maandag 29 september 2014

De hemel

Met een kritisch verstand
heb je danig het land
aan alles wat je slechts moet geloven.
Je zegt in je spot:
"Daarboven woont God;
maar de aarde is rond, dus wat is boven?"
Zo zong Hodos in de jaren tachtig. Het antwoord op de kritische vraag wordt niet gegeven, maar is in werkelijkheid heel eenvoudig: Overal. Immers, nergens op aarde hang je op de kop, overal rond de aarde bevinden de wolken of de sterren zich boven je hoofd. De hemel is dus overal, en daarmee God ook, want Die woont zoals bekend in de hemel.
Maar wat is de hemel? Klassiek worden drie 'niveaus' onderscheiden:
1.     de wolkenhemel, de dampkring;
2.     de sterrenhemel, het heelal;
3.     de engelenhemel, de woonplaats van God.
De eerste twee zijn helder, maar hoe zit het met de laatste? Waar bevindt zich die? Voorbij de uiterste grenzen van het heelal, op een onnoemelijk aantal lichtjaren afstand? Hoe is het dan mogelijk dat engelen geregeld op aarde verschijnen, en dat God volgens de klassieke theologie alomtegenwoordig is, dus overal aanwezig? Volgens mij – en andere, grotere denkers – moet de hemel niet worden gezocht buiten de grenzen van het ons bekende heelal, maar in een hogere dimensie die onze drie-dimensionale werkelijkheid omvat zoals een drie-dimensionale ruimte een twee-dimensionale film kan omvatten. Een wezen uit de, zeg, vierde dimensie kan in onze wereld 'binnenstappen' zoals een wezen als u en ik kan 'binnenstappen' in een plat vlak. Voor de waarnemer uit de lagere dimensie verschijnt het hogere wezen uit het niets en verdwijnt weer in het niets, onzichtbaar. Dit verklaart de verhalen over engelenverschijningen, bijvoorbeeld in de Bijbel. Zoals de engel die aan Gideon verscheen en in een offervlam verdween; of het engelenleger rond Dothan, dat voor Elisja zichtbaar was maar voor de vijand en aanvankelijk voor Elisja's knecht niet.
Maar hoe kan het dan dat God zoals gezegd alomtegenwoordig is en de engelen niet? Misschien doordat God een ander soort Wezen is dan de engelen, misschien doordat Hij zich in andere (meer?) dimensies beweegt. Hierover kunnen we slechts speculeren.

En hoe zit het dan met het verhaal dat gelovigen die sterven naar de hemel gaan? Hier moet ik allereerst opmerken dat alles wat ik in dit artikel schrijf mijn beste inzichten en verbeeldingen zijn aan de hand van de vrij schaarse bijbelse gegevens en de huidige natuurkundige kennis. Welnu, als "iemand sterft", dan sterft slechts zijn lichaam; zijn geest of ziel verhuist naar een hogere dimensie – dat is wat wij in dit verband "hemel" of "hel" noemen.
Maar eens komt de grote dag van het einde van de wereld. Dan worden volgens de Bijbel de graven geopend en de doden opgewekt; onvoorstelbaar, maar hoe het dan ook zal gaan, de zielen krijgen weer een lichaam, en nu onsterfelijk. Tegelijkertijd wordt de aarde als het ware schoongeveegd en worden er een nieuwe aarde en hemelen geschapen. Dan wordt het werkelijk groots: de derde hemel, waar God en de engelen wonen, hoeft uiteraard niet herschapen te worden, maar verenigt zich met de aarde (met een gezuiverde dampkring), in dezelfde dimensie. Het onderscheid tussen de zichtbare en de onzichtbare wereld wordt opgeheven! Dat zou nog gevaarlijk worden als niet ook het duistere, vijandige deel van de geestelijke wereld, Satan met zijn demonen, wordt verbannen naar de hel.
De vernieuwde aarde wordt dan een paradijselijke wereld waarin wolf en schaap, leeuw en gazelle vredig samenleven, waar niemand meer wordt gekweld door hitte of vrieskou, waar je mango's mag eten zoveel je wil. Geen terroristen meer, geen ziekte, geen verdriet. Lijkt je dat wat? Voor wie is dit geen prettig vooruitzicht? Nou, voor zeelui, want "de zee was er niet meer", voorzag de apostel Jochanan. Of voor liefhebbers van hardrock; of voor stadshaters zoals ik, wat straten van goud lijken me nauwelijks beter uit te houden dan straten van asfalt of beton, en vermoedelijk krijg ik dan toch een huisje in de stad en moet ik een eind lopen om in de prachtige nieuwe natuur te komen. Eigenlijk zijn er voor iedereen wel minpunten. Behalve voor mensen die van God houden, want Die zal het stralende, allesbeheersende middelpunt vormen. Voor mensen die niet van God houden zal het op de nieuwe aarde zodoende niet om uit te houden zijn.
Maar de andere optie, de hel, zal nog minder uit te houden zijn, en zal even oneindig lang duren. (Het lijkt me niet verstandig om erop te gokken dat "dit alles niet bestaat" – het risico is gewoonweg te groot.*) Daarom blijft er eigenlijk maar één verstandige keuzemogelijkheid over: zorg dat je wat 'heb' met Jesjoea, met God, dat het een prettig vooruitzicht wordt om een eeuwigheid lang met Hem samen te zijn; zoals het huwelijk voor een verloofd stel over het algemeen bepaald geen onprettig vooruitzicht is. Kortom, hemels.


* risico = kans x effect; zelfs al zou de kans dat wat de Bijbel vertelt waar is klein zijn, dan nog is het effect zo oneindig groot dat de uitkomst van de vermenigvuldiging, het risico, te groot is om te worden genegeerd


maandag 22 september 2014

Geef de Koerden een eigen staat!

Al eeuwenlang vormen de Koerden een eigen volk met een eigen taal, maar zonder eigen land. In het verdrag van Sèvres in 1920 werd de Koerden onafhankelijkheid beloofd, maar dat is nog nooit verwezenlijkt. Nu wonen de meesten van de pakweg 35 miljoen Koerden, vaak onderdrukt, in een gebied in de grensstreek van Turkije, Irak, Iran, Syrië en Azerbeidzjan; de overigen zijn verspreid over Europa en andere werelddelen.
De Joden hebben een eigen staat gekregen, vele voormalige Sowjetrepublieken hebben voor het eerst of opnieuw onafhankelijkheid verkregen, maar niet de Koerden. Herhaaldelijk hebben Koerdische groepen gestreden voor een onafhankelijk Koerdistan, maar nog altijd zonder succes. Alleen in Irak heeft het Koerdische gebied een zekere autonomie verworven, doch dat wordt nu opnieuw bedreigd; ditmaal door de eigen geloofsgenoten van de meerderheid der Koerden, de soennitische Islamitische Staat in Irak en de Levant, de schurken waar al deze hele zomer de kranten bol van staan.
Vorige maand relativeerde ik mijn standpunt nog met een opmerking over de Arabische ziel, maar nu geloof ik dat zelfs daar geen mogelijk verzachtende omstandigheid meer is te vinden. De IS(IL)-ploerten zijn spijkerhard en zijn keihard bezig alles wat godsdienst de moeite waard maakt te verwoesten, betoogt Nuweira Youskine in Trouw. En een gevoelloos mens is een slecht mens.

Wij kondigen een dag van nationale rouw af voor wat slachtoffers van een vliegramp, maar wat doen we voor de oneindig veel grotere ellende in het Midden-Oosten? We laten de Koerden de kastanjes uit het vuur halen. Goed, misschien is een nieuw Amerikaans grondoffensief niet de oplossing, maar geef de Koerden dan ten minste de toezegging van een eigen staat; dan hebben ze echt iets om voor te vechten.

Boko Haram ziet het voorbeeld van IS in Syrië en Irak en is bezig in Nigeria een kalifaat op te bouwen, met dezelfde beestachtige middelen. En de regering onderneemt er vrijwel niets tegen – het leger durft niet te vechten tegen de bandieten. Zodoende zijn de christenen hun weerloze slachtoffer: niemand beschermt hen en zelf willen ze, het voorbeeld van Christus volgend, geen wapens opnemen. Hun moed is grenzeloos, maar met moed alleen worden weinig oorlogen gewonnen. En dit ís een oorlog, tegen handlangers van de satan zelf, ik kan het niet anders zien. Als je landsregering je onderdrukt heb je weinig andere keus dan ondergronds te gaan en je niet te verzetten; maar hier is het juist in het belang van de regering als de christenen zich gewapenderhand zouden verdedigen. Jean Cauvin, een man wiens godsvrucht buiten kijf staat, heeft zelfs gesteld dat het geoorloofd is in opstand te komen, als die geleid wordt door een lagere overheid en als de godsdienst(vrijheid) in gevaar komt. Nu, dat laatste is hier uitermate dringend aan de orde. En het betreft in Nigeria, Syrië, Irak en op Mindanao niet eens een opstand tegen de regering, maar hoognodige verdediging tegen aanvallen van duivelse terroristen die er opuit zijn andersgelovigen geen leefruimte over te laten.

Daarom een dringende oproep aan alle in de genoemde landen werkzame zendings- en hulporganisaties en aan de westerse regeringen: geef Nigeriaanse en Filippijnse christenen wapens en de Koerden een eigen staat.

maandag 15 september 2014

Voor de tv, achter de pc?

Het schijnt, en de taaladviesdienst van Onze Taal bevestigt het zelfs, dat je voor het ene beeldscherm zit en achter het andere. De redenering: "Achter" gebruik je bij actieve bezigheden, "voor" bij passieve – of nee, de gebruikte formulering is eigenlijk "past het beste bij", wat al aangeeft dat het onderscheid niet erg helder is. Waarom is namelijk iemand actiever achter de boeken dan voor de spiegel? Het is nogal betrekkelijk. En bovendien onduidelijk, want "voor" en "achter" moeten om de stelling te onderbouwen een afgezwakte betekenis krijgen die anders is dan in zinnen als "Er ligt veel stof achter het beeldscherm". "Voor" zou dan niet veel meer betekenen dan "met het gezicht gekeerd naar"; goed, en wat betekent "achter" dan?

Wie heeft er baat bij onheldere taal? Geen mens, me dunkt. Daarom is mijn stelling klip en klaar: "voor" en "achter" duiden in combinatie met een voorwerp een positie aan. Die positie kan afhangen van het voorwerp, namelijk als dat ding een voor- en een achterkant heeft. Dat is het geval bij typemachines, computers, televisies, piano's, orgels, spiegels, auto's, aanrechten enzovoort.
Dus opnieuw heel eenvoudig:
  1. Je zit of sta voor het ding als je tegen zijn voorkant aankijk: voor de pc, de radio, het spinet, het aanrecht, de spiegel, de kast.
  2. Je zit of sta erachter als je neus in dezelfde richting wijst als die van het voorwerp: achter het stuur (omdat het gaat om de auto als geheel, niet om het stuur als los ding), de videocamera.
De directeur zit (voor jouw waarneming) achter zijn bureau als jij ervoor staat, maar zelf zit je voor je bureau (anders krijg je de laden niet best open). Ik kan voor de kast staan terwijl ik er met mijn rug naartoe sta. Je kun ook achter de computer zitten, maar dan ben je er iets aan het (schoon)maken of jezelf aan het verstoppen; op dezelfde wijze als dat een foto achter een schilderij aan de muur is gegleden, maar je er zelf voor sta, al dan niet druk bezig.
  1. Als het voorwerp helemaal geen voor- en achterkant heeft hangt de keuze voor het te gebruiken voorzetsel uitsluitend af van de positie van de beschouwer (voor of achter een steen); of is het meer gevoelsmatig ("achter de tralies": buiten, 'voor de tralies', is het echte leven), maar dat zijn uitzonderingen.
Willen we nog dat buitenlanders Nederlands leren? Dan moeten we onze taal niet ingewikkelder maken dan ze al is.


maandag 8 september 2014

Milieubescherming ten koste van alles

Milieubescherming is goed en belangrijk, het is in zekere zin zelfs onze plicht; dat vooropgesteld. Maar soms slaan de goede bedoelingen door, zodat er meer kapotgemaakt wordt dan beschermd.

Het schrijnendste voorbeeld van corrupt twee-matenbeleid op milieugebied is wel de invoering van spaarlampen. Het rendement van gloeilampen is beperkt – energieverspilling dus. Na jarenlange ontwikkeling kwam daarvoor een rendabel alternatief op de markt: de spaarlamp. Inmiddels hadden spaarlampenfabrikanten zoveel politieke invloed verworven dat de kritiek op de spaarlamp vanwege de milieuschade bij productie en ontmanteling in de doofpot werd gestopt. In diezelfde tijd werd een einde gemaakt aan het eeuwenoude ambacht van barometermaker. Oude thermometers en barometers bevatten namelijk kwik, dat giftige dampen verspreidt. De bewuste ambachtslieden werden zodoende blootgesteld aan volgens de nieuwe milieunormen ontoelaatbare hoeveelheden kwikdamp. En zo verdween een mooi vak. Dat de spaarlampen veel meer kwik bevatten, daar hoorde je de misleide politici niet over.
Een ander oud ambacht moest al eerder het veld ruimen onder druk van milieubeleid. Eeuwenlang waren er in Nederland – vooral op de Veluwe, maar ook elders – kolenbranders geweest, die middels een nauwluisterend proces takhout omzetten in houtskool. Tot in de jaren 1960 gebeurde dat in meilers in het bos; de laatste branderij, firma Beekman uit Uddel, gaf uiteindelijk deze nostalgische koolbereidingswijze op en zette het bedrijf nog voort met moderne ovens tot eind jaren '90; toen viel het doek definitief voor het houtskoolbranden in Nederland. De reden? Vermeende milieuschade door de rook.

Duurzame energie is een goed iets. Maar om die naam waard te zijn moet het wel écht duurzaam zijn; een windturbine is dat uiteindelijk niet. En milieuvriendelijk; elektrische energie is dat niet.
En natuurvriendelijk. Op IJsland is een stuwmeer aangelegd dat in een groot deel van de energiebehoefte van het eiland moet voorzien. Maar tegen een hoge prijs: een derde deel van de IJslandse natuur verdween onder water. Dat verlies is onloochenbaar; over de milieuwinst van schone energie kunnen klimaatdeskundigen het nog altijd niet eens worden.
Biodiesel wordt bereid uit plantaardige olieën. De meest lonende leverancier daarvan in onze streken is koolzaad. Om de in Duitsland verplichte 10% bijmenging in gewone dieselolie te leveren worden vele hectaren landbouwgrond onttrokken aan de voedselproductie. Gelukkig komt daar nu weerstand tegen en wordt gezocht naar andere oliebronnen, maar het zal nog wel even duren voordat de fout is hersteld.
Biogas wordt verkregen door vergisting van plantaardig materiaal. Om een vergistingsinstallatie te laten draaien is ook toevoer van energie vereist. Zo kan het gebeuren dat je een batterij trekkers zie ronken om een hoeveelheid gas te winnen die niet opweegt tegen de verstookte diesel. Afvalgroen als bermgras bevat namelijk te weinig energie om het proces lonend te maken; de installaties draaien zodoende op subsidie. Om een hoger rendement te halen moet een energierijkere grondstof worden aangewend; bijvoorbeeld maïs – je raad het al, dat kost wederom landbouwgrond.

De les: blijf kritisch tegenover milieumaatregelen. Soms voegen ze echt iets waardevols toe, maar soms gaan ze ten koste van oude ambachten, natuur of voedselproductie, tegen een twijfelachtige opbrengst. Belangrijk is zelf op een verantwoorde wijze bij te dragen aan het behoud van de natuur; bijvoorbeeld door te voorkomen dat de plasticsoep in zee, die aan talloze zeedieren het leven kost, zich niet uitbreidt; dus door plastic afval gescheiden in te leveren in plaats van achteloos van je af te gooien, en je uit te spreken voor het behoud van statiegeld. Zomaar een paar voorbeelden.

maandag 1 september 2014

Politiek correct

Vandaag is het alweer de honderdste keer dat ik hier mijn mening geef. Tijd voor een feestje… maak ik niet, maar een toepasselijk onderwerp lijkt me toch… nou ja, gepast.

In "Woorden die niet mogen verdwijnen" kwam een categorie van woorden aan de orde die bezig zijn in onbruik te raken doordat ze worden beschouwd als politiek incorrect. Hoog tijd om dit aan de kaak te stellen.
Let wel: ik ben niet tegen het verschijnsel politieke correctheid als zodanig. Kwetsen en beledigen van minderheden is verwerpelijk. In de werkelijkheid keert het gebruik zich echter vaak tegen zichzelf: door een op zichzelf neutrale term als politiek incorrect te beschouwen beledig je juist de betreffende groep en openbaar je jezelf als discrimineel, als rassist.

Het Verdwijnwoordenboek noemt twee van deze gevallen: "ouden van dagen" en "negerjongen". Mijn stelling is duidelijk: door "oude van dagen" als politiek incorrecte term te beschouwen geef je aan iets tegen ouderen te hebben, al is het onbewust. "Oude van dagen" is namelijk niet ontworpen als scheldwoord, maar dat is er (misschien) van gemaakt door mensen die een oud iemand minder waarderen dan een jonger.
Hetzelfde geldt voor "neger", met alle benodigde samenstellingen: "negerin", "negerbediende", "negervrouw", "negerbevolking", "negerdans". Er is niets mis met negers, én er is niets mis met de benaming "negers". Waar wél wat mis mee is, dat is de zeer ten onrechte als politiek correct beschouwde vervangende term "zwarte". Zwart, dat is de kleur van de dood en van zware rouw, van duivelse praktijken en somberheid. Het is werkelijk een schande dat we negers daarmee durven associëren. En dat om hun donkerbruine (!) huid; zwart haar hebben immers ook Fransen en Italianen.

Wie mijn berichten volgt herkent dit van begin vorig jaar (mijn 22e stukje). Het geschrevene over Hottentotten, zigeuners en indianen hoef ik dus niet te herhalen. Aan dat lijstje kunnen er nog verscheidene worden toegevoegd: Turk, jood, homo, boer, allochtoon, uitkeringstrekker… het is eindeloos. Kijk, als je iemand "homo" noemt die het niet is, met het doel om hem te beledigen, dan is dat duidelijk gebrek aan beschaving. Maar om dan het hele woord maar in het lijstje verboden woorden te zetten is bespottelijk. Moeten we alle boeren dan maar "agrariër" noemen en moeten boeren die per ongeluk met "boer" worden aangesproken zich beledigd voelen? Overigens ervaar ik persoonlijk "ICT'er", "manager" of "gentechnoloog" eerder als een belediging. Misschien moeten we zulke woorden (of beroepen?) maar als eerste schrappen…