maandag 25 maart 2013

Schoonheid kan de wereld redden

“Alleen schoonheid kan de wereld redden”, zei eens de grote Russische schrijver Dostojevski. Er ligt veel waarheid in deze uitspraak; in deze bijdrage zal ik uitleggen waarom.

"Schoonheid" was het sleutelwoord, de samenvatting van de paradijselijke natuur in de tijd waarin de aarde nog ongerept en zuiver was. Schoonheid is er nog steeds te vinden in nog niet door mensenhanden misvormde natuur op aarde, in een zonsondergang boven zee, de zang van een Merel, in een kleurige paradijsvogel of een sierlijke Kluut, een passiebloem of de kleur van een goudsbloem, een oud boerderijtje in een lommerrijk landschap. Schoonheid en gevoel voor schoonheid veraangenamen het leven in het arme Mali. Schoonheid maakte vroeger de muziek tot medicijn en de beeldende kunst tot cultureel hoogtepunt. Schoonheid is het leidende beginsel in onder meer Russische, Bulgaarse, Balinese en Venezolaanse folkloredans, die de wereld verrijkt in stijlvolle pracht en een wervelende weelde van kleurrijke fleurigheid.

Een Colombiaanse folkloredansgroep werd opgericht om bewustwording van de rijke culturele geschiedenis van Colombia in te zetten tegen het geweld dat het Zuid-Amerikaanse land teistert, en streeft nog altijd, onverminderd naar dat schone doel.

Het oude Rome kende ten tijde van Nero een Arbiter Elegantiæ, een scheidsrechter inzake de goede smaak, in de persoon van opperceremoniemeester en adviseur Gaius Petronius, kunstkenner bij uitstek en schoonheidsliefhebber voor het leven. Toegegeven, deze functie was een uitvloeisel van de decadentie van die dagen, maar wel het beste uitvloeisel ervan. Henryk Sienkevicz beschrijft in Quo vadis?, de beroemdste historische roman aller tijden, hoe Petronius’ esthetisch gevoel maakte dat hij een afkeer had van bloedvergieten en wreedheid, ondanks zijn gebrek aan ethisch besef.

Schoonheid is schaars geworden in de bouw, de schilderkunst en de muziek, is de grote afwezige in de moderne dans, heeft het niet langer voor het zeggen in de mode van kleding en huisinrichting, wordt node gemist in de grote steden en in het bijzonder onder de straatarme bevolking der eindeloze sloppenwijken.

Ook ons land zou gebaat zijn bij een arbiter elegantiæ, een smaakmaker die kunst van nep, echte schoonheid van gemaaktheid vermag te onderscheiden en het esthetisch besef in de maatschappij weet te bevorderen – een Minister van Esthetica? Weliswaar zou het moeilijk zijn iemand te vinden wiens kennis van en gevoel voor kunst boven alle twijfel is verheven, die daarin zelf met kop en schouders boven de rest uitsteekt, in een samenleving waarin bijna ieder meent gevoel te hebben voor en een mening over wat mooi is. En het is waar dat het Romeinse kunstgevoel grotendeels steunde op de Griekse erfenis. Wel, evenzo is ons cultureel erfgoed goeddeels afkomstig uit de Gotiek, de Barok en de Romantiek – kortom, de periode van de Cultuur. Maar dat is waar een cultuur die het tijdperk van de Beschaving is binnengetreden het mee moet doen.

De apostel Petrus voert in het Nieuwe Testament een pleidooi voor innerlijke schoonheid. Volkomen terecht. Als één vorm van schoonheid in staat zal zijn de wereld te redden is het de innerlijke. Toch, bij gebrek aan – of liever: als uitdrukking van inwendige luister is uiterlijke schoonheid en gevoel voor wat goed en mooi is van onschatbare waarde.

maandag 18 maart 2013

De ondergang van het Avondland (slot): Chinezen, Arabieren of Nieuwe Wereldorde?

De kogel is door de kerk en de SGP gaat overstag. De in de jaren zestig ingezette afbraak van de moraal is bijna voltooid. Nog slechts enkele waarden scheiden ons van onze ondergang.

En nu? Het slot van een reeks over een zo zwaarwichtig thema als dat van de laatste weken zou een grootse climax moeten zijn, een grande finale; maar dat wordt het niet. De toekomst is per definitie een onderwerp waarover we geen volledige kennis kunnen hebben en dus lijken definitieve conclusies hier niet op hun plaats. Ik zal mij daarom beperken tot het trekken van enkele lijnen, en laat het trekken van de conclusie(s) aan u over.

Vijfendertig jaar geleden was de angst bijna tastbaar aanwezig dat de Russen Europa zouden veroveren en zo een einde maken aan onze westerse beschaving. Tegenwoordig lijken de Chinezen meer kans te maken. Immers, China is bezig aan een angstwekkende economische opmars en breidt zijn invloed hoe langer hoe verder uit, tot in de verste uithoeken van de aardbol. Het lijkt een kwestie van tijd tot China zich niet langer tevreden zal stellen met economische groei en invloed.
Intussen klinken er echter ook steeds duidelijker signalen vanuit de Arabische wereld, waarschuwingen die wij niet in de wind moeten slaan. Volgens sommige waarnemers zal het Arabië zijn dat onze ondergang zal inluiden en de islam die de laatste overblijfselen van onze joods-christelijke cultuur zal wegvagen.

Vrijmetselarij is een onderwerp dat ik in de twee jaren die Schaduw van de werkelijkheid omspant nauwelijks heb bestudeerd, en waarover Kees dus ook niets heeft geschreven, hoewel het uitstekend past binnen het kader van het boek. De vrijmetselarij is een wereldwijd genootschap dat al enige eeuwen oud is en vele leden telt. Om lid te worden moet je een inwijding ondergaan; vervolgens begin je in de onderste graad, waarna je kun opklimmen tot hogere graden.
Uit de hoogste graden van de vrijmetselarij, maar wellicht ook uit andere genootschappen, zou een groep genaamd Illuminati voortkomen. Er is een wereldwijd verspreide theorie (critici noemen het een complottheorie) die stelt dat de Illuminati een Nieuwe Wereldorde voorbereiden. Hun symbolen, veelal afkomstig uit de vrijmetselarij, zouden overal opduiken; een bekend voorbeeld is het "oog van Horus" op het Amerikaanse dollarbiljet en grootzegel. Vrijwel alle belangrijke Amerikaanse journalisten schijnen er banden mee te hebben, maar ook de directie van invloedrijke bedrijven als Google zouden Illuminati tellen of er zelfs uit bestaan; voorts zouden de Illuminati banden hebben met de Arabische wereld, onder andere met Al Qaida. Uiteindelijk zou met behulp van techniek een Nieuwe Wereldorde werkelijkheid worden, waarin een absoluut gezag volledige beheersing heeft over het doen en laten van haar onderdanen, de wereldburgers.
Uiteraard zijn 'objectieve' bronnen als Wikipedia ronduit sceptisch over deze theorie, maar hoeveel zicht hebben die op de werkelijkheid? De moeilijkheid is dat de beweringen moeilijk te bewijzen zijn. Intussen zijn de ontwikkelingen op het gebied van informatietechnologie zorgwekkend. Welke bijbellezer heeft de laatste jaren geen verband gelegd of horen leggen tussen het "teken van het beest" uit de Openbaring en microchips?

In zijn tweede bekende brief aan de gemeente van Thessalonica waarschuwt de apostel Sja'oel (Paulus) voor een antichrist, de tegenstander van God die de wereldheerschappij naar zich toe zal trekken en het geloof te vuur en te zwaard zal bestrijden. Dezelfde figuur komen we tegen in de eerste rondzendbrief van de apostel Jochanan en in diens Openbaring. Reden genoeg om verband te leggen met de door Spengler voorspelde dictatuur die een einde zal maken aan de Avondlandse beschaving en als we de Bijbel goed begrijpen tevens aan de voorlaatste periode van de wereldgeschiedenis.

maandag 11 maart 2013

De ondergang van het Avondland (2): Het einde van de democratie

Volgens de vorige week besproken Oswald Spengler eindigt de tijd van de democratie rond de millenniumwisseling. Nu, wat dat betreft hebben we uitstel van executie gekregen. Maar betekent uitstel ook afstel? Hoogstwaarschijnlijk niet.

Om een goed werkende democratie mogelijk te maken moet voldaan zijn aan een aantal voorwaarden. De twee voornaamste zijn de volgende. Ten eerste moet er een basale samenhang zijn in een samenleving. Ten tweede moet de samenleving een zekere gezamenlijke moraal bezitten. Godsdienst kan een goede leverancier zijn van een de(r)gelijke moraal; "godsdienst heeft een temperende werking", aldus professor Andreas Kinneging, want godsdienst maakt je gericht op het belang van de gemeenschap. Een derde randvoorwaarde die Hans Frinsel noemt in het tijdschrift De Oogst is godsdienstvrijheid.

Wie zijn ogen openzet ziet hoe deze drie fundamentele voorwaarden langzaam maar zeker worden uitgehold en ondergraven in een decadente samenleving die trekken vertoont van de nadagen van het Romeinse Rijk, de laatste fase van de Antieke cultuur. Verregaande individualisering maakt van de maatschappij (een maetscap was een vriendengroep) een vormeloze massa, een kenmerk van Spenglers "wereldstadfase". De gezamenlijke moraal is ver te zoeken, steeds verder eigenlijk. En ook  de godsdienstvrijheid raakt steeds meer in het gedrang – lees de kranten. Een gevaar voor alle democratie is een "tirannie van de meerderheid". West-Europa wordt bedreigd door een dictatuur van de seculiere meerderheid.

Democratie heeft belangrijke nadelen. Ik zou nog kunnen noemen het gevaar dat een democratische regering belangrijke, maar impopulaire maatregen kan mijden om niet straks door de kiezer gestraft te worden. Maar alles bij elkaar is democratie misschien nog wel de beste van de 'kwaden'; met de woorden van Winston Churchill: "Democracy is the worst form of government except for all those others that have been tried." Dus we hebben weinig reden om het einde van de democratie met verlangen tegemoet te zien.

En als de democratie eindigt, wat krijgen we dan? Volgens Spengler weer een soort despotisme, dictatuur, voor een eeuw of twee.

Dat lijkt misschien erg vergezocht; wie ziet dat in onze tijd gebeuren? Maar er is nóg een ontwikkeling, die misschien wel het einde inluidt van de cultuurcycli waaruit de wereldgeschiedenis tot nu toe heeft bestaan, en wellicht het begin van het einde van de hele wereldgeschiedenis, en dat is de globalisering die werkelijkheid wordt dankzij de moderne massacommunicatiemiddelen. Bovendien zijn er volgens velen wel degelijk tekenen die erop wijzen dat een dictatoriale wereldheerschappij voor de deur staat, een gebeuren dat de Bijbel reeds schijnt te voospellen – een voorspelling die de jongeren onder ons wellicht nog zullen zien uitkomen. Het "land van de ondergaande zon" zal zijn naam waarmaken.

Je sluit de ogen voor de tekens aan de wand.
Je dooft de pot en wil het ook niet weten, want…
Avondland

dinsdag 5 maart 2013

De ondergang van het Avondland (1): Van Cultuur naar Beschaving

De Duitse wijsgeer Oswald Spengler lanceerde in 1918 een geruchtmakend boek met de veelzeggende titel Der Untergang des Abendlandes. Hierin verklaart hij zijn opvatting dat de geschiedenis bestaat uit een reeks gelijkvormige cultuurcycli. De Babylonische, de Egyptische, de Chinese, de Indische, de Indiaans-Mexicaanse, de Grieks-Romeinse, de ‘Arabische’ en de Avondlandse beschaving kennen een evenwijdig verloop van opkomst, bloei en ondergang.
In feite was het verloop van onze geschiedenis in grote lijnen te voorspellen, en voor wat betreft de komende pakweg drie eeuwen die ons nog restten doet Spengler dat ook. Ons, dat is de westerse beschaving, met als basis Noordwest-Europa (boven de lijn Wisla – Guadalquivir), uitgewaaierd naar Noord-Amerika en verschillende plaatsen in andere werelddelen. Bijna alle grote ontwikkelingen in onze geschiedenis kennen hun tegenhanger in de meeste andere grote culturen. Zo is de ontwikkeling van de vier standen duidelijk aan te wijzen in o.a. de Egyptische, de Antieke en de Chinese cultuur: naast de boeren eerst adel en geestelijkheid, vervolgens ontstaat er de burgerij, en ten slotte de "massa". Ook de ontwikkelingen op godsdienstig gebied hebben hun parallel in bijvoorbeeld de Egyptische, de Antieke en de Arabische cultuur: katholicisme, hervorming, rationalisatie en ten slotte atheïsme; en op kunstgebied een soortgelijke ontwikkeling van eenvoudig naar uiterst verfijnd en ten slotte weer een degradatie tot een vrijwel kunstloze beschaving.

Dat laatste is een heel duidelijk kenmerk van de tweedeling die Spengler ziet in alle beschavingen: de eerste periode is de cultuur, met een bloeiende kunst en godsdienst, de tweede is de beschaving, een door de rede gestempelde samenleving. En heeft hij geen gelijk voor wat betreft het Avondland? Er is geen grootse bouw-, schilder-, beeldhouw- of muzikale kunst meer. Wat er nog rest is fragmentarisch.
Overigens gebruikt Spengler voor "beschaving" het woord "Zivilisation", dat letterlijk "verburgerlijking" betekent. Dit is ook een kenmerk van de laatste fasen van een beschaving: trek van het platteland naar de stad en ontwikkeling van een massa zonder onderlinge samenhang.

Wij bevinden ons aan het begin van de eenentwintigste eeuw in de aftakelingsfase van onze beschaving. En nu? Als dit ons lot is, moeten we dan Spenglers voorstel volgen en niet meer investeren in romantische zaken, maar ons richten op de rationele taken en kansen die horen bij onze cultuurfase: wetenschap en techniek? Neen, driewerf neen! Meer dan ooit heeft de samenleving behoefte aan 'zachte' waarden als tegenwicht tegen het doorgeschoten rationalisme; laten wij, of althans de kunstzinnigen onder ons, met de beperkte mogelijkheden die ons nog zijn overgebleven, inzetten op kunst, geloof, hoop, liefde, medemenselijkheid. Het nalaten daarvan zou de samenleving onleefbaar maken en onze ondergang verhaasten.
Wenn uns gar nichts mehr zusammenhält
verlöscht vielleicht das letzte Licht der Welt

Het begin van het einde was volgens Spengler de Verlichting; de Romantiek de laatste fase van de Cultuur, waarna onverbiddelijk de Beschaving zich ontplooit, met democratie, socialisme, imperialisme en een hoge vlucht van de techniek, uitlopend in een terugkeer naar het oude despotisme, waarna ten slotte de beschaving uiteenvalt.

Is dat ons lot? We zullen zien.