maandag 25 november 2013

Paddenstoelen en hun naam (Slottoneel)

De Abrikoosgordijnzwam, de Oranje eikengordijnzwam en de Fijnschubbige gordijnzwam bekleden een weelderige en sfeervolle feestzaal vol Prachtamanieten, Prachtboleten en Prachtwimperzwammen, verlicht door Goudgele, Violette, Purperen, Zandkleurige, Knikkende, Stervormige, Veelribbige en Prachtlantaarntjes.

De feestgangers, gekleed in Pagemantel of Koningsmantel, Lilakleurig plooirokje, Geelbruin plooirokje of Herculesplooirokje, dragen een Goudhoed, een Fijnstekelige ridderhoed of een Sierlijke franjehoed met Vogelveerzwam, een armband van Armbandgordijnzwam of een halsdoek van Halsdoekridderzwam.

Uit de keuken komen reeds de heerlijke geuren van Tweegeur- en Appelgeurrussula, Meelgeursatijnzwam en Welriekende sterspoortruffel. Kruidenmollisia's, Prachtmycena's en andere dienstmeisjes dragen Kersentrilzwammen, Rodekoolzwammen, Honinggordijnzwammen, Smakelijke russula's, Geurende gordijnzwammen, Smakelijke en Kokosmelkzwammen en Sneewwitte hertenzwammen, geserveerd met Gevorkt hoornpluimpje, Spateltrilzwam en Maagdenpalmschoteltjes op dienbladen van Blozende wasplaat, Bleekoranje zalmplaat, Olijfplaatgordijnzwam en Goudplaatzwam, afgedekt met een Goudfranjevlies. Dranken worden opgediend in een bont arsenaal van Maagdelijke waterkelkjes, Blozende franjekelkjes, Maantjesbekertjes, Edele sapbekertjes, Bramenfranjekelkjes, Doorschijnende geleikelkjes, Doorzichtige wasbekertjes, Goudhartkalkbekertjes, vlies- en poederkelkjes en Amethistbekertjes.

Blanke pronkridder en Plooirokmycena dansen een wals, met vioolbegeleiding (later opgenomen op de Viooltjeswasplaat) en tal van andere muziekinstrumenten, onder meer het Barnsteenmosklokje en het Kristalmosklokje en de heldere klanken van de Zilveren ridderzwam, met een indrukwekkend vibrato van trilzwammen. Donkere pronkridder vraagt Gesluierde dame ten dans.

Het is bijna alles goud wat er blinkt: alom goudkussentjes en goudbolletjes, maar ook Zilveren boomkussens en Kristalsporendoosjes. De zaalvloer is bekleed met Roze en Parelgrijze grondschijfjes en Grondvleugelspoorbolletjes. Overal hangen wandtapijten van Levendige, Fraaie en Oranjebloesemgordijnzwam. Met de Paradijsgordijnzwam wanen we ons nu werkelijk in het paradijs.

Toch klinken er ook dissonanten. De Bedrieglijke gordijnzwam, de Fraaie gifgordijnzwam, de Bleke galgordijnzwam, de Bittere knolgordijnzwam en de Bloedplaatgordijnzwam vormen een voorspel voor een verduisterend toneel waarin de Zwartvlekkende rouwridderzwam en de Toverchampignon gedijen.

maandag 18 november 2013

Paddenstoelen en hun naam (Eerste bedrijf)

Herfst is paddenstoelentijd. Dat is niet helemaal waar, want ook in lente en zomer en zelfs in de winter zijn er paddenstoelen; maar het najaar is toch wel het jaargetijde bij uitstek voor deze geheimzinnige wezens. De grote hoeveelheden gevallen loof moeten wel door schimmels afgebroken worden. Daar komt bij dat er in de herfst bijna altijd meer regen valt dan in de zomer, en nu de temperaturen nog redelijk zijn kunnen de zwammen zich voortplanten. Een paddenstoel is immers het vruchtlichaam van de ondergrondse schimmel.

Paddenstoelen zijn spreekwoordelijk voor de snelheid waarmee ze verschijnen. Dit, samen met hun eertijds onbekende leefwijze en herkomst en de geheimzinnige sfeer van een herfstbos heeft hen verdacht gemaakt, zodat zwammen eeuwenlang in verband werden gebracht met duivelswerk. Niet toevallig ontstaat een stinkzwam uit een duivelsei, groeien champignons in heksenkringen (denk aan heksendansen op 31 oktober, aan de vooravond van Allerheiligen) en kennen we heksenboleten, het Heksenschermpje, Heksenboter (een slijmzwam) en de weer daarop groeiende Heksenboterkorrelwebzwam (een woord voor Galgje, een spel met een al even duistere herkomst). Er bestaan zelfs een Duivelsbroodrussula en de (gelukkig zeldzame) Satansboleet.
Bovendien houdt het woord "paddenstoel" zelf verband met de hekserij. De vooral in het donker actieve pad met zijn giftige huid werd beschouwd als een dienaar van een heks, zelf een dienares van de duivel.
Iets vriendelijker zijn de sprookjes over paddenstoelbewonende kaboutertjes; en niet te vergeten de vriendelijke elfjes, die elfenbankjes benutten als zitplek en elfendoekjes om hun hals dragen. Kortom: vooral bij wat mistig weer waan je je in een herfstbos vol Nevelzwammen in een door goede en kwade geesten bezielde sprookjeswereld.


Toch zijn zwammennamen niet alleen boeiend voor sprookjesliefhebbers, maar ook voor taalliefhebbers. De Heksenboterkorrelwebzwam is niet de enige met een bijzondere naam. Denkt een sprookjeslezer bij het Kronkelsteeltjesmosschijfje misschien nog aan kaboutertjes, de Dennenvlamhoed wekt heel andere associaties. De Bosbrandvlamhoed maakt het zelfs nog een tikkeltje heftiger. Nog even en het hele bos staat in lichterlaaie, aangewakkerd door de Dennenvuurzwam. Niet alleen de dorre dennennaalden, maar ook de bloemen – Boterbloembrand! Zelfs de paddenstoelen branden, ook het Vlammend franjekelkje. Toch is het een fascinerend schouwspel, meent de Prachtvlamhoed. Maar dan doven de vlammen en op de geblakerde bosgrond blijven het Brandplekpunthoofdje, de Brandplekvaalhoed, de Brandplekfranjehoed, de Aangebrande kluifzwam, de Brandplekknotszwam, het Brandplekspikkelschijfje, de Kleine brandplekbekerzwam, de Zwarte vuurzwam en het Aangebrand hazenoor achter als stille getuigen. Met de Aangebrande gordijnzwam valt het doek en begint het tweede bedrijf.

maandag 11 november 2013

De kat



“Ik doe mijn spreekbeurt over de kat. De kat is een huisdier dat afstamt van de wilde kat. Hij is familie van de leeuw en de tijger. Een vrouwtjeskat heet poes en een mannetjeskat heet kater. Als je te veel bier gedronken heb, dan heb je de volgende morgen ook een kater.
Er zijn in Nederland bijna drie miljoen katten. Daar hoef je geen belasting voor te betalen, maar je kan er wel duizend soorten voer voor krijgen en als de kat ziek is kan de poezendokter hem weer betermaken.
Soms worden er poezen doodgereden als ze de weg oversteken. Dat is best zielig. Maar eigenlijk is het net goed, want poezen vreten vogeltjes op en dat is ook zielig.
Karakter. Katten zijn lui. Als ze geen vogeltjes aan het vangen zijn liggen ze in de zon of voor het raam te luieren. Katten die verwend worden worden vet. Gelukkig kunnen ze dan geen vogeltjes meer vangen.
Katten komen meestal terug naar huis. Alleen soms verwilderen ze. Dat betekent dat ze weglopen en door de weilanden gaan zwerven, en dan noem je het zwerfkatten. Dan eten ze jonge konijntjes en eieren en jonge vogeltjes. Mijn broer heeft een keer gezien dat een verwilderde kat een tureluur opgevreten had die op zijn nest zat onder een nestbeschermer in het weiland. Kijk, hier heb ik er een plaatje van. Geef maar door. Een tureluur is een weidevogel die zijn eigen naam kan roepen. Maar deze kon dat niet meer, want die kat had hem doodgemaakt. Daarom vind ik dat alle loslopende katten doodgeschoten moeten worden.
Dit was mijn spreekbeurt.”

maandag 4 november 2013

Dankdag



Is onze welvaart een zegen van God en dus reden tot dankbaarheid?

Deze week wordt traditiegetrouw in vele kerken Dankdag gevierd. Dankdag voor gewas en arbeid, heet het voluit. Op zich een goede traditie, gezien de geschiedenis. Maar wat is de betekenis ervan vandaag de dag?

Goed, boeren zijn nog min of meer afhankelijk van het weer, althans de akkerbouwers. Verkeerd weer veroorzaakt slechte oogsten en dat inkomstenderving. Vroeger maakte het welslagen van de oogst echter het verschil uit tussen rijkdom en armoede; misschien zelfs tussen overleven en verhongeren. Bovendien, hoeveel Nederlanders zijn er nog boer? En "arbeid", wat moet je je daarbij voorstellen? Het is ongetwijfeld al toegevoegd omdat een dankdag voor het gewas aan belang heeft ingeboet, inzonderheid om iets toe te voegen voor de velen die andere arbeid verrichten dan boerenwerk. Dan zou je dus moeten danken voor je baan en voor de gezondheid om je werk te doen; maar ook voor onze gezondheid zijn we lang niet meer zo sterk afhankelijk van God en de natuur.
Zulke overwegingen doen vele dominees besluiten het gewas en de arbeid te laten voor wat ze zijn en de dankdienst te wijden aan het geestelijke aspect: de vrijheid om de Bijbel te lezen en elke zondag samen te komen in de kerk om het Evangelie te verkondigen dan wel te horen. En wie ben ik om de waarde van deze dingen te ontkennen?

Hebben wij nog reden om een dankdag te houden? Reden te over, zou je zeggen: zie eens hoe goed wij het hebben, in vergelijking tot onze voorouders en tot de arme meerderheid van de wereldbevolking. Zeker, het is in ons geval niet realistisch om de nadruk te leggen op kleine narigheden. Hoewel ook ons leven geenszins geheel verlucht wordt door meidoorngeur en zonneschijn, is er reden genoeg om dankbaar te zijn, zo kun je uit de Bijbel wel opmaken.
Maar nu de vraag: is God de laatste eeuw ineens zoveel barmhartiger geworden, nu hier de meeste jonge kinderen blijven leven (althans na de geboorte) en er bijna geen vrouwen meer sterven in het kraambed? En aan wie hebben wij onze welvaart te danken? Aan God? Neen. Aan onze voorouders, aan ons gunstige klimaat en bovenal aan onze schandalige uitbuiting van de natuur en de Derde Wereld.
Sicco Mansholt vernachelde het platteland (en daarmee de natuur. Toen hij zijn vergissing inzag was het te laat). Het IMF houdt de rijke landen rijk en de arme arm. Houtkappers verwoesten de regenwouden omdat wij hardhout en palmolie willen. Supermarkten en consumenten (u dus!?) gooien een derde deel van het kostbare voedsel, voortgebracht ten koste van de natuur, weg. We zijn niet alleen bezig de natuur en de Derde Wereld de vernieling in te helpen, maar ook onszelf, zoals ik eerder betoogde. Niet bepaald een reden tot dankbaarheid.

Waar hebben we dan nog wel reden toe? Recht en gerechtigheid lief te hebben en ootmoedig te wandelen met uw God, leert de profeet Michajahoe. En Asaf roept ons op: "Doet recht geringe en wees; gebukte en verkommerde, rechtvaardigt die! Laat vrij geringe en arme; de hand van boosdoeners, redt ze daaruit!"
Dankbaarheid is een goede levenshouding, maar laat die dan vooral tot uiting komen in vrijgevigheid, in weldoen.