Het is gek. Nooit hadden we zoveel vrije tijd en nooit
hadden we zoveel tijdgebrek. Eén van de paradoxen van het kapitalisme. Stel je
als contrast met onze gejaagde wereld met een doorsnee werkweek van slechts 36
uur, het leven voor van een landarbeider
uit pakweg het Midden-Oosten. Zes dagen per week van 6 tot 6 zwoegen in de
hitte op het land van de graanteler of wijnbouwer. Dan terug naar je tent en de
komende vier uren tot het slapengaan geen andere verplichtingen dan ‘gezelsen’
met je familie. Je kinderen zijn blij dat je thuis ben, je oude vader vertelt
verhalen uit vervlogen tijden om je geest op te scherpen, en dan heerlijk
slapen en de volgende dag van ’t zelfde laken een pak.
En dan wij. Eerst schoolgaan tot je hoofd barst van de
kennis, daarna met een beetje pech een kantoorbaan die je dwingt om in je vrije
tijd te gaan sporten, zakelijke en sociale contacten van over de hele wereld
die je tijd opeisen, nieuws dat je aandacht vraagt, vul maar aan. Voor een lang
gesprek hebben we geen tijd meer, dus we zeggen zo snel mogelijk alles wat we
te zeggen hebben en we hebben geen tijd meer om te luisteren. Ontluisterend.
,,Hoe is 't? Druk?”
,,Ja, altijd, hè?”
,,Heb je volgende week woensdag tijd?”
,,Nee, sorry, bezet.”
De tijdgeest heeft de gedaante aangenomen van een
geen-tijdgeest. Nooit hebben we zo weinig uren per week gewerkt, maar iedereen
is drukker dan ooit. Tijd voor rust, stilte en bezinning is er nauwelijks. De
kerken lopen leeg en de psychiatrische inrichtingen vol – en niet alleen maar
met ongodsdienstigen, zo ingewikkeld is het ook nog eens. Steeds meer mensen
snakken naar de rust van een klooster – voor een tijdje, maar bijna niemand wil
zich er meer levenslang aan verbinden, waardoor het kloosterleven in onze
streken een uitstervende zaak aan het worden is. In de plaats daarvan rijzen
yoga-, mediatie- en terug-naar-de-natuurcursussen als paddenstoelen uit de
grond. Oosterse goeroes helpen je de weg terug te vinden naar jezelf, en
bovenal: onthechting. Loskomen uit het verstrengelende web van verplichtingen
waarin wij westerlingen onszelf geworsteld hebben; los van de aarde die je naar
beneden trekt en de materie die je gevangen houdt; en ten slotte loskomen van
jezelf en geestelijk opgaan in het Al, de ultieme bevrijding, het nirwana.
Bijvoorbeeld Tibetaanse monniken beheersen die kunst, en zij houden westerse
kapitalisten een spiegel voor: kan het zijn dat jij iets mis wat wij wel
kennen, en dat jij dingen heb die je beter kwijt kun zijn dan rijk?
In het grijze verleden schijnt het veelvuldig voorgekomen te
zijn, en er gaan geruchten dat het hier en daar nog steeds bestaat:
bezetenheid. Een huiveringwekkend verschijnsel, als je je er een beetje in
verdiep. Mensen die de macht over zichzelf grotendeels of zelfs volledig zijn
kwijtgeraakt en worden bestuurd door een duistere geestelijke macht die op één
of andere wijze in hen huist. Bijvoorbeeld in de hooglanden van Tibet komt dit
naar verluid nog betrekkelijk veel voor.
Als ik het goed begrijp zit joost-met-de-horentjes-en-de-bokkenpoten
hier achter. En… alle duivels. Linke soep. Schaapskleren kunnen gevaarlijker
zijn dan zwarte drakenvleugels. Met stroop vang je meer vliegen dan met azijn
en met materialisme meer verlichte westerlingen dan met occultisme. In overdrachtelijke
zin gebruikt is bezetenheid namelijk geen zeldzaamheid; hele volksstammen zijn
bezet, zo niet bezeten, door de geen-tijdgeest, verduiveld. Ik raad je: pas daarvoor op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten