,,De oude Mickie Bungunie kondigt zijn verhaal aan met de
woorden: “Dit is een oude geschiedenis, verteld door onze vroegste voorouders
die zeer diepzinnige kennis bezaten.” En dan verhaalt hij hoe kinderen de spot
dreven met de Knipogende Uil en hem pijnigden totdat Ngadja, de hoogste
godheid, boos werd en Gajara waarschuwde een dubbel vlot te bouwen voor
zichzelf, zijn vrouw, zijn zoons en zijn schoondochters alsmede voedsel en
enige dieren omdat er een overstroming op komst was. Gajara deed dat, waarna
het begon te stortregenen en de aarde zich opende om alles en iedereen buiten
het vlot te verdrinken. Nadat het vlot lange tijd had rondgedreven op het
woeste water stuurde Gajara een koekoek uit, die niet terugkwam omdat het water
was gezakt en er droog land tevoorschijn was gekomen. Toen de overlevenden aan
land waren gegaan offerde Gajara een kangoeroe en de geur bereikte Ngadja, die
tevreden was en een regenboog in de lucht plaatste om de regenwolken tegen te
houden.
,,Bijzonder verhaal, niet? En dit is maar één van de pakweg
driehonderd verhalen wereldwijd over een grote overstroming. Dat feit en de
vele overeenkomsten die je kunt aantreffen met het zondvloedverhaal in Genesis
wijst wel sterk in de richting van een wereldwijde overstroming als
oergeschiedenis van de mensheid.”
,,En waarom zou van al die verhalen nu juist het
bijbelverhaal het echte zijn en de rest daarvan afgeleid?”
,,Om een aantal redenen. De belangrijkste is dat je dat kunt
nagaan aan de hand van de onderdelen van het verhaal. Neem een willekeurige
overstromingslegende uit de lijst en kijk hoevele van de details ook in andere
verhalen voorkomen. Het verhaal dat bijna alleen maar unieke trekken bevat is
het minst waarschijnlijk het oorspronkelijke. Het verhaal waarvan alle punten
ook elders voorkomen is waarschijnlijk het oudst. Laten we een willekeurig
voorbeeld nemen, een verhaal van de Lakota-indianen. Van de verhaalelementen
komen de volgende ook elders voor: onwetende mensen; vertoornde schepper; zingen
brengt regen; overstromende rivieren; stampen op aarde doet die openbarsten;
alle mensen verdrinken; allerlei dieren gered; duiken naar modder; kraai;
ijsduiker; otter; bever; schildpad; dieren verspreid over nieuw land; regenboog
als teken; waarschuwing voor nieuwe straf indien nodig. En de volgende niet:
gedroogde bizonvlaaien; heilige pijp; schepper is zelf vloedoverlevende;
drijven op pijpzak; land herverschijnt door zingend modder op water
verspreiden; water wijkt terug door waaien met arendsveren; waterpartijen uit
tranen; dieren komen tot leven als schepper op aarde stampt; uit rode, witte,
zwarte en gele aarde mensenrassen geschapen. En dan het verhaal uit Genesis:
mensen goddeloos; vertoornde schepper; waarschuwing voor overstroming; opdracht
bootbouw; groot houten vaartuig, dichtgesmeerd met pek; regen; openbarsten
ondergrondse waterbronnen; enkele overlevende mensen; allerlei dieren gered;
plantenzaden mee in vaartuig; vogels uitgezonden bij zakken water; raaf; duif;
groen takje; berg; offer; regenboog als teken; tevredengestelde godheid – al
deze elementen zie je elders terug; en ook de naam Noach: over de hele wereld
komt die in allerlei vormen voor als naam van vloedoverlevende of watergod –
een afgeleid thema – zoals Noë, Nu, Noj, Anu, Manu enz. Tussen haakjes, een aardig
detail in verscheidene indiaanse verhalen is dat ze hoog in de bergen aanwezige
schelpen aan de wereldwijde overstroming toeschrijven.
,,Een andere aanwijzing is het feit dat als er sprake is van
een vaartuig, dat indien er melding gemaakt wordt van de plek waar het
strandde, die plek bijna altijd in de nabijheid is. Voor zover ik weet zijn – afgezien
van de Mandan, die spreken van een berg in het westen – het Hebreeuwse en het
Babylonische zondvloedverhaal de enige die er een buitenlandse berg voor
aanwijzen, het gebergte van Urartu.”
,,Je bedoelt het Gilgamesj-epos? Dat is aantoonbaar ouder.”
,,Wel wat betreft de oudst bekende tekst ervan. Niet wat
betreft de brontekst. Volgende week wil ik er nog meer over zeggen, maar nu één
punt, en dat betreft de boot van Utnapisjtim vergeleken met die van Noach. De
eerste was een kubus; uit proeven blijkt dat dat zo’n beetje de meest
instabiele bootvorm is. Noachs ark daarentegen had juist de meest zeewaardige
verhoudingen voor een niet-aangedreven vaartuig. Die kennis was overigens bij
volken in de oudheid nog niet bekend en mijn conclusie is derhalve, ook vanuit
overwegingen die volgende week aan bod komen, dat Noach zijn opdracht uit
bovennatuurlijke bron kreeg en hij en zijn zonen de details van alles zeer
zorgvuldig opschreven en doorgaven; pas na enige generaties verloren
nakomelingen die niet beschikten over de schriftelijke gegevens hun grip op de
bijzonderheden van het verhaal en gingen er fantastische elementen aan
toevoegen; zo ook in Babylon.
,,Over Babylon gesproken: het verhaal van de torenbouw van
Babel is ook bewaard gebleven onder verscheidene volken. Is bij vele indianenstammen
de overstroming de oorzaak van de verspreiding van de volken over de aarde en
de verschillende talen, bij de Babyloniërs, de Grieken, de Miao, Mikir, Elema,
Ghaikos, Azteken, Choctaw en andere volken is (of was) sprake van de bouw van
een trotse hoge toren in een ver verleden, en, vaak door de toorn van de
godheid, verstrooiing en spraakverwarring. Ook het bijbelse paradijsverhaal met
een tuin, bomen, een slang, ongehoorzaamheid en straf, leeft voort in alle
werelddelen. En dit zijn dan de drie verhalen die volgens de Bijbel, én
blijkens de volkerenmythen – zo besluit ook Tjarko Evenboer in De wereldwijde vloed –, de
oergeschiedenis vormen van de hele mensheid.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten