Deze week wordt het jaarlijkse
kinderfeest van Sint Nicolaas – verbasterd tot Sinterklaas – weer gevierd. Dit kan niemand ontgaan, want wie het
nog niet viert wordt er in de winkels wel mee doodgegooid.
Het schijnt typisch Nederlands te
zijn, althans in de vorm waarin Nederland het viert. Sint Nicolaas heeft
trouwens echt bestaan (evenals zijn knecht, maar "later zijn ze
doodgegaan", zingt een kritisch kinderliedje). Een heilige. En dat is mijn
eerste bezwaar tegen het feest: een beetje protestant doet niet aan
heiligenverering.
Nicolaas van Myra in Turkije was
volgens legenden een beschermer van kinderen. Tegelijk bewaakte hij de grens
tussen goed en kwaad, wat we ook in de eigenlijke vorm van het feest terugzien:
"wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe". Met de afschaffing
van laatstgenoemde taak van de knechts van Sinterklaas is het feest vervlakt en
heeft het geen toegevoegde waarde meer. Dat geldt ook voor het feest op zich:
een "heerlijk avondje" kunnen wij als we willen altijd hebben, rijk
als we zijn. En wat het familiegebeuren betreft: Kerstfeest of Nieuwjaarsdag is
daarvoor een veel betere gelegenheid.
Kortom: wat over is van het feest
van Sint Nicolaas is een traditie om de traditie. En daarvan zijn er heel wat
betere denkbaar.
En ten slotte heeft Sinterklaas ook
nog een schadelijke bijwerking gehad. In de moderne Noord-Amerikaanse cultuur is
Sint Nicolaas vervormd tot de belachelijke Kerstman die hoe langer hoe meer het
Kerstkind verdringt.
Dus afschaffen? Hoe eerder hoe
beter. Maar indien niet, ga dan alsjeblieft niet moeilijk doen over het kruis
in de mijter van de geestelijke of over het gezwarte gezicht van de zwarte Pieten.
Want dat is zulke kinderachtige betutteling dat ik er geen goed woord voor over
heb. Het is zelfs een vorm van discriminatie (in het eerste geval om
godsdienst, in het tweede om ras – rassisme). "Sinterklaas" mag
dan een waardeloos spel zijn, morrelen aan de spelregels maakt het alleen maar
beroerder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten