Ik spreek
uit ervaring: het Nederlands van studenten is in de meeste gevallen belabberd.
Desondanks worden Nederlandstalige lessen steeds meer vervangen door
Engelstalige. De redenen: meedoen in de internationale wetenschappelijke wereld
en buitenlandse studenten aantrekken. Zijn deze redenen voldoende om het
Nederlands achter te stellen? Enkele universitair docenten (Lucinda Dirven, Mieke
Koenen en Piet Gerbrandy van de UvA en Emilie van Opstal van de VU) vinden van
niet en stelden een manifest op, om een debat over
Engelstalig onderwijs in de universitaire aan te zwengelen.
Ik ben zo
vrij hieruit enkele gedeelten aan te halen (cursivering van mij).
Datgene wat
iemand toegang geeft tot de voorhoede van intellectuelen in een samenleving, is
het vermogen zich, zowel mondeling als schriftelijk, foutloos, helder en
genuanceerd uit te drukken in een taal waarvan zij alle finesses doorgrondt.
Vanzelfsprekend is het voor Nederlandse academici, zeker wanneer
zij geesteswetenschappen beoefenen, van eminent belang dat zij zich goed
kunnen uitdrukken in het Engels en moeiteloos Frans en Duits kunnen lezen, maar
het is de perfecte beheersing van hun moedertaal die bepaalt of ze in eigen
land kunnen meedraaien op het hoogste niveau.
En:
Het is de taal die ons van het dier onderscheidt, en daarom is
niets zo bewonderenswaardig, aldus Cicero, als ‘datgene wat allen van nature is
gegeven, beter dan bijna ieder ander te beheersen’ (De oratore I.31).
Hoewel hun
betoog in tweede instantie algemeen strekkend van betekenis is, richten de
betreffende docenten zich in de eerste plaats tot hun vakgenoten in de
geesteswetenschappen.
Het betoog
bevat vier kernpunten:
- De geesteswetenschappen (waaronder taal
en schone kunsten) zijn bij uitstek ongeschikt voor onderwijs in een
andere taal dan de landstaal, vanwege de vele schakeringen in de onderzoeksonderwerpen
en daarmee in de taal die die moet uitdrukken. Buitendien hebben
onderzoekers in de geesteswetenschappen vaak te maken met schoonheid; wie
zich daarover moet uitspreken in een andere taal dan zijn moedertaal zal
zich door juist niet van schoonheid getuigende teksten al snel belachelijk
maken.
- Voor de broodnodige intellectuele
vorming van studenten volstaat onderwijs in een vreemde taal niet. Het is
de taak van universiteiten intellectuelen voort te brengen die de
democratie in eigen land kunnen dienen en leiden. Docenten verliezen hun
bevlogenheid of de mogelijkheid die over te brengen door hun beperktere
uitdrukkingsmogelijkheden in een vreemde taal.
- Zeker in de geesteswetenschappen is
kennis van Frans, Duits en Spaans, Italiaans en Latijn van bijna even
grote betekenis als kennis van Engels. De aandacht voor deze talen
verwatert op middelbare scholen ten faveure van het Engels; universiteiten
doen er goed aan tegenwicht te bieden aan deze ontwikkeling.
- Wie gaat studeren aan een Franse,
Spaanse of Italiaanse universiteit dient eerst de taal van dat land te
leren. Dit heeft te maken met nationaal zelfrespect dat Nederland node
ontbeert, maar ook met de beheersing van een tweede taal in vergelijking
met de moedertaal.
Nu ben ik de
laatste om een stage of ander tijdelijk verblijf op het eiland aan de overkant van
de Noordzee te ontmoedigen, al was het maar als tegengif tegen het beroerde
Engels van Amerikaanse films waaronder ons land wordt bedolven. Desondanks is
het van groot belang dat scholen en universiteiten er allereerst zorg voor
dragen dat jonge Nederlanders hun moedertaal goed beheersen. Engelstalig
onderwijs, aangevuld met extra taalcursussen, moet slechts gebruikt worden voor
studenten met internationale ambities.
Als dat ons studenten kost, moet dat maar. Beter goed onderwijs
aan een beperkte groep dan matig onderwijs aan hele volksstammen.
Zodoende
luidt de slotsom:
We hebben bezwaren tegen de huidige praktijk, vinden dat we
onszelf en onze studenten tekort doen, en vrezen voor het toekomstig niveau van
onze opleidingen als we zonder slag of stoot meegaan in de mode te pas en te
onpas net te doen alsof onderwijs in het Nederlands provinciaals en achterhaald
is. We roepen u op hierover met ons in debat te gaan. In het Nederlands, wel te
verstaan.
De volgende taalheld is Ad Verbrugge van Universiteit Twente:
BeantwoordenVerwijderenhttp://www.utnieuws.nl/opinie/61658/I_have_there_no_words_for
- "... de extra horde die er bovenop komt als de taal niet de eigen taal is, blijkt voor velen een dusdanig complicerende factor te zijn dat ook de andere aspecten van het product eronder lijden"; en de slotsom: "daarmee wordt de Engelstalig afgestudeerde een taal- én kansarmere afgestudeerde". Klare taal.
Deze aanzetten hebben nu geleid tot een breed gedragen manifest voor taal in het hoger onderwijs, voorzien van onder meer een uitgebreide inleiding, vijftien argumenten tegen de verengelsing van het hoger onderwijs en een opmerkzaammaking op het feit dat het doordrukken van een andere voertaal dan het Nederlands in het hoger onderwijs tegen de wet is:
BeantwoordenVerwijderenhttp://www.beteronderwijsnederland.nl/taalmanifest
Overigens worden Duits en Frans als voorbeelden genoemd van talen die op de uni meer aandacht zouden mogen krijgen, waaraan ik Grieks, Latijn en Spaans nog zou willen toevoegen, uiteraard afhankelijk van de studie.