Eologismen, het heeft niets met de EO te maken, zelfs
helemaal weinig met radio, al hoorde ik het voor het eerst op radio 4.
Neologismen zonder eerste letter. Een idee van taalkundige Wim Daniƫls.
Laat mij, al is het al een tijdje geleden dat het in de
belangstelling was, ook een uit in het akje doen:
Aapje – kan
goed klauteren.
Achstern – het
lachen is hem vergaan.
Achtzwaluw – vliegt
achtbanen.
Alscholver – verslindt
alles wat hem voor de snavel komt.
Auw – heeft
zich pijn gedaan.
Eggenmus – volgt
de boer tijdens het eggen.
Espendief – steelt
populaire boompjes.
Everloper – loopt
over de rug van wilde zwijnen op zoek naar parasieten.
IJlstormvogel – heeft
vliegende haast.
IJsje – smaakt bevroren het lekkerst.
Isdief – heeft
eens gestolen.
Lauwe reiger – is
niet warm en niet koud.
Melleken – soort
geitenmelker.
Oerdomp – is
zo oud dat niemand precies weet wat z'n naam betekent.
Okmeeuw – is
ok een meeuw.
Ontbekplevier – begint te bekken; of: ontdoet z'n
prooien eerst van hun bek.
Oomvalk – is
wat ouder dan z'n neefje.
Op – zijn spiegelbeeld zag hem aan voor een sprinkhaan.
Opper – daar
zijn er een hoop van.
Orenvalk – draagt
oorpluimen.
Osruiter – rijdt
wel eens mee met een os.
Oudvink – is
niet jong meer.
Potvogel – is
zo grauw als een pot.
Ramsvogel – houdt
zich vaak op in de omgeving van rammen, zo wordt verteld.
Rasmus – krijgt
de mussenprijs.
Rauwe klauwier – is een ruig beest.
Rijskopspecht – zijn kop wordt steeds hoger.
Rilduiker – is
iets te ver naar het koude noorden gedoken.
Taartmees – heeft
begrijpelijke voorkeuren.
Teenarend – heeft
lange tenen.
Teenloper – loopt
op z'n tenen.
Witte wikstaart – gebruikt z'n witte staart bij het nemen
van beslissingen.
Uut – dat waren ze.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten