Klagen staat vrij
Crisis, de kranten stonden er bol van. Onze koopkracht staat
onder druk, stel je voor… dat je maar één keer per jaar op vakantie zou kunnen
of niet elk jaar nieuwe kleren kun kopen. Wat een geluk dat die akelige crisis
eindelijk over lijkt te gaan. Kunnen we eindelijk weer zonder gewetensbezwaren geld uitgeven.
Nou ja, wel eerlijk zijn: we moeten wel af en toe mopperen
op de boeren die veel te veel kippen of varkens in de stal houden of hun koeien
niet meer naar buiten doen; of op politici die zich niet aan hun afspraken
houden; op de politie die veel te hoge bekeuringen uitschrijft; op de
Belastingdienst die een groot deel van je loon opeist; op al die immigranten
die hierheen komen met hun rare cultuur en hier problemen veroorzaken; of op
achterlijke gelovigen die proberen het aantal koopzondagen te beperken of
roepen dat abortus moord is. Kortom: er valt nog genoeg te klagen, want zo lang
niet iedereen zich aan onze superieure individuele standaarden houdt is Utopia
nog niet gevonden.
Ik zeg "we", want ook ik ben een Nederlander en
dus niet ongevoelig voor de westerse levenshouding. Want laten we wel wezen:
wij hebben het hier in ons Luilekkerland toch maar goed voor
elkaar. Alles binnen handbereik, alles kan, alles mag. Wee degene die het daar
niet mee eens is. Wie het voor zijn geweten niet kan verantwoorden een
homostel te trouwen moet worden ontslagen. Wie beledigingen niet langer kan aanhoren
en wraak neemt krijgt pas echt de poppen aan het dansen. Als er een Afrikaans
dorp wordt uitgemoord staat het in de krant en betuigen we misschien ons
medeleven, maar als er een vliegtuig neerstort met Nederlanders erin kondigen
we een nationale dag van rouw af.
Carrière maken is het hoogste doel, voor beide partners. Kinderen kunnen een
poosje leuk zijn, maar staan het doel in de weg. Zeker een gehandicapt kind, of
een kind dat zich aankondigt op een tijdstip dat slecht uitkomt. De oplossing
is eenvoudig (zie vorige week): vermoord het; geen haan die ernaar kraait.
Intussen kan het ons niet schelen dat andere mensen last
kunnen hebben van het lelijke geblaf en de smerige stront van onze hond of dat
onze kat (zie volgende week) met mooie dode vogeltjes thuiskomt.
Als onze vermeende voedselveiligheid of gezondheid in het geding lijkt te komen
roepen we moord en brand, want er gaat toch niets boven gezondheid. Het verlies
van onze gezondheid is namelijk zo'n beetje de enige mogelijkheid om ons een
rotleven te bezorgen; elders kun je nog verhongeren of op de pijnbank gelegd
worden.
Wie de schoen past trekke hem aan.
Duidelijk!
BeantwoordenVerwijderen