maandag 30 januari 2017

Jood onder de naties (slot)

Met etiket – niet goed opgelet

“Koop niet bij Joden” is weer helemaal in, stelde Franklin ter Horst bijna drie jaar geleden al. En het is er in die tijd niet beter op geworden; voor de Joden, dan. Het verschil met de tijd van het “Kauft nicht bei Juden” is het argument: toen gold “minderwaardig ras” als voldoende motivering, nu is het “Israël is een schurkenstaat”. Er staat nog niet zo’n bordje op de winkelruit bij Joodse winkeliers, maar de BDS-beweging heeft dan ook nog maar beperkte successen geboekt; er zou toch meer mogelijk moeten zijn dan etikettering van een paar producten van de Westoever. Boycot, desinvesteringen, sancties! Gelukkig hebben ze flink wat media trouw aan hun zijde. Wat kan het schelen als Arabische werknemers de pineut worden, dat weten de mensen in Europa toch niet. Liefst breiden organisaties als Breaking the Silence en DocP de boycot uit tot heel Israël. Dat we dan om consequent te zijn de meeste van onze technische apparaten zouden moeten weggooien, daar denken we niet aan. Dat de oprichters van de BDS-beweging Joden het recht op een eigen staat ontzeggen, daar hebben wij geen boodschap aan. Dat Israël volgens mensenrechtenorganisatie Freedom House volgens onderzoek in 2011 het enige vrije land was van het Midden-Oosten en Noord-Afrika, dat zijn we alweer vergeten; inmiddels worden vredesbesprekingen buiten Israël om gevoerd. Dat tal van bijbelse heilige plaatsen aan Israël worden ontzegd – opgestaan is plaatsje vergaan, toch? Dat Arabische Israëli’s graag in Israël wonen – kan niet waar zijn. Terwijl Abbas onlangs nog zei dat nooit een Jood een voet zou zetten in de toekomstige Palestijnse staat… allemaal gelogen, wat? Dat boycot van westoeverproducten indruist tegen de Olmert-Mandesonakkoorden – nou, boeiend. En dat de regering met steun aan BDS-organisaties eigen beleid tegenwerkt – veel te ingewikkeld om over na te denken.

Toch goed dat de SGP en de CU daar wel over nagedacht hebben. Van der Staaij stelde in november terecht: “Deze organisaties leveren geen bijdragen aan het bevorderen van vrede in het Midden-Oosten”. De Nederlandse regering is bij haar positieven gebracht. Maar daarmee is de strijd niet beslecht.
Wie meepraat met anti-Israël-activisten moet echter twee dingen goed bedenken:
1.      Een Jood in Nederland niet verantwoordelijk is voor Israëlisch beleid. Bovendien is iedereen die sympathiseert met de ideeën van Adolf Hitler, één van de grootste schurken ooit, medeschuldig. Een recente documentaire van de Joodse omroep trekt een vergelijking met de kanarie die mijnwerkers destijds meenamen onder de grond: als de kanarie het loodje legde door verstikking moesten de kompels maken dat ze wegkwamen; als er voor een Jood geen toekomst meer is in Europa is ook voor andere Avondlanders het einde nabij.
2.      Berichtgeving in de gangbare media is doorgaans eenzijdig. Belangrijke zaken worden verzwegen:
In 1948 werden Joodse dorpen en synagogen vernietigd en Joden in Jerusjaleem uitgehongerd, en (Palestijnse) Arabieren zouden er niet voor terugdeinzen dit opnieuw te doen als ze de kans krijgen. Arabische wetenschappers en geestelijke leiders steunen politieke uitspraken omtrent de noodzaak van de verdwijning van de ‘zionistische entiteit’; er is hierover overeenstemming onder Palestijnse intellectuelen; Palestijnen houden zich niet aan de Oslo-afspraak van schrappen van hun doelstelling omtrent het voorgaande; schoolonderwijs brengt hetzelfde doel paplepelsgewijs bij.
En ten verder de andere zaken die in de voorgaande artikelen in deze reeks zijn besproken.

Benjamin Netanjahoe:
If the Arabs put down their weapons today, there would be no more violence. If the Jews put down their weapons today, there would be no more Israel.

Je begrijp, ik vind het verfrissend om eens te lezen over mensen die hun stem verheffen tegen de BDS-beweging. Bijvoorbeeld de Britse staatssecretaris van Justitie, Michael Gove, die de beweging ervan beschuldigde antisemitistische leugens te verspreiden en apartheidsmethoden in te zetten. Of de resolutie van dertien Zuid- en Midden-Amerikaanse parlementsleden waarin ze hun steun verklaarden aan het Joodse volk om in vrede en veiligheid te wonen in het land Israël. En:
Boycots en sancties tegen de staat Israël en zijn producten dragen bij aan een antisemitistische houding die wordt geïnspireerd door antisemitisme en de weerstand tegen de Joodse staat (…) en zijn schadelijk voor een vreedzame oplossing van het Arabisch-Israëlische conflict, en moeten worden afgewezen door iedereen die vrede zoekt.
BDS-tegenstander Neil Lazarus: “Wij halen in een discussie meteen de feiten erbij. Maar niemand is geïnteresseerd in de feiten!”

Bart Jan Spruyt:
Het zou mij niet verbazen als wij op een gegeven moment voor de keuze komen te staan: óf we blijven Israël steunen en nemen terreur op de koop toe, óf we zeggen die steun op in ruil voor een vreedzaam bestaan. Ik ben er niet zeker van dat iedereen dan de juiste keuze zal maken.

Ik ben niet zo’n bewonderaar van de staat Israël. Ze lijkt te veel op de onze. Juist daarom zou Israël hier juist geliefd moeten zijn: in de meeste verwerpelijke praktijken waarin Nederland en andere westerse landen uitblinken doet Israël niet voor ons onder. Maar doordat de meesten zich inmiddels tegen Israël keren lijkt het me, gegeven de omstandigheden, alleszins redelijk het nu voor dat land op te nemen.
Onder de gegeven omstandigheden zou het meer kwaad dan goed doen, maar wat mij betreft mogen producten uit Judea/Samaria (Westoever, zogenaamd bezet gebied) worden voorzien van een heldere herkomstaanduiding. Dan weet ik wat ik moet kopen.

maandag 23 januari 2017

Jood onder de naties (12): Kan er vrede komen? [b]

Een vredesvoorwaarde is een goede verstandhouding tussen Joden en Arabieren. Die lijkt steeds verder te verslechteren. In november werden er door hun eigen overheid vier Palestijnen opgepakt voor het aannemen van een uitnodiging van de burgemeester van Efrat voor een bezoek ter gelegenheid van het Loofhuttenfeest. Natanjahoe: “Volgens PA-woordvoerders worden ze gestraft en opgesloten voor de misdaad van het normaliseren van de omgang met Israël.”
Toch schitteren ook hier lichtpuntjes. Israëlische militairen helpen een Arabier met autopech. Arabische Israëli’s bellen hun Joodse buren om hun meeleven te tonen na een aanslag. Een restauranteigenaar geeft groepen bestaande uit Joden en Arabieren fikse korting. Gemeente Akko helpt Arabische burgers hun huis te renoveren ten behoeve van toerisme. Organisatie Givat Haviva brengt Joden en Arabieren met elkaar in gesprek.
En een ander aspect: Mario Levy brengt in kibboets Sde Eliyahu de scheppingsopdracht de aarde te “bebouwen en bewaren” in praktijk. Het zijn voorafschaduwingen van een duurzame vrede in de verre toekomst, waarvan de profeet Zacharja zegt:
Op die dag,
is de tijding van de Eeuwige, de Omschaarde,
zult ge ieder zijn naaste nodigen –
onder wijnstok en vijgenboom!

Kan er vrede komen in het Midden-Oosten? Het lijkt er niet op, de kluwen van vijandigheden schijnt onontwarbaar. Maar er zál vrede komen, wis en waarachtig. Daar is echter ingrijpen van hogerhand voor nodig; en als het zover is, dan is het voor velen misschien te laat.
Dat de Joden in Israël zullen blijven – zoals Netanjahoe zei – voorzag ook Zacharja, maar niet zonder een apocalyptisch Armageddon in de eindtijd. Daarna, zo voorzien eveneens Psalm 72 en andere bijbelgedeelten, komt er evenwel blijvende vrede onder een Masjiach-koning. Hetzij – zoals ikzelf vermoed op grond van tal van bijbelgedeelten – eerst duizend jaar lang in een vrederijk waarin Jesjoea’  regeert vanuit Jeroesjalajiem, er een bijna-paradijselijke toestand heerst maar waarin mensen nog de gelegenheid hebben tot geloof te komen dan wel mee te helpen met de voorbereidingen voor de eindstrijd waarin Jesjoea’ de vijanden van Jisraëel zal verslaan, de levenden en doden zal oordelen en dan het koninkrijk zal teruggeven aan God de Vader; hetzij zonder die tussenstap van duizend jaar, en tot in eeuwigheid volmaakte heerschappij van God in de hemel met aangrenzend de vernieuwde Aarde, waarin allen zullen delen die geloven in Jesjoea’. Voor de andere mensen is er een akelige werkelijkheid, de hel – waar het tegenovergestelde zal heersen van vrede. Nu kun je nog kiezen.

Te gast zal zijn een wolf bij een schaap,
een panter vlijt zich neer bij een bokje
(…)
Want zie, Ik herschep Jeroesjaleem tot jubel
en haar gemeente tot een verrukking
(…)
Men zal geen kwaad doen
en geen verderf stichten
op heel Mijn heilige berg
(…)
Weggevaagd wordt dan de oorlogsboog
en tot de volkeren spreekt Hij van vrede.

Sjaloom!

maandag 16 januari 2017

Jood onder de naties (12): Kan er vrede komen? [a]

Geen woord werd er gerept over de tienduizend doden vorige week in Noord-Syrië en Irak. Geen woord over de bruutheid van eigenlijk alle Arabische regimes in het Midden-Oosten. Nee, alles werd ondergeschikt gemaakt om Israël te kunnen veroordelen. Want als de Joden maar toegeven en hun land opgeven dan zou de echte vrede voor het Midden-Oosten, wellicht voor deze hele aardbol komen. (Roger van Oordt, juli 2016)

In de hele discussie rond het Palestijnse conflict dreigt één ding te worden vergeten: dat het slechts één, en misschien wel het kleinste, van de zes conflicten is die op dit ogenblik in het Midden-Oosten worden uitgevochten, naar een analyse van Yochanan Visser in De Tijden. Het belangrijkste is de oorlog tussen het Soennitische en het Sjiïtische blok, met een front in Irak (waar het Sjiïtische Iran invloed probeert te verwerven), in Syrië en in Jemen. Intussen spelen de oorlog tegen ISIL, het conflict tussen het Assad-regime en zijn tegenstanders, tussen soennitische rebellengroepen onderling en de strijd tussen Turkije en de Koerden. De Arabische lente is overgegaan in een islamistische winter, of liever: een bloedhete zomer.

Het conflict tussen Israël en de Arabieren, zo schrijft Visser, “verkeert al jaren in een status quo-situatie nadat de Oslo-akkoorden in feite waren opgeblazen door Yasser Arafat die de Tweede Intifada begon in september 2000.” En nu? Wil Israël vrede? Ja, betoogt Hans Jansen, vrede is reeds sinds 1948 het doel. Hoewel er ook onder de Israëli’s duiven en haviken zijn, benadrukt Ouweneel. Volgens velen is Netanjahoe zo’n havik; maar ik geef hem geen ongelijk. Al te velen van zijn voorgangers hebben, met de beste bedoelingen, de Israëlische positie uitgehold door toe te geven aan een vijand die niet op vrede uit is.
Wat het Israëlische regeringsbeleid ook is, het is altijd fout. Ouweneel:
(…) wie zou hier graag in de schoenen van de Israëlische minister-president willen staan? Als Israël de bezette gebieden niet zal teruggeven, zal uiteindelijk bijna de hele westerse wereld zich tegen Israël keren. Als Israël die gebieden wel zal teruggeven, zal het als het ware een moordzuchtige buurman uitnodigen de helft van het eigen huis te komen bewonen.
Voor mij is het een belangenafweging: heilige islamitische grond versus thuishaven voor Joden; en het laatste weegt me zwaarder.

Willen de Arabieren vrede? Nee, bewijst Hans Jansen. “Geen erkenning, geen onderhandelingen, geen vrede.” Slechts onder één voorwaarde kan er volgens orthodoxe moslims vrede komen: als heel de wereld tot dar-al-islam is gemaakt. Hoe die vrede eruitziet kun je nu zien in Irak, Syrië en Jemen.
Kinderen in Saoedi-Arabië, Iran, Irak, Syrië, Egypte en de Palestijnse gebieden krijgen meer les in jihad dan in vrede, zo maken de daar gebruikte schoolboeken duidelijk. Hen wordt vroeg geleerd dat elke moslim bereid moet zijn om te doden en gedood te worden voor Allah.
Gelukkig zijn er gunstige uitzonderingen, lichtstraaltjes van hoop. De Palestijnse onderwijzeres Hanan al-Hroub leert kinderen het geweld dat ze zien niet over te nemen maar juist vriendelijk met anderen om te gaan. Hiervoor won ze vorig jaar de Global Teacher Award, een geldprijs voor onderwijsverbetering.

Vrede komt er voorlopig niet en omwille van de rechtvaardigheid moet Netanjahu de omstreden gebieden niet opgeven. Zo lang de EU doorgaat met het bouwen van illegale nederzettingen in die gebieden moet Israël doorgaan met het (legaal) bouwen van nederzettingen. Er zit niet anders op dan de status quo te handhaven en een nieuwe oorlog – die vanwege oorlogsmoeheid en ongemotiveerdheid van steeds meer Israëliërs wel eens ongunstig zou kunnen uitpakken voor Israël – te voorkomen en te wachten op de terugkeer van de Masjiach. Dat klinkt voor een buitenstaander misschien naïef, maar dat is het bepaald niet. De toekomst zal het bewijzen.

maandag 9 januari 2017

Jood onder de naties (11): Nederzettingen

Bezetting, nederzettingen. Dat zijn heden ten dage wel Israëls ergste misdaden in de ogen der volkeren. Terecht?

De dikke Van Dale geeft de volgende hier van toepassing zijnde definities:
bezetten = (een gebied, land) als vreemde mogendheid met een legermacht in bedwang houden
kolonist = stichter of lid van een kolonie = wingewest buiten het moederland voor handel, landbouw enz. (of: groep vreemdelingen, uit hetzelfde vaderland afkomstig, in een bep. stad)
nederzetting = vestiging, bewoonde plaats
Die laatste omschrijving is onschuldig, maar let op, het woordenboek geeft Israël de twijfelachtige eer verantwoordelijk te zijn voor een geheel eigen begrip, zoals destijds Zuid-Afrika met zijn apartheidspolitiek:
nederzettingspolitiek = regeringspolitiek van Israël, die gericht is op het stichten van nederzettingen in bezet gebied.
Kijk, daar heb je ze bij elkaar. Je snap niet dat er voor "kolonist" nog niet zo'n bijzondere plek is ingeruimd.

De eerder genoemde rechtsgeleerde De Blois constateert een discrepantie tussen de wijze waarop buitenstaanders Israël benaderen. Enerzijds verlangen ze dat het in de betwiste gebieden de mensenrechtenverdragen naleeft, anderzijds benoemen ze die gebieden tot bezet gebied, waarop juridisch gezien het oorlogsrecht van toepassing is.

Bij de kaartjesdiscussie in de vorige aflevering ging het al over het ontstaan van het landconflict. Nadat eerdere vredesonderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen niets opleverden werden er in het geheim onderhandelingen gestart in Oslo. De uitkomsten daarvan werden vastgelegd in de zogenoemde Oslo-akkoorden (1993, 1995). Daarin werd bepaald dat Israël en de PLO elkaar zouden erkennen, de Palestijnen de vijandelijkheden zouden staken, Israël zich zou terugtrekken uit de Gazastrook en het gebied rond Jericho, en dat voor de overige delen van de 'Westoever' een overgangsbepaling werd ingesteld, waarbij het werd opgedeeld in A-, B- en C-gebieden, respectievelijk onder Palestijns bestuur, onder Palestijns bestuur met Israëlische militaire eindverantwoordelijkheid en onder Israëlisch bestuur. Over de toekomst van deze gebieden moet verder worden onderhandeld.
Volgens deze overeenkomsten is Israël dus geen bezetter in B- en C-gebied. Trouwens niet alleen volgens deze overeenkomst; Australië, Nieuw-Zeeland, Canada, de VS en alle Latijns-Amerikaanse landen kunnen met veel meer recht worden aangemerkt als bezet gebied, zoals Henk Poot terecht opmerkt.

In 2005 trok Israël zich volgens afspraak terug uit de Gazastrook, waarbij de bestaande nederzettingen werden ontmanteld. Die 'nederzettingen' namen in verhouding waanzinnig veel ruimte in beslag, maar de 'kolonisten' leefden er aanvankelijk in een goede verstandhouding met hun Arabische buren. Die kolonisten waren (en zijn) idealisten; voor hen is het wonen in een omstreden gebied in Israël een soort heilige oorlog, maar dan geweldloos. Geweld was er wél nodig toen het Israëlische leger hen uit hun woonplaats verdreef. Gevolg: de Palestijnen zagen dit gebaar van Israël als teken van zwakte en begonnen met raketbeschietingen die tot op vandaag voortduren.
Ook werden er enkele 'nederzettingen' ontruimd in Judea en Samaria, maar nu de PLO de belofte het terrorisme te bestrijden niet nakomt moedigt de Israëlische regering het stichten van nieuwe 'nederzettingen' veeleer aan.

"Nederzettingen" schrijf ik bij voorkeur tussen enkele aanhalingstekens, en met reden. Feitelijk is het namelijk een onjuiste benaming, argumenteert De Blois: de bezitsstatus van het gebied waarin de 'ondeugende' joden zich vestigen is onbepaald en het behoort bovendien bij het oorspronkelijke Mandaatgebied. Hij schrijft:
Het is gelet op de geschiedenis wel bijzonder bitter dat het IGH van Israël verlangt om de vestiging van Joden in de omstreden gebieden, inclusief het oostelijk deel van Jeruzalem, te verbieden en deze gebieden daarmee Judenrein te maken.
En jurist Andrew Tucker stelt:
De suggestie dat het doorgaande nederzettingenbeleid in strijd is met het internationaal recht, is complete onzin. Als je dat zo zegt, maak je het feitelijk onmogelijk voor Joden in Oost-Jeruzalem, Judea of Samaria te wonen. De argumentatie geeft steun aan de Palestijnse eisen om Joden te verwijderen uit een nieuwe Palestijnse staat. En dat is niets anders dan een vorm van ethische zuivering – duidelijk iets dat ingaat tegen de basale Europese wetten en waarden.

Eén ding is er echter wél onwettig, en dat is het nederzettingenbeleid van de EU. De PLO en de Europese Unie bouwen, met steun van buitenlandse hulporganisaties en de VN, sinds een paar jaar huizen voor Palestijnse nomaden op de Westoever. Dit vindt evenals de bouw van Joodse 'nederzettingen' plaats in de dunbevolkte, merendeels door Joden bewoonde C-gebieden. Van wie die gebieden ook zijn, in elk geval niet van de EU. Het creëren van een Nederlandstalig gebied in Wallonië zou niet brutaler zijn. Wim Kortenoeven stelt: "Dit is niet alleen een onvoorstelbaar brutale inmenging in Israëlische zaken, het is ook een flagrante schending van de Oslo-akkoorden door een direct betrokkene (de EU is immers mede-ondertekenaar).”
Daarenboven is het onetisch doordat het bedoeïenen dwingt hun oorspronkelijke nomadische leefwijze op te geven.
Als het zo moet zal het nog lang duren eer er vrede komt.

maandag 2 januari 2017

Jood onder de naties (10): Twee staten?

De oplossing voor de crisis, daarover zijn nagenoeg alle Europese politici en waarnemers het eens, ligt in een twee-statenplan. De Gazastrook plus de 'Westoever' voor een Palestijnse staat, de rest voor Israël. Dan zou er eindelijk vrede komen. Denk je?

Klik voor d'aardigheid eens op de volgende snelkoppeling. Dan vind je kaartjes van 'West-Palestina' met Palestijns gebied donkergroen en Israëlisch gebied wit. Gekleurde kaartjes. Groen is goed, zoals je weet; witte gebieden op een kaart wil je niet. Vooral niet als je weet dat daar wrede Israëli's de scepter zwaaien terwijl de arme Palestijnen onder de vreselijkste omstandigheden worden teruggedrongen in een paar propvolle, schandalig kleine hoekjes… Het vereist enige kennis om de onjuistheid van die kaartjes aan te tonen.
In het boek Israël: een staat ter discussie? van dr Matthijs de Blois staan andere, ongekleurde kaartjes. Daar zie je de grootteverandering van Israëlisch grondgebied. Eerst is daar het koninkrijk van Davied en Sjêlómo (tiende eeuw voor Christus): groter dan nu, terwijl er minder mensen woonden. Vervolgens het Mandaatgebied Palestina (1922), dat ook het huidige Jordanië omvatte. Vervolgens wordt dit gebied opgedeeld in een oostelijk en een westelijk deel, met de rivier de Jordaan (juister: Jardeen) als grens (1923). Het westelijke gebied wordt vervolgens nog eens in tweeën gedeeld (verdelingsplan 1947). Daarop volgt de Onafhankelijkheidsoorlog als de kersverse staat Israël in 1948 onmiddellijk wordt aangevallen door al zijn buurstaten; als een jaar later de aanvallers afdruipen doen de wapenstilstandslijnen het volgende beeld (kaartje) verschijnen: twee gebieden, de Gazastrook en de 'Westelijke Jordaanoever', die niet onder Israëlisch gezag vallen. Dit verandert in 1967 als Israëls buurstaten opnieuw een poging doen het 'ettergezwel' weg te snijden uit de Arabische wereld; de staakt-het-vurenlijnen tonen het beeld van het laatste kaartje, dat leuk gestaan zou hebben in de groenwitte reeks: het ganse land wit, en de hele Sinaïwoestijn plus het oostelijk deel van de Golanhoogvlakte bovendien.

Dat mandaatgebied, wat was dat eigenlijk? Na een aanzet van de Franse minister van buitenlandse zaken, Jules Cambon, kwam in datzelfde jaar 1917 de Britse minister Lord Balfour met een plan om in het door Groot-Brittannië beheerde deel van Midden-Oosten een Joods Nationaal Tehuis te stichten, met godsdienstvrijheid voor alle inwoners. Dit werd vormgegeven in het mandaatgebied, met steun van de Franse regering. Wel werd al snel de Golan door de Britten overgedragen aan de Fransen en werd vervolgens het gebied ten oosten van de Jordaan buiten het Joods Nationaal Tehuis geplaatst; maar zoals De Blois stelt kunnen de Joden juridisch gezien nog altijd aanspraak maken op het hele mandaatgebied.
Voor het westelijke gebied werd in 1937 om de Arabieren een gunst te doen een nieuw verdelingsplan opgesteld, maar juist de Arabieren reageerden woedend: het land was dar al-islam en mocht niet worden verdeeld. Ze belegden in Bloudan (Syrië) een pan-Arabisch congres waarin werd uitgesproken dat geheel Palestina voor eeuwig Arabisch moest blijven en immigratie van Joden moest worden gestopt (door middel van jihad). Dit werd nog eens dunnetjes overgedaan op een topconferentie in Khartoem (1967), de vierde conferentie van de Academy of Islamic Research in Caïro (1968) en conferenties in Teheran (1991 en 2001).

De Balfour-verklaring vond zijn aanleiding in de ondergang van het Ottomaanse Rijk in de Eerste Wereldoorlog, waarop Engeland en Frankrijk in het geheim het Midden-Oosten onder elkaar verdeelden (Sykes-Picotverdrag). Alleen jammer voor Abdoellah bin Hoessein dat Transjordanië de enige beloning was die hij kreeg voor zijn opstand tegen het Ottomaanse rijk. En spijtig voor de Palestijnen dat ze nu wel een eigen staat hebben (Jordanië) maar geen eigen koning; het Hasjemitische koningshuis is immers van Saoedische afkomst. Het is voorlopig niet anders. Hoessein moet Palestijnen toelaten in zijn regering en de Palestijnen moeten daarop aandringen bij de internationale gemeenschap. Het gaat niet aan om oorlog te maken met Israël om de Joden te straffen voor fouten van anderen.
Want als Jordanië ‘geen Palestina’ is, dan is Israël (inclusief de Westelijke Jordaanoever) dat zéker niet, schreef ene Adam een paar jaar geleden naar aanleiding van een bericht dat Jordanië duizenden Palestijnen hun staatsburgerschap ontnam.

Franse Joden (om maar wat te noemen) kunnen kiezen: in 'onvrijheid' onder Frans bestuur, of in een eigen staat – Israël. Israëlische Palestijnen kunnen kiezen: in 'onvrijheid' onder Israëlisch bestuur, of in een eigen staat – Jordanië. Als de Jordaanse regering dat niet wil moet het probleem door de internationale gemeenschap niet op Israël worden afgeschoven. Maar ja, een boycot op de Arabische wereld is schadelijk voor de eigen portemonnee.
Bovendien ontbreekt bij de media gewoonlijk elk inzicht in de religieuze dieptedimensie van het Midden-Oostenconflict en begrijpt men niet dat echte moslims nooit met een joodse staat in het Midden-Oosten genoegen zullen kunnen nemen. (W.J. Ouweneel)

Twee staten? Die zijn er: Israël en Jordanië. Ieder stuk grond van Israël dat aan Palestijnse Arabieren wordt gegeven zou maar een tussenstap zijn, want zoals gezegd (deel 7) beschouwt een echte moslim verdragen als een tijdelijke noodoplossing en tussenfase, en wil minstens de helft van de Palestijnse bevolking die tussenstap geeneens. Palestijnse landkaarten in schoolboeken geven dan ook het gebied weer als bestond er geen 'Zionistische Entiteit'.

Nog even terug naar de gekleurde kaartjes. Ik las daarbij het volgende treffende commentaar:
De huidige situatie is in feite de eerste eerlijke kaart. Het Palestijnse land dat erop is gemarkeerd, is niet geslonken, zoals de kaarten suggereren, maar is in feite het eerste Palestijnse land dat bestaat, en wel vanwege Israëls bereidwilligheid om, ter wille van een vrede die niet zou komen, compromissen te sluiten. (Israël Actueel nov. 2016)
Israël geeft omwille van de vrede land terug – zelfs grote delen van het bijbelse hartland Judea en Samaria –, op het waaghalzerige af; Arabieren zouden dat nooit doen. Ik vind het persoonlijk dan ook verstandig van de huidige regering voorlopig af te zien van nieuwe grondconcessies. En al met al, ondanks de kritiek die dat standpunt destijds opleverde, ben ik nog steeds van mening dat het het beste zou zijn als heel 'West-Palestina' (misschien met uitzondering van de Gazastrook) onder Israëlisch beheer zou staan.