maandag 26 september 2016

Mooie straatmuziek

Wellicht denk je bij straatmuziek meteen aan straatmuzikanten die vooral ’s zomers in de steden hun vaardigheden laten horen – soms heel matig, soms voortreffelijk, anders iets er tussenin. Soms gewoon een gitaar of harmonica, soms een bijzonder instrument als een glasharp. Meestal spelen ze alleen, soms met z’n tweeën of drieën; af en toe met een grotere groep, zoals de panfluitindianen – die ik trouwens nooit meer zie (in elk geval Veenendaal lijken ze helaas verlaten te hebben), zie jij ze nog wel eens?
Heel af en toe wordt er ergens een groter muziekstuk opgevoerd, zoals een stukje uit een symfonie van Beethoven. Fantastisch.

De meeste straatmuziek is echter te horen op braderieën, en die is meestal minder fantastisch. Gewoonlijk wordt niet veel meer dan Amerikaanse of Nederlandse popliedjes te horen gebracht, doorgaans flink versterkt en afgewisseld door een in een microfoon pratende blaaskaak, nog veel erger versterkt, zodat het kilometers verder nog te horen is. De echte, klassieke muziek wordt node gemist.
Wat ik ook mis bij zulke gelegenheden is christelijke muziek. Jawel, er zijn natuurlijk redenen te bedenken waarom die niet te horen is, maar die vind ik niet steekhoudend. Ik zal bij elk argument aangeven waarom.

  1. Christelijke muziek is niet geschikt voor op straat, te intiem of juist te nadrukkelijk over God. Dat argument begrijp ik, maar vind ik toch twijfelachtig. Heel wat wereldse liedjes zijn evengoed intiem of expliciet. Hoewel ik ook niet zeg dat ieder christelijk lied geschikt is voor op straat, zijn er vele wél geschikt. En mocht je als organisator of muzikant toch bang zijn dat de christelijke boodschap te veel opvalt, dan kun je kiezen voor bijvoorbeeld een Spaanstalig nummer.
  2. Niet-christenen zouden zich eraan storen. Kan waar zijn, maar dat omgekeerd christenen zich zouden kunnen storen aan wereldse liedjes, dat schijnt niet ter zake te doen. Zelfs in kerkelijke dorpen werkt dat zo. En vrolijke liedjes zijn juist sfeerbevorderend. Kortom: slecht argument.
  3. Christelijke muziek is saai, niet mooi of van onvoldoende kwaliteit. Dat zal opgaan voor een groot deel, zeker voor veel simpele koormuziek of Amerikaanse gospel. Maar dat het argument is evengoed geldig is voor seculiere muziek, daaraan storen de organisatoren van braderieën zich niet; de voor zulke gelegenheden uitgekozen muziek is juist vaak saai, niet mooi en/ of van onvoldoende kwaliteit. Er bestaat daarentegen heel wat goede en ook voor een groter publiek geschikte christelijke muziek, in allerlei talen.
  4. Evenals klassiek musici zijn christenen niet zo schreeuwerig dat ze hun muziek op zo’n profane gelegenheid als een braderie laten horen. Goed argument, maar toch niet helemaal. Als alleen inhoudsloze schreeuwers een stem krijgen in de openbare ruimte, dan komt dat niet ten goede aan de kwaliteit van de samenleving. Schaam je dus niet voor je klassieke kwaliteitsmuziek dan wel inhoudsvolle christelijke muziek, en ga ermee de straat op of het winkelcentrum in, of zoals SGP-jongeren vorig jaar naar de hal van de Tweede Kamer. Wij hebben een boodschap! Buitendien, christelijke muziek hoeft niet vergezeld te gaan van een evangelisatiecampagne maar kan evengoed gewoon mooi zijn, ook voor op straat.

maandag 19 september 2016

Energieverspilling

’s Avonds als het dagwerk is gedaan, op zaterdag, op zondag… straten vol hardlopers en sportzalen vol mensen die zich uitsloven op oefentoestellen. Tja, je moet wat, als je de hele dag op kantoor zit.

Bij de post lagen onlangs twee blaadjes bij elkaar: één van een hulporganisatie, met een foto van een ondervoed negerjongetje bij wie de armdikte gemeten wordt; en één van een bedrijf dat stappentellers verkoopt, met een foto van zo’n horloge annex stappenteller om een pols.

Oproepen tot een duurzamer leven en geklaag over milieuvervuiling door veehouderij en andere zaken zijn niet van de lucht. Goeddeels terecht, hoor; ik doe daar weinig van af. Maar aan de andere kant verstoken wij massa’s kilojoules voor de mussen, zal ik maar zeggen. Niet dat die mussen daar iets aan hebben.

Het keuterboertje zwoegt van zonsopkomst tot zonsondergang om z’n kostje bij elkaar te krijgen. Moeder de vrouw, die al even hard werkt om huis en huishouden draaiend te houden, zorgt met de middag voor een eenvoudige doch voedzame maaltijd. Met die energie kunnen zij, haar man en hun kinderen het werk aan.
Vaak is het zwaar, maar het loont de moeite: gezond werk in de buitenlucht, waar je spieren van stalen; eten van eigen land, waar je niet voor hoef te betalen. Nauwelijks afval, wat er is dient als veevoer of als mest. De kringloop is nagenoeg gesloten.

Ziehier de uitersten: de agrarische samenleving (Nederland anno 1816) en de dienstenmaatschappij (Nederland anno 2016). Wat is duurzamer? In de zin van "blijvend" is de agrarische samenleving in Europa naar het schijnt niet duurzaam gebleken, want zij bestaat niet meer op die wijze; maar of onze postindustriële economie duurzaam zal blijken is de vraag. Niet alleen putten we de Aarde uit door het in gassen en plasticsoep omzetten van de fossiele hulpbronnen, maar ook verspillen we hopen energie voor de bereiding van ons voedsel, dat we vervolgens deels weggooien, deels omzetten in nutteloze bewegingsenergie.
Enkele biologisch(-dynamisch)e boeren hebben een bedrijfskringloop ontwikkeld die veel lijkt op die van het keuterboertje van voorheen. Maar een paar van zulke geitenwollen-sokkenfiguren zetten geen zoden aan de dijk. Wel zetten ze ons aan het denken.
Het is niet ondenkbaar dat we binnen afzienbare tijd zullen worden gedwongen tot een soort agrarische samenleving zoals van destijds, hetzij doordat we de Aarde uitgeput hebben, hetzij al eerder doordat de westerse economie klapt (de ‘crisis’ van onlangs had niets te betekenen). Het is te hopen dat de kennis over het boerenleven van toen dan niet verloren gegaan is, want anders zal het niet meevallen om ondanks onze technologische verworvenheden – voor zover die de overgang overleven – de levensstandaard te halen van die arme boertjes. Cursussen wol spinnen, bijen houden, groente inmaken, kruidengeneeskunde… doen!

Nu is het van belang dat we onze energie zinvol benutten. Aandelenhandelaars, belastingadviseurs, technocraten, bordeelhouders en anderen met een nutteloos of zelfs kwalijk beroep: verander van baan en ga wat zinnigs doen met je leven.
En allen die nog geen zinvolle lichamelijke arbeid verrichten: ga bijvoorbeeld een moestuin aanleggen, of met IVN of A Rocha wilgen knotten. Beter voor de Aarde, voor de wereld én voor jezelf.


maandag 12 september 2016

Egoïsme loont

Een maatje om mee te vrijen, als je er zin in hebt kinderen, ’s avonds wat prettig gezelschap. Een relatie moet leuk zijn. En blijven. Het moet niet ten koste gaan van je carrière; in deze tijd word je natuurlijk geen huisvrouw meer. Vroeger was dat goed beschouwd al dom, maar nu helemaal, want het kost bakken met geld: een kostwinner betaalt tot vijf keer zoveel belasting als een tweeverdienersgezin met hetzelfde totaalinkomen.

Onlangs maakten organisaties die ieder jaar kindertjes uit Wit-Rusland en omgeving hierheen halen voor een paar weken vakantie bekend dat ze bijna geen gastgezinnen meer kunnen vinden en dat de arme drommeltjes dus het hele jaar in Tsjernobyl moeten blijven. Hoekom? Geen moeder de vrouw die overdag thuis is. Tja, je kunt niet alles hebben.

Denken aan jezelf loont. Nu ja, soms komt daar een echtscheiding van en dat brengt natuurlijk kosten met zich mee. Misschien is het zo beschouwd nog het verstandigst om niet te trouwen; dan kun je ten minste makkelijker uit elkaar als je op elkaar uitgekeken bent. Alleen voor de kinderen is het een beetje vervelend. Tja, een kleinigheidje hou je toch.

maandag 5 september 2016

De schurken van Ahold

Het fusiebedrijf Ahold-Delhaize is een feit. Een feestje voor de onderhandelaars, maar niet voor u en mij.

Albert Heijn was de grootste supermarktketen in Nederland. Toch waren de AH-topmannen daarmee niet tevreden, en werden andere bedrijven in binnen- en buitenland ondergebracht bij Ahold, de in de jaren zeventig bedachte naam van het moedervennootschap, waaronder Etos, Gall & Gall en Bol.com. Vervolgens ontketende Ahold, als machtige marktpartij, in 2003 een prijzenoorlog, waardoor onder andere Edah het veld moest ruimen. Opgeruimd staat netjes, moet directeur Anders Moberg hebben gedacht.
Tevreden? Welnee. De weg van boekhoudfraude was al geprobeerd, maar helaas kwam dat in (hetzelfde jaar) 2003 aan het licht, en dat heeft het internationale bedrijf een lieve duit gekost. Dus had de nieuwe directeur (CEO, heet dat tegenwoordig) Dick Boer (ironische naam) een beter idee: fuseren met de Belgisch-internationale supermarktketen Delhaize. Dat is dus gelukt. En daarmee is Ahold-Delhaize de grootste in tal van Europese landen en het oosten van de VS.
Tevreden? Welnee.

Ahold heeft nog een vuil trucje in zijn trukendoos. Een jaar of tien geleden is die al met succes uitgeprobeerd: eis van je grote leveranciers met terugwerkende kracht een grote korting, op straffe van beëindiging van het contract. De meesten kozen eieren voor hun geld, maar niet Peijnenburg. Dus moest Peijnenburg-koek uit de Albert-Heijnschappen. Maar ja, een zo sterk merk, dat kun je niet missen: je klanten gaan erom vragen en lopen als je pech heb naar de concurrent. Zodoende moest AH uiteindelijk bakzeil halen. Toch was het doel bereikt: een lagere prijs voor de meeste grote merken. Dat die handelaars de prijsverlaging doorberekenen aan hun leveranciers, uiteindelijk de boeren – met alle gevolgen van dien voor dierenwelzijn en landschap –, zal mannen als Moberg en Boer een worst wezen. Dat sommige van die boeren, traditioneel afkerig van Albert Heijn, daar nu voor buigen als een knipmes, omdat ze via een kleine organisatie als Delta Milk zuivel leveren aan AH, is vast hilarisch.
Nu dus die truc weer van stal gehaald: met terugwerkende kracht per 1 januari een "integratiebonus" en nieuwe voorwaarden geëist van de grote leveranciers als Nestlé, FrieslandCampina en Hak (en vermoedelijk ook Peijnenburg). Dat zo’n maatregel indruist tegen de Code Eerlijke Handelspraktijken, jammer dan.

Maar, werpt u misschien tegen, lagere inkoopprijzen zijn in het voordeel van ons als consument. Toch niet, om twee redenen. De eerste heb ik al genoemd: de gevolgen voor de landbouw. Willen we voorkomen dat de laatste restjes natuur en landschap worden verpest, dan moet er veel belastinggeld worden geïnvesteerd. De tweede is dat als de marktleider nog meer concurrentievoordeel krijgt, dit uiteindelijk weer tot prijsverhogingen kan leiden.

Het voornaamste doel van de mannen met het grote geld is: nog meer geld verdienen. Geld is macht, en wie dat heeft kan het gebruiken om er nog meer van te krijgen. Natuurlijk hebben we de Mededingingsautoriteit, maar die heeft ook maar beperkte macht. Uiteindelijk echter is de consument machtiger – als die massaal besluit winkels van Albert Heijn links te laten liggen kan dat een mooi signaal afgeven. Dus: koop niet bij Albert Heijn.

De grote leveranciers zijn welbeschouwd even machtig. Als ze met z’n allen besluiten niet op de nieuwe voorwaarden van Ahold-Delhaize in te gaan, dan levert dat op langere termijn voordeel op, zowel voor de handelaren zelf als voor de boeren – met alle gunstige gevolgen van dien. Dus: barst maar, als het zo moet willen wij niet eens zaken doen met jullie.