maandag 30 december 2013

Taal verandert

Is het misplaatst om rond de jaarwisseling, die in het teken staat van de veranderlijkheid en vergankelijkheid der dingen, te schrijven over een betrekkelijk onbelangrijk onderwerp als taalverandering? Het zij zo.

Iedere verbetering is een verandering, maar niet elke verandering is een verbetering. Dat geldt beslist ook voor taal. Vele taalkundigen hebben de neiging een nonchalant-defaitistische houding aan te nemen ten opzichte van taalfouten: taal verandert, dus op den duur zal een veelgemaakte fout als goed worden beschouwd. Apekool. Een taalkundige zou het, naast wetenschappelijk taalonderzoek, als zijn taak moeten beschouwen de juiste taalverandering te bevorderen en de verkeerde taalverandering af te remmen. Idealist als ik ben, ga ik er vanuit dat dat mogelijk is.

Er is namelijk taalverandering die we als verbetering kunnen beschouwen en er is taalverandering die een verslechtering inhoudt. En ten slotte zijn er ook heel wat nieuwe ontwikkelingen, woorden en grammaticale noviteiten, die daar ergens tussenin zitten; neutrale taalverandering dus. Hieronder worden deze drie mogelijkheden uitgewerkt a.d.h.v. enkele voorbeelden waaraan je zelf andere kun toevoegen.

Er zijn grofweg drie vormen van taalverslechtering te onderscheiden
a.       'vervuiling' van de taal door buitenlandse invloeden
b.      verlies of ontbreken van logica
c.       veronduidelijking
d.      taalverarming
Bij punt a: Zoals kastanjes aan een appelboom en sigarenbandjes in een herbarium, zo misstaan Franse en Engelse woorden in het Nederlands.
Soms is een vernieuwing werkelijk een verslechtering:
-         overbodige of vertaalbare leenwoorden (bv. "cool" voor "tof", "jungle" voor "rimboe", "bypass" voor "omleiding", "spotten" voor "waarnemen"; ouder zijn bv. "garage" voor "wagenschuur", "puissant" voor "machtig", "bar" voor "toog", "baviaan" voor "hondskopaap"; eerder al werd "onderwerpelijk" verdrongen door "subjectief", "ooft" door "fruit", "miskwaamd" door "gehandicapt") (a)
-         verdwijnen van woorden (bv. " aanritseling", "geitenfuif", "hemeldragonder", "nachtkroeger", "speldengeld", "spijkertjeswee", "verzen(en)" en vele andere, verzameld in het Verdwijnwoordenboek van Ton den Boon) (d)
-         verwijding van een begrip als "letterlijk" (c)
-         vreemde spreektaalconstructies als "binnen nu en vijf minuten", "hun" als persoonlijk voornaamwoord (b,c)
-         nieuwe regel voor samengestelde zelfstandige naamwoorden ("geneeskrachtigeplantengids" i.p.v. het betere "geneeskrachtige-plantengids", "Tweede Kamerlid" i.p.v. "Tweede-Kamerlid") (b)
-         teloorgang van de tongpunt-r (zie binnenkort) (d)

Soms is niet duidelijk of de oude dan wel de nieuwe vorm het wenselijkst is, of zijn ze om het even:
-         verdwijnen van naamvallen (heeft zowel voordelen (vereenvoudiging) als nadelen (veronduidelijking, bijvoorbeeld in "Goliat was den reus dien David doodsloeg.")
-         woorden veranderen van betekenis (bv. "begrijpen" betekende ooit "omvatten", "boos" betekende "slecht", "tuin" betekende "omheining")
-         "jij" wordt steeds vaker "je" (schrijftaal)
-         woordvolgorde (bv. "… die het zoude gemakkelijk maken" werd "die het (ge)makkelijk zou maken")
-         al of geen tussen-n; hoe de regel luidt is minder van belang dan dat de regel logisch en duidelijk is

Soms is taalverandering inderdaad verbetering. Ontwikkelingen als de volgende verlangen daarom te worden aangemoedigd dan wel werden destijds terecht bevorderd:
-         noodzakelijke leenwoorden (bv. "zich", "koffie", "energie, "elektrisch" en abstracte begrippen als "concreet" en "abstract") (d)
-         Nederlandse vervanging voor nieuwe leenwoorden (bv. "omroep" voor "broadcasting corporation", "frisdrank" voor "softdrink", "strafschop" voor "penalty", "puntenmaker" voor "topscorer", "taakploeg" voor "taskforce",  "insteekgeheugen" voor "memory-stick") (a)
-         leestekens: beperking kommagebruik, verruiming mogelijkheden puntkomma (b,c)
-         "u" wordt 2e persoon enkelvoud (b)
-         verdwijnen van hoofdletter bij zelfstandig naamwoord (c)
-         hoofdletter bij aardrijkskundige bijvoeglijke naamwoorden (bv. "Aragonees" i.p.v. "aragonees") (b,c)


"Taalfouten doen er niet toe, want taal verandert toch..." Bullshit.

maandag 23 december 2013

Woord van het jaar 2013

Elk jaar wordt door meerdere instanties een woord-van-het-jaarverkiezing gehouden. Over het algemeen een weinig zinvolle bezigheid, gezien de onzinwoorden die dan kandidaat staan of zelfs verkozen worden. Slechts af en toe wordt er een nieuw woord gemunt dat met recht "woord van het jaar" mag heten. Vorig jaar hadden we er zo eentje: "plofkip". Overigens is dit woord al enkele jaren eerder bedacht, naar verluidt door Wouter Klootwijk. Ook al zal de Dierenbescherming soms overdrijven in haar beschrijvingen van dierenleed, "plofkip" is schitterende vondst voor het moderne slachtkuiken, een nepkip die veel te snel groeit om een fatsoenlijk leven te hebben en fatsoenlijk vlees voort te brengen.
Dit jaar is er echter een tegenhanger van de term "plofkip" opgekomen, namelijk "bofkip". Een prachtige tegenactie van de boeren. Wat mij betreft mag "bofkip" het woord van het jaar 2013 worden. Waarbij ik dan wel opmerk dat een bofkip geen mestkuiken is, maar een echte kip die vrij kan rondlopen over het boerenerf.

In het tijdschrift Onze Taal, één van de media die aan woord-van-het-jaarverkiezing doen, mogen aan het eind van het jaar enkele bekende taalgebruikers onder meer aangeven wat wat hen betreft de belangrijkste publicatie, wie de beste taalgebruiker en wat het mooiste en wat het lelijkste woord van het afgelopen jaar was.
Nu, het wat mij betreft ergste woord van 2013 (en trouwens al eerder) is "spotten" in de betekenis "waarnemen". Volgens de leek ­– 95% van Nederland – gaat de natuurliefhebber niet meer vogels kijken of planten zoeken, maar 'spotten'. Bespottelijk. "Reptielen spotten met Staatsbosbeheer". Zoiets.
En in het kielzog van "spotten" volgt een schier onuitputtelijke lijst 'Dunglishe' misbaksels, uitsluitend geschikt voor de dunghill: connecten, saven, settelen, claimen, keepen, feuden, faden, faken, bloggen, upgraden, faceliften, driven, payen, losen, destroyen, deterioraten…

Een goede tweede plaats verdient “Oo, kee.” Pardon? Ik heet Evert, geen Kee. Het is maar dat u het weet.

maandag 16 december 2013

Geloof, hoop en liefde

Geloof, hoop en liefde - de bekende trits van veelgeroemde christelijke deugden. Het zal niemand verbazen dat ze uit de Bijbel komen; "geloof, hoop en liefde" staat zelfs letterlijk zo in de Bijbel, om precies te zijn in de eerste brief van Sja'oel aan de gemeente van Korinthe. De apostel voegt daaraan toe dat de meeste van deze drie de liefde is, omdat de eerste twee slechts tijdelijk meegaan en de laatste eeuwig.

Nu ben ik niet de persoon om veelgeroemde zaken nog eens te gaan ophemelen; van mij verwacht je veeleer het tegendeel, en ik zal je ook deze keer niet teleurstellen.
Overigens ben ik er niet opuit geloof, hoop en liefde de grond in te boren – dat zij verre. Ze zijn wel degelijk uiterst waardevol.
Luister eens naar het lied Jenseits von Eden van Nino de Angelo (waaruit ik al eerder eens een paar regels aanhaalde).

(…)
Wenn man für Liebe bezahlen muß, nur
um einmal zärtlich zu sein,
dann haben wir umsonst gelebt.

Wenn unser Glaube nicht mehr siegen kann,
dann sind wir Jenseits von Eden.
Wenn jede Hoffnung nur ein Horizont ist
den man niemals erreicht,
dann haben wir umsonst gelebt.

Jenseits von Eden... dat verwijst naar het land Nod (= verbanning) waarheen Qajin (Kaïn) vertrok nadat hij zijn broer had doodgeslagen (met een knots, zei een dominee eens). In het land Eden (= lieflijk?) lag het paradijs. Nod lag ten oosten van Eden – denk aan het boek van John Steinbeck – en werd nadat Qajin er een stad had gesticht volgens Genesis 4 en 6 bewoond door goddeloze, slechte mensen die uiteindelijk de Zondvloed over zich afriepen.
Welnu, wanneer het geloof niet langer bergen verzet, de hoop een onbereikbare horizon is en voor liefde moet worden betaald, dan zijn we niet veel beter af dan wanneer we leefden in Nod en is ons leven tevergeefs.

Echter, zoals uit het voorgaande al bleek, er is ook een andere kant. Geloof, hoop en liefde kunnen – ieder voor zich of gezamenlijk – iemand volmaakt gelukkig maken, maar ze kunnen ook diep ongelukkig maken.
† Het geloof is weliswaar noodzakelijk voor het hiernamaals, maar in het 'hiernumaals' kan het iemand even goed gelukkig als ongelukkig maken. Niet ieder karakter past even goed bij het geloof en de omstandigheden (lees: vijandige mensen) kunnen het leven voor een gelovige tot een hel maken.
* Hoop biedt houvast als het, zoals de christelijke hoop, een zekerheid is, maar zodra er maar een spoortje onzekerheid bij komt kan de weegschaal met evenveel gemak uitslaan naar het ongeluk. Zoals iemand eens opmerkte: "Het ergste wat je iemand kunt aandoen is hem hoop geven."
 En over liefde hoef ik eigenlijk niet eens uit te weiden. Bijna iedereen weet hoeveel treurnis en narigheid onbeantwoorde of verloren liefde teweegbrengt. En daarnaast, hoeveel oorlogen zijn er niet gevoerd om een liefde?

Bijna alle goede dingen hebben een keerzijde.

maandag 9 december 2013

Werkende moeders vs. echte moeders

"Uitsterven dreigt voor de kostwinner" kopten de kranten al in 1999. De mannelijke kostwinner, die eeuwenlang het inkomen voor zijn gezin had bijeengebracht terwijl zijn vrouw thuis voor de kinderen zorgde en het huishouden bestierde, was toen al in de minderheid. En die ontwikkeling heeft zich voortgezet, aangemoedigd door de overheid.

Prefereerde in 2001 nog een kwart van het aantal middelbare-schoolmeiden een kostwinner als man, elf jaar later was het: óf evenveel betaald werken, óf in deeltijd.
Tja, die deeltijdbanen, die hebben de overheid wel een beetje de voet dwars gezet, want het streven was: iedereen, vran of mouw, 32 uur per week werken, terwijl kinderopvang de afwezige ouders vervangt. Dat de meeste werkgevers niet zitten te wachten op deeltijdwerksters en dat er door die laatsten mannen werkloos thuiszitten – een kniesoor die daarop let.

De kop boven dit stukje is natuurlijk misleidend. Een echte moeder werkt ook, maar dan vooral onbetaald en binnenshuis. De Griekse wijsgeer Xenophon wees er al op dat dit aansluit bij de aard van de vrouw, die een heel andere is dan die van de man. Dat dit inzicht juist was bewezen vele eeuwen en (vrijwel) alle rassen en culturen ter wereld. Maar de Culturele Revolutie, een verschijnsel van de laatste fase van onze Avondlandse beschaving, was erop uit alles op zijn kop te zetten. Feministen en liberalen voorop, en de rest van de maatschappij er meer of minder geestdriftig achteraan, behoudende christenen het laatst.
Onder deze omstandigheden is het verfrissend eens te luisteren naar iemand als professor Martin van Creveld, die echte mannen node mist in de westerse samenleving. "Gelijkheid van mannen en vrouwen die erop neerkomt dat vrouwen een „imitatieman” willen worden en hetzelfde soort werk willen doen, is aan hem niet besteed. Dat noemt hij „dom en vernederend”," zo citeert Evert van Vlastuin hem in een recent artikel in het Reformatorisch Dagblad.

SGP-lijsttrekker Kees van der Staaij schreef in 1999: "Het is goed om de mythe te ontzenuwen dat betaalde arbeid altijd zou leiden tot een vollere en rijpere ontplooiing van de persoonlijkheid." En: "Politiek is niet neutraal. De jacht op de kostwinner bedreigt uiteindelijk het gezinsleven."
En zo denken standvastige SGP'ers als hij er nog steeds over. Maar het grootste deel van hun achterban inmiddels niet meer. Niet alleen in de 'wereld', maar ook onder refojongeren is de mannelijke kostwinner een zeldzaamheid geworden. Hoeveel twintigsters stoppen met werken nadat ze een kindje hebben gekregen? Zodra na een week of wat het verlof is afgelopen gaan ze weer aan de bak, bij voorkeur drie dagen per week. Het kind laten ze achter bij oma, die nog wél elke dag thuis is. Een nadeel is wel dat borstvoeding dan wat lastig wordt, dus velen besluiten daar dan ook maar mee op te houden. Dat borstvoeding (zowel de moedermelk als het lichamelijke contact) voor de ontwikkeling van het kind veel beter is dan flesvoeding weegt niet op tegen het extra geld dat de moeder kan binnenbrengen door buitenshuis te blijven werken. Stel je voor dat je een jaar niet op vakantie zou kunnen (en dat in een gekmakende samenleving die je nauwelijks tijd gunt voor je gezin… of zijn wij onze eigen drukte-maker, zoals Annerieke Schreuder beweert?).

Hé, waarom zouden we de rollen niet gewoon omdraaien? In Amerika schijnt inmiddels bijna de helft van het aantal vrouwen de belangrijkste kostwinner van het gezin te zijn. En Amerika is 'hot', op Amerikanen willen we lijken, Amerika laat ons zien hoe wij de natuurorde naar onze hand kunnen zetten… (zo lang als het duurt)

 
Vorige week verscheen in de rubriek Opgemerkt in het RD een (korter) overeenkomstig artikel door Kees van Reenen. Zie voor achtergronden ook mijn eerdere berichten:



maandag 2 december 2013

Sinterklaas

Deze week wordt het jaarlijkse kinderfeest van Sint Nicolaas – verbasterd tot Sinterklaas – weer gevierd. Dit kan niemand ontgaan, want wie het nog niet viert wordt er in de winkels wel mee doodgegooid.
Het schijnt typisch Nederlands te zijn, althans in de vorm waarin Nederland het viert. Sint Nicolaas heeft trouwens echt bestaan (evenals zijn knecht, maar "later zijn ze doodgegaan", zingt een kritisch kinderliedje). Een heilige. En dat is mijn eerste bezwaar tegen het feest: een beetje protestant doet niet aan heiligenverering.
Nicolaas van Myra in Turkije was volgens legenden een beschermer van kinderen. Tegelijk bewaakte hij de grens tussen goed en kwaad, wat we ook in de eigenlijke vorm van het feest terugzien: "wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe". Met de afschaffing van laatstgenoemde taak van de knechts van Sinterklaas is het feest vervlakt en heeft het geen toegevoegde waarde meer. Dat geldt ook voor het feest op zich: een "heerlijk avondje" kunnen wij als we willen altijd hebben, rijk als we zijn. En wat het familiegebeuren betreft: Kerstfeest of Nieuwjaarsdag is daarvoor een veel betere gelegenheid.
Kortom: wat over is van het feest van Sint Nicolaas is een traditie om de traditie. En daarvan zijn er heel wat betere denkbaar.
En ten slotte heeft Sinterklaas ook nog een schadelijke bijwerking gehad. In de moderne Noord-Amerikaanse cultuur is Sint Nicolaas vervormd tot de belachelijke Kerstman die hoe langer hoe meer het Kerstkind verdringt.

Dus afschaffen? Hoe eerder hoe beter. Maar indien niet, ga dan alsjeblieft niet moeilijk doen over het kruis in de mijter van de geestelijke of over het gezwarte gezicht van de zwarte Pieten. Want dat is zulke kinderachtige betutteling dat ik er geen goed woord voor over heb. Het is zelfs een vorm van discriminatie (in het eerste geval om godsdienst, in het tweede om ras – rassisme). "Sinterklaas" mag dan een waardeloos spel zijn, morrelen aan de spelregels maakt het alleen maar beroerder.