Reuzenelandantilope en De Nachtwacht: Eigenschappen,
kenmerken en ontstaansgeschiedenis
Er bestaat een diersoort die Reuzenelandantilope wordt genoemd. De officiële naam luidt Taurotragus
derbianus. De Reuzenelandantilope
is de grootste soort van de antilopen, een groep van evenhoevige zoogdieren.
Kenmerkend voor de antilopen, waartoe ook de Reuzenelandantilope behoort, zijn onder meer
een voorkeur voor bepaald plantaardig voedsel en de gewoonte dit te herkauwen,
en een slank lichaam met lange poten voorzien van gespleten hoeven. De meeste
soorten leven op open vlakten in Afrika en hebben twee hoorns op hun kop.
De Reuzenelandantilope
is binnen deze groep onder meer te herkennen aan zijn grootte: een
kop-romplengte tot 320 cm, een schofthoogte tot 180 cm en een lichaamsgewicht
tot ruim een ton; de gedraaide hoorns kunnen 123 cm lang worden. De kleur van
de vacht is min of meer zandbruin; over de rug loopt een donkere streep met van
daaruit een aantal verticale witte strepen over de flanken. Kop, hals en poten
vertonen een patroon van donkerbruin tot witachtig. Het mannetje is verder te
herkennen aan een zware halskwab. Dit alles maakt hem tot een indrukwekkende
verschijning.
Op de Reuzenelandantilope
is veel gejaagd om zijn vlees. De soort werd voor het eerst beschreven in de
achttiende eeuw. Vermoedelijk is hij 1,6 miljoen jaar geleden ontstaan uit een
gezamenlijke voorouder met de verwante Elandantilope. Door een algemeen
evolutionair proces van mutaties en natuurlijke selectie ontstond deze soort
weer uit voorouders die in de loop van miljoenen jaren voortkwamen uit vroege
zoogdieren die op hun beurt terug te herleiden zijn tot eenvoudige levensvormen
die op spontane wijze ontstonden uit in de omgeving beschikbare anorganische
stoffen.
Er bestaat een schilderij dat De Nachtwacht wordt genoemd. De officiële naam luidt De
compagnie van kapitein Frans Banning Cocq en luitenant Willem van Ruytenburgh
maakt zich gereed om uit te marcheren.
De Nachtwacht is een groot olieverfschilderij uit de categorie
schuttersstukken.
Kenmerkend voor de
schuttersstukken, waartoe ook De Nachtwacht behoort, is dat ze afkomstig zijn uit
de Nederlanden en een groep mannen uitbeelden behorend tot het schuttersgilde
van een bepaalde stad(swijk). Veelal betreft het olieverfschilderingen waarop
de schutters hun gezicht naar de toeschouwer hebben gericht. Op sommige
schuttersstukken worden de schutters afgebeeld met hun wapen in de hand.
De Nachtwacht is
binnen deze groep onder meer te herkennen aan de actieve houding van de
schutters. Daarnaast is de ‘lichtval’, de tekening van lichte en donkere
kleuren, bijzonder.
Het is olieverfschilderij is gemaakt op doek en meet
tegenwoordig 437 bij 363 cm. Dit alles maakt het tot een indrukwekkend
kunstwerk.
De Nachtwacht mat oorspronkelijk 500 bij 387 cm, maar er
werden bij plaatsing in het Amsterdamse stadhuis stukken van afgesneden. Later
zijn er door onverlaten meerdere pogingen ondernomen het schilderstuk te
vernielen. Het schilderij werd voor het eerst beschreven in de zeventiende
eeuw. Vermoedelijk is het als olieverfschilderij ontstaan uit één van de
vroegste schuttersstukken, dat op zijn beurt door een algemeen proces van uitbreiding
van kleurenpalet en vergroting van detail is ontstaan uit vroegere olieverfschilderijen
op hout, die op hun beurt in de loop van vele miljoenen jaren weer te herleiden
zijn tot eenvoudige tekeningen die op spontane wijze ontstonden uit in de
omgeving beschikbare materialen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten