Wie meent dat ieder woord bestaat uit bewust gekozen letters
die passen bij de betekenis van dat woord vergist zich; dat behoeft geen
betoog. Echter, wie meent dat alle letters maar toevallig bij elkaar gekomen
zijn en geen enkel verband houden met de betekenis van het woord vergist zich eveneens;
dat behoeft misschien wel enig betoog. Aan de hand van enkele voorbeelden zal
ik aangeven dat soms bepaalde boekstaven behoren bij bepaalde begrippen.
Het duidelijkste geval betreft onomatopeeën, klanknabootsingen; zo knort een varken en ploft een meelzak op de grond. Iets minder duidelijk zijn de
zogeheten klankwoorden: woorden wier
klank past bij het begrip, al dan niet bedoeld. Denk aan "knots",
"vlinderen", "flambouw" en "meisje". Dit zijn
vaak de mooiste woorden.
Ten slotte zijn er bepaalde letter(combinatie)s die vaak een
bepaalde associatie oproepen. Zo bevatten krachtige woorden vaak een R, K of T; lieflijke woorden vaak een
L, M of N; scherpe woorden vaak een S, T of F; en zweverige woorden vaak een Z,
V of W. Verder hebben bijna alle woorden die beginnen met "sl-"
(sluw, sluipen, slordig enz.) een ongunstige klank. En benamingen voor lange
houten delen bevatten vrijwel zonder uitzondering een L.
Dat laatste lijkt vreemd, maar ik denk dat er een patroon in
zit. Een groene boom is groot, breed, massief. Dat blijft in zekere zin wanneer
hij is omgezaagd en verwerkt tot hout: eiken, beuken, essen, esdoorn, grenen,
vuren, meranti, ebbenhout. Maar het verandert wanneer er timmerhout van is
gezaagd. Onafhankelijk van de houtsoort gebruikt de timmerman namelijk balken/liggers, regels, planken/delen, latten, slieten. En tengels. Een tengel is een tenger, maar lang latje; vandaar de
slot-l (etymologisch ligt het iets anders, maar dat laat ik nu buiten
beschouwing). Alle genoemde houten zijn over het algemeen namelijk meters lang;
de timmerman heeft het dan ook over het aantal te bestellen lengtes. En de l is
een lange letter, als een paal.
Zelfs "plaat" bevat een l, hoewel platen over het algemeen minder lang
zijn dan latten en dergelijke. Alleen "strook", van een plaat
gezaagd, is een uitzondering, maar dat is pas in tweede instantie een
timmermanswoord. Zelfs "blok" en "klos" bevatten een l,
hoewel dit geen lange houten zijn, maar toch los. Pas als het hout verwerkt is
in een gebouw kan het een andere naam krijgen, zonder l: spant, gording. Maar
lange houten die niet van naam veranderen na bevestiging blijven dus hun l
houden: plinten.
Taal is leuk, blijkt alweer. En bovendien bruikbaar voor het
echte werk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten