aanleert. Een schotel wordt een kom, een kom een pot, een pot een vaas en de vaas wordt verder verfijnd tot een kostbaar versierd kunstwerk. Zo gaat het in de schilderkunst, de bouwkunst, de beeldhouwkunst, de dichtkunst en elke kunstvorm die er is. Uiteindelijk, na zes of zeven eeuwen, bereikt de cultuur haar hoogtepunt, waarin kunst van een ongekend hoog peil wordt voortgebracht.
Daarna verzakelijkt de cultuur, om uiteindelijk – volgens Oswald Spengler, zie bericht van 5 maart – over te gaan in de Beschavingsfase, waarbij wetenschap en techniek zich ontwikkelen ten koste van de kunst. En dat is precies wat wij in West-Europa hebben zien gebeuren. Grote namen als Rembrandt en Bach behoren definitief tot het verleden. Natuurlijk bestaan er nog altijd grote kunstenaars, maar als ontheemd, op zichzelf staand, veelal werkend binnen kaders die in een grijs verleden zijn bepaald.
Wat echt nieuw is voor de twintigste en eenentwintigste eeuw ontbeert schoonheid. Het duidelijkst is dat te zien in de beeldende kunst. Chaos en zinloosheid overheersen de moderne schilderkunst. Ondefinieerbare kladstukken, onafgemaakte schilderingen – van alles, behalve wat mooi is. Hierin ligt overigens het grote belang van de moderne kunst: waar de schilderkunst in de Gouden Eeuw een privilege was voor de elite, hoef je vandaag de dag geen kunstzinnig talent te hebben om kunstenaar te worden...

Intussen heeft de wereld behoefte aan schoonheid, en de uitzichtloosheid van het modernisme moet wel teleur stellen; steeds meer kunstenaars zullen teruggrijpen naar de gouden eeuwen der kunst. Niet dat er weer een groots kunsttijdperk zal aanbreken, maar iedere kunstenaar in zijn eigen stijl kan bijdragen aan een leefbare wereld. Schilders als Henk Helmantel, Léon van der Linden, Steve Hanks en John Fawcett bewijzen het.


Dit was mijn laatste bijdrage over schoonheid, hopend dat de toon is gezet om de wereld te verfraaien, om te zoeken naar alles wat goed, mooi en welluidend is, want schoonheid kan de wereld redden.