maandag 24 februari 2014

Oormerkweigeraar

Onlangs was de Friese oormerkweigeraar Thom de Groot weer in het nieuws. Of nu ja, in het nieuws… slechts weinig media schonken aandacht aan het treurige gebeuren dat de Nederlandse Voedsel- en WarenAutoriteit achttien koeien en kalveren ophaalde van de boerderij in de buurtschap Goattum onder Grou. De meeste kranten beschouwen De Groot en zijn weinige medestanders als de laatsten der Mohikanen, wier strijd reeds als verloren moet worden beschouwd. Want De Groot en nog enkele tientallen boeren weigeren hun rundvee te oormerken.

Wie wel eens koeien ziet kent ze wel, die gele flappen die ze in hun oren dragen. Op deze oormerken staat het levensnummer waaronder het dier geregistreerd staat. Dat is handig voor de overheid, want zo kan niemand een koe kopen of verkopen zonder dit te melden bij Dienst Regelingen. Ook kunnen misstanden, zoals het hormoonschandaal in de jaren 90, waarvoor het oormerkenstelsel is opgezet, worden voorkomen. Voor de boer is het ook handig, want zo kan hij zijn dieren herkennen. Wie zijn dieren wil herkennen zonder oormerken en toch, zoals De Groot, meer dan 60 koeien houdt, moet een bonte verzameling vee hebben (dus niet allemaal van dezelfde kleurslag) en een goede boer zijn met oog voor zijn dieren.
Maar waarom zouden boeren hun dieren niet willen oormerken? Wel, dat leggen ze uit op www.koeienzonderoormerken.nl. De belangrijkste argumenten: dierenwelzijn: het oormerken van een kalf is pijnlijk, hoewel kort; en het oor wordt beschadigd ('verminking'); en schoonheid: die gele flappen zijn ontsierend; oormerkloze koeien zijn – inmiddels zeer zeldzaam – onderdeel van ons agrarisch erfgoed.
Nu bestond er destijds een uitzonderingsbepaling voor gewetensbezwaarde boeren. Maar het lelijke is dat nieuwe boeren niet mogen toetreden. Zodoende worden boeren als Thom de Groot, wier vader principieel oormerkweigeraar was, niet 'wettelijk erkend' en dus worden ze gekort in eventuele subsidies en toeslagen.
Nu gaat ineens het gerucht dat boer Thom zijn dieren slecht verzorgt en daarom moest op 14 februari een deel van zijn veestapel worden opgeladen en elders worden ondergebracht. Als dat waar is, is dat een vreselijk stomme zet van een boer die dierenwelzijn hoog in het vaandel heeft staan. Ik heb de bewuste koeien niet gezien, maar het lijkt erop dat de beschuldiging vals was, want vorige week, op 20 februari, meldde Omrop Fryslân dat veearts Rouwé, die een tegenonderzoek uitvoerde, tot de conclusie kwam dat alle achttien dieren gezond waren.

Hoe dan ook, ik ben van mening dat het weigeren van (runder)oormerken mogelijk moet blijven, mits de betreffende boer zijn vee en boekhouding in orde heeft. Ik denk niet dat als ik een paar koetjes zou aanschaffen ik als voorwaarde zou stellen dat ze oormerkvrij zouden moeten zijn (hoewel ze in elk geval hun hoorns nog zouden moeten hebben), maar ik vind het een schande dat een uitzonderingsbepaling voor gewetensbezwaarde boeren wordt afgeschaft. Ik weet niet wat u doet, maar ik teken de petitie.


Nella fantasia io vedo un mondo giusto,
Lì tutti vivono in pace e in onestà…

maandag 17 februari 2014

PostNL prijst zich uit de markt

Omdat de tijd van het jaar vorige week om een romantisch onderwerp vroeg moest ik deze reactie op nieuw nieuws over het Nederlandse postbedrijf PostNL even uitstellen, maar hier is hij dan, in onafgezwakte vorm.

Opnieuw is PostNL in het nieuws, en wederom in ongunstige zin. Overigens ligt de schuld niet geheel bij PostNL zelf, want er zijn twee andere boosdoeners:

1.      Dalende postvolumes. PostNL reageert daarop echter zeer onverstandig door de prijs van postzegels voor de zoveelste keer in korte tijd te verhogen, daarmee een neergaande spiraal inzettend: mensen versturen minder post → postzegels worden duurder → mensen versturen minder post… En dit terwijl de eerste noodzaak van een moeizaam lopend bedrijf is de klant tevreden te stellen en te houden. Maar de klant is (nog) niet tevreden, getuige de vele opmerkingen die op het internet te vinden zijn:
·         "Bij mij wordt geregeld verkeerde post bezorgd."
·         "Ik krijg mijn post vaak te laat of zelfs helemaal niet."
·         "Er zijn steeds minder brievenbussen en postkantoren."
·         "De directie van PostNL verdient schandalig veel."
·         "Postbodes worden ontslagen. Postbezorgers worden slecht betaald."
·         "Postzegels worden onderhand onbetaalbaar."

2.      De overheid, die destijds het postbedrijf afstootte, met als gevolg concurrentie. PostNL reageert daarop echter zeer onverstandig door op minder dagen te willen bezorgen. Goed, dat de maandag afgestoten wordt, daar kan ik inkomen, gezien de uiterst beperkte hoeveelheid maandagpost en het belang van een vrije zondag voor iedereen. Maar het idee om de woensdag- en vrijdagbezorging ook af te schaffen is je reinste dwaasheid; woordvoerder Van Bastelaar zou zich diep moeten schamen. Ik heb de aandelenkoersen niet gevolgd, maar het zou me niet verbazen als het aandeel van PostNL op dit nieuws reageerde door in waarde te halveren. Je kun zien aankomen wat er gebeurt: PostNL gaat van vijf naar drie bezorgdagen, concurrent Sandd schroeft op van twee naar drie dagen – en de achterstand is ingelopen. Een postbezorger kan er nauwelijks trots meer op zijn voor hét Nederlandse postbedrijf te werken.
Opnieuw: privatisering is fnuikend voor een nationale dienst als de post, de spoorwegen, de snelwegen en rijkswateren, de politie… De enige juiste beslissing van de overheid zou zijn om de post weer bij het Rijk onder te brengen. Tot zolang moet PostNL wat verlies bij de afdeling Productie (een slecht gekozen term voor sortering + bezorging) voor lief nemen, gezien de nettowinst die het bedrijf nog altijd maakt.

Kortom: slechtere dienstverlening, hogere prijzen. De leus van Aldi is "hoge kwaliteit, lage prijs"; de leus van PostNL lijkt te zijn: "lage kwaliteit, hoge prijs". Nu zijn er wel verbeteringen doorgevoerd ten opzichte van het 'rampjaar' 2012 met de mislukte reorganisatie, maar als PostNL één stap vooruit zet, zet het er twee achteruit. Buitengewoon jammer.

maandag 10 februari 2014

Romantiek in de Bijbel

Het verhaal van Mosjee

Sommigen krijgen uit Schaduw van de werkelijkheid misschien de indruk dat ik een vrouwenhater ben. Dat is echter niet terecht. Daarom dit keer een romantisch onderwerp: een liefdesgeschiedenis.
Een goede bron voor liefdesverhalen uit het verre verleden is de Bijbel. Het Hooglied is bekend, maar in wat korter bestek zijn er nog heel wat meer prachtige verhalen. Eén daarvan is het verhaal hoe Mozes, of juister Mosjee, aan zijn vrouw kwam.

Het verhaal speelt zich af rond 1500 voor Christus in het oude Egypte. De in de Nijldelta woonachtige nakomelingen van aartsvader Ja’akov waren zozeer in aantal toegenomen dat de farao (waarschijnlijk Thotmes III) hen als een bedreiging was gaan beschouwen en hen onderdrukte door hoge belastingen, dwangarbeid en het vermoorden van pasgeboren jongetjes. In deze tijd wordt in een levietengezin een mooi jongetje geboren dat uiteindelijk door farao’s dochter (Hatsjepsut?) als kind wordt aangenomen en opgroeit aan het hof. Als hij op 40-jarige leeftijd een Egyptenaar doodslaat die een Hebreeuwse volksgenoot van deze Mosjee afranselt slaat hij op de vlucht in oostelijke richting en komt terecht in Midjan. Dwalend door de woestijnsteppe vindt hij een bron, waar hij uitrust.
Dan duiken er dorstige schaapskudden op, met hun begeleidsters: zeven herderinnen. Even later naderen van de andere kant nieuwe kudden, geleid door herders die niet zoveel ontzag hebben voor meisjes en hen wegjagen om hun eigen kudde als eerste te drenken. Nu komt Mosjee in actie. Dit kan hij natuurlijk niet laten gebeuren: een stel arrogante kerels die voordringen en die lieftallige meisjes aan de kant duwen. Verontwaardigd grijpt hij twee van die herders bij de lurven, slaat hen met de kop tegen elkaar en stoot en hen dan van zich af. De anderen, bang geworden van de woedende Egyptenaar, druipen af.
Vriendelijk nodigt hij de herderinnen naderbij en put uitputtend voor hun wolvee. De meisjes bedanken de vreemdeling en keren vroeger dan anders huiswaarts. De Hebreeuwse Egyptenaar kijkt hen na.

Thuisgekomen kijkt de vader van de zeven zussen verbaasd op dat ze al terug zijn, waarop ze hem vertellen van de vriendelijke Egyptenaar. Vader is bijna verontwaardigd dat ze hun redder daar hebben laten zitten in plaats van uit te nodigen voor de maaltijd. Dus snellen de meisjes terug naar de plek waar Mosjee nog steeds zit en vragen hem schuchter om mee te gaan naar hun huis. Mosjee wil natuurlijk niets liever, want hij is wat voor de meisjes gaan voelen. Als ze hem onderweg vertellen dat ze zussen zijn, wordt het aanbod dat hun vader Jitro hem doet nog verleidelijker: hij kan zolang als hij wil bij hen verblijven, de kudden weiden en wachten tot zijn patriottische misdaad in Egypte vergeten is en hij weer kan terugkeren naar zijn volk.
Intussen kan hij de zeven maagden – dat was in die tijd nog synoniem voor "meisjes" – beter leren kennen. Het lijkt het paradijs wel. Uiteindelijk kiest hij Tsipora, het leukste meisje en degene die zich het meest tot hem aangetrokken voelt, als zijn vrouw.
Dit geeft Mosjee de kracht die hij nodig heeft voor de toekomst, want er wachten hem nog tientallen zware jaren.


maandag 3 februari 2014

Verjaardagen, lekker nuttig


,,Ga je nu al? Je bent er net.”
,,Ja. De wet schrijft voor dat ik me op dit verjaardagsfeestje vertoon, maar niet hoe lang ik moet blijven.”
,,Dat klinkt als tegenzin.”
,,Ja… je kun nog beter televisie kijken dan naar een verjaardag gaan.”
,,Hoezo?”
,,Het is allebei tijdverspilling, en een verjaardag is bovendien vermoeiend.”
,,Een verjaardag is toch leuk? Hoezo tijdverspilling?”
,,Als je iemand wil zien maar niet wil spreken moet je naar z’n verjaardag gaan. Het grootste deel van de avond moet je over koetjes en kalfjes praten met mensen met wie je niks heb.”
,,Verjaardagen zijn toch gezellig?”
,,Welnee.”
,,En je eigen verjaardag dan?”
,,Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet het ook een ander niet. Als ik niet uitgenodigd wil worden voor verjaardagsfeestjes, dan zal ik dat ook anderen niet aandoen.”
,,Zo mis je wel een mooie kans om mensen te leren kennen.”
,,Des te beter. Hoe meer mensen je ken, hoe meer verjaardagen, bruiloften en begrafenissen je heb.”

De hoenders stuiven kakelend uiteen om de knuppel te ontwijken.

Hoe irritant kun je zijn?