maandag 24 april 2017

In memoriam: de negentiende eeuw

Zaterdag een week geleden overleed op 117-jarige leeftijd de Italiaanse Emma Morano, de laatste mens die geboren was in de negentiende eeuw. Daarmee is het laatste draadje dat ons nog met die eeuw verbond doorgesneden. Onder de levende wezens resteren nu alleen nog bomen en een paar diersoorten die de jaren 1800 hebben meegemaakt. Maar aangezien planten en dieren zich weinig aantrekken van menselijke jaartellingen, en geschiedenisboeken en monumenten levenloos zijn, betekent het overlijden van Emma Morano het definitieve afscheid van de negentiende eeuw, ongeborenen buiten beschouwing gelaten (de Japanse Nabi Tajima en de Jamaicaanse Violet Brown zijn verwekt in 1899 en nu nog onder de levenden).

De negentiende eeuw heeft net als alle andere eeuwen oorlogen gebracht; ook bereikte het Europese kolonialisme er een hoogtepunt. In de Verenigde Staten van Amerika werden de laatste vrije indianen uitgeroeid.
In de negentiende eeuw kwam de industrialisatie op, met als gevolg milieuvervuiling en uitbuiting van fabrieksarbeiders.

Toch was de negentiende eeuw ook een mooie tijd. Ondanks de armoede die op veel plaatsen nog heerste was er in de westerse wereld veel schoonheid te vinden. In de mode, bijvoorbeeld; de negentiende eeuw was de tijd van de echte dames en heren, de tijd waarin de schoonheid van dameskleding een hoogtepunt bereikte. En dat gold ook voor de schone kunsten, met name de schilderkunst en de muziek.
Hoewel, eigenlijk was de Avondlandse cultuur al over zijn hoogtepunt heen. De muziek en schilderkunst waren nog van hoogstaande kwaliteit, maar de mogelijkheden raakten uitgeput, en de destructieve twintigste eeuw stond klaar. Alvorens zich in die rationeel-materialistische afgrond te storten blikt de negentiende-eeuwer nog eenmaal terug, mijmerend over zijn verloren jeugd, zoals Spengler het omschrijft; de Romantiek deed zijn intrede. De cultuur van ons Avondland is, op misschien wat te alledaagse wijze, te vergelijken met de beklimming van een huis: voorgevel, een oplopend zadeldak, na de nok (Barok) weer afdalen – de Romanticus slaagt erin, terugkijkend naar het schone verleden, nog enige tijd te blijven hangen in de dakgoot om dan als Rationalist op het platte keukendak te vallen.
Eigenlijk begon de Romantiek al in de achttiende eeuw met boeken als Goethes Die Leiden des Jungen Werthers, maar de negentiende eeuw was de eigenlijke eeuw van de Romantiek. Muziek, dans en realistische schilderkunst bloeiden als nooit tevoren, met prachtige feestavonden, lieflijke prieeltjes en kunstenaars als Albert Bierstadt, William-Adolphe Bourghereau, John William Godward, Daniel Ridgway Knight, Barend Cornelis Koekkoek en Edmund Leighton.
De schoonheid van de natuur werd herontdekt, bewonderd en bejubeld in welluidende gedichten.

Het Nederlandse cultuurlandschap was rond 1850 op zijn fraaist. Helaas waren de oerbossen ontgonnen (het laatste Nederlandse oerbos, het Beekbergerwoud, sneuvelde in 1871), maar wat ervoor in de plaats was gekomen was toch bijzonder rijk en kende de hoogste biodiversiteit ooit. Het verkavelingspatroon verschilde per streek en toonde feilloos de grondsoort en de geschiedenis. Schrale kavels met een zeer hoge soortenrijkdom aan planten en kleine dieren werden van elkaar gescheiden door houtwallen vol vogelnesten of sloten vol waterleven. Boeren werkten, zij het noodgedwongen, nog samen met de natuur en kenden over het algemeen aardig wat planten en dieren. Ook werkten ze samen met elkaar, bijvoorbeeld in de hooibouw, die nog volledig afhankelijk was van handwerk en paardenkracht. De koeien bezaten hoorns en misten lelijke oormerken. Lawaaierige machines en auto’s waren nog nagenoeg afwezig, mensen hadden de tijd om te voet met een koe of een mand vol eieren naar de markt te gaan en een praatje te maken met deze of gene.
De boeren voelden zich voor het welslagen van hun oogst nog ten volle afhankelijk van de hemel en bijna alle mensen geloofden nog in God. Dat was waardevol.

De twintigste eeuw heeft ons goede dingen gebracht, maar in vele opzichten was de voorgaande beter en mooier.
Vaarwel, negentiende eeuw. Vaarwel, goede oude tijd.

maandag 17 april 2017

Koeien in de wei

Lentefeest. De lente, daar horen eitjes bij, en bloemen. En koeien in de wei.

“Mei, koeien in de wei”, heette het vroeger. Tegenwoordig kunnen ze al in april naar buiten, maar toch liggen de meeste graslanden er verlaten bij. Daar moet verandering in komen, vond de politiek. En deze keer geef ik haar gelijk, ondanks dat het door hele volksstammen geroepen wordt, burgers die niks van boeren weten. Laatst schreef ik lovend over de SGP, maar op dit punt ben ik het toch met die partij oneens. Het “verdienmodel” van de boeren moet niet ten koste gaan van weidegang, want het achterwege laten van weidegang gaat ten koste van de beleving van het Nederlandse landschap en van de natuur. Begraasd weiland is namelijk, mits de begrazingsdruk niet te hoog is, aantrekkelijker voor insecten en voor weidevogels. Dus moeten de koeien weer naar buiten.

Ja, waarom niet? Vanwege het verdienmodel. Een boer rekende me voor: twee cent per liter melk aan gewasverlies, want koeien vertrappen gras en bemesten het te onregelmatig. Eén cent per liter aan kosten voor omheining en dergelijke; en twee cent verdriet. Oftewel: extra werk. Iedere dag de koeien naar buiten laten en later weer binnenhalen. Mooi werk, maar voor de zakelijk ingestelde boer te omslachtig. Tenzij de melkfabriek er extra geld tegenover stelt. Twee cent per liter.
Voor sommige boeren is dat net genoeg om hen over de streep te helpen toch weer te gaan weiden. Dat wordt lachen, want hoe weten koeien die hun hele leven op stal hebben gestaan hoe ze moeten grazen? Er schijnen weken overheen te gaan voordat ze het snappen, tenzij ze kunnen meelopen met koeien die het kunstje van tong om gras heen slaan en afsnijden nog kennen – dan kunnen de binnenstaanders het in een paar dagen leren.

Het is waar, beweiding is slecht voor het milieu. Meer ammoniakuitstoot, minder benutting van de grond. Maar een soortgelijke strijdigheid geldt voor de meeste landbouw- en milieugerelateerde zaken: weidevogelbeheer, scharrelkippen, onthoornen, windturbines, noem maar op. Mijn mening is dat de voordelen van beweiding opwegen tegen de nadelen.

In 2020 moet 80% van het aantal Nederlandse melkveehouders weidegang toepassen, anders wordt het verplicht. Het werkelijke aantal schijnt er nu, ondanks de lege weiden, niet ver onder te liggen. Deels zal dat komen doordat de meesten hun vee pas naar buiten doen na de eerste snee, het malse voorjaarsgras voor in de kuil. Deels ook doordat het minimum voor weidemelk ligt op 120 dagen per jaar 6 uur. Dat komt neer op slechts een twaalfde deel van de totale tijd. En da’s niks veul. Dus ik zou de koên mer lekker n’r bute doên, a‘k joe was. He’n ze schik van.

maandag 10 april 2017

De heilige koe

De postbode probeert het pakketje in de brievenbus te duwen, maar het blijft er voor de helft uitsteken. Dat is de ellende van die brievenbussen met de opening aan de zijkant; als die aan de bovenkant zit gaat het eigenlijk altijd. Nou ja, dan maar aanbellen. Hij stuurt zijn fiets met fietstassen naar de aan de zijkant van het huis geplaatste voordeur, langs de auto van de bewoners. Past precies. Afstappen is met die zware tassen niet altijd handig. Op aanbellen doet een mens van een jaar of vijfenzestig de deur open.
,,Pakketje, alstublieft.”
Geen bedankje, maar een berisping. ,,Wil je niet met je fiets langs mijn auto gaan?”
,,Het gaat helemaal goed, mevrouw. Ik heb het vaker gedaan.”
,,Ik zet mijn auto juist zo ver mogelijk op de oprit en jij fietst er maar langs. Pas had ik nog een kras op de lak.”
De postbezorger antwoordt niet meer, maar rijdt zijn fiets achteruit terug naar de straat. Sommige mensen zijn niet voor rede vatbaar.

In India heb je de heilige koeien. Hindoes zullen koeien nooit kwaad doen; vanwege het grote nut voor de mens heeft het dier in het hindoeïsme een heilige status gekregen. Wij in ons verlichte Westen doen niet aan heilige koeien; wij vereren heilig blik.

In Italië gaat de mensen wat nonchalanter om met auto’s. Tegen een muur of tegen een andere auto parkeren schijnt daar dagelijkse praktijk te zijn. Een verademing voor de postbode en andere mensen die wel eens in aanraking zijn gekomen met mensen die overbezorgd zijn over het uiterlijk van hun vervoermiddel – wie niet?
Goed, het is niet verkeerd om zuinig te zijn op je spullen, maar Nederlanders zijn compleet doorgeslagen als het om hun auto gaat. Hun auto is hun statussymbool, en het minste krasje kan blijkbaar hun status, hun zelfvertrouwen of hun welbevinden schaden, of misschien wel alle drie. Tja. Misschien hebben we niets anders om ons druk over te maken.

maandag 3 april 2017

Erdogan rukt op

Vrijheid van meningsuiting steeds meer onder druk

Tja, Frankrijk. Dat is een raar land, waar je zulke dingen van kun verwachten, zie bijvoorbeeld dit bericht. Zulke dingen – als het gaat om het inperken van de vrijheid van meningsuiting, onder het motto, of wellicht moeten we inmiddels zeggen "mom" van "vrijheid, gelijkheid en broederschap", de leus van de nietsontziende Franse Revolutie. In december is daar een wet aangenomen die verbiedt negatieve informatie over abortus provocatus te verspreiden die vrouwen die aan die optie denken zou kunnen overhalen ervan af te zien. Ook mocht het filmpje Dear Future Mom niet op tv worden vertoond. Het mediaregulerend gedrag van Poetin en consorten roept in een land als Frankrijk kennelijk bewondering op.

Turkse toestanden ook in Spanje. Tja, het land dat rond 1500 zijn joodse bevolking verdreef dan wel uitroeide, en rond 1600 op wrede wijze zijn protestanten uitmoordde. Dat was ten behoeve van het rooms-katholieke geloof; inmiddels viert er een ander geloof hoogtij.
In sommige regio's schijnen wetten seksuele voorlichting aan kleuters te verplichten, met bijzondere aandacht voor anders-geaardheid – de LHBT-lobby is er sterk. Dat bleek ook toen HazteOir, de Spaanse tak van de organisatie CitizenGo, geen toestemming kreeg een reclamecampagne te voeren tegen een onsmakelijke LHTB-reclame. Toen de organisatie daarom een bus met een tegenleus door Madrid liet rondrijden werd die door de autoriteiten opgesloten en kwam er een stroom van bedreigingen (!) op gang, gevolgd door heftige debatten over de vrijheid van meningsuiting. Dat nog wel.
Afgelopen week ging de organisatie met de gewraakte bus – nu met Engelstalige belettering – naar de VS om te demonstreren bij het VN-gebouw in New York ter gelegenheid van een vergadering van de Commissie voor de Status van Vrouwen. Wat denk je dat er gebeurt? De bus wordt beschoten. Beklad en doorzeefd met kogels; de chauffeur komt er met lichte verwondingen vanaf.

Maar het komt ook dichter bij huis. België is hard bezig zijn katholieke wortels te verbranden. Ook in België is de haat tegen alles wat riekt naar Pro Life (vóór het leven) groot. Anderhalve week geleden werd een gastdocent van de Université Catholique (!) de Louvain ter verantwoording geroepen omdat hij in een artikel had aangetoond dat abortus moord is. Kennelijk mag hierover op de universiteit geen discussie worden gevoerd.

En Nederland? Een land dat tot nog toe verschoond is gebleven van een terroristische aanslag in de reeks van de afgelopen anderhalf jaar en evenmin zulke uitspattingen kent als hierboven geschetst… Is het waar? We kennen al de verplichting voor trouwambtenaren, en ook in het (bijzonder) onderwijs worden de regels omtrent politiek welgevallig gedrag strenger, om maar wat te noemen. Ach ja, misschien moeten we het ook maar laten gaan. Het is tenslotte wel zo makkelijk als anderen voor je nadenken.