dinsdag 5 november 2019

Stop de vertuining van Nederland

Na een kort bericht vorig jaar over dit onderwerp kun je nu een petitie ondertekenen. Hierbij een uitwerking van de punten in het verzoekschrift, toegespitst op wilde planten.

Enkele decennia geleden was het Nederlandse natuurbeheer zeer terughoudend met inzaai, maar dit is veranderd en verandert steeds sneller. Hoe langer hoe meer natuurorganisaties gaan over tot inzaai of zelfs aanplant van doelsoorten in nieuw ingerichte gebieden, vaak met de beste bedoelingen. Niet alleen in wegbermen in de stad, maar ook steeds vaker in het buitengebied. En niet alleen in wegbermen, maar ook steeds meer in natuurgebieden. Dit is begrijpelijk en het lijkt een goed streven: verscheidene plantensoorten dreigen uit ons land te verdwijnen en zo kunnen ze misschien voor Nederland behouden blijven. Daarnaast zijn er alarmerende berichten over de achteruitgang van het aantal insecten; inzaai van bloemenmengsels kan hen helpen genoeg voedsel te vinden en daardoor weer in aantal toe te nemen.

Toch ben ik van mening dat dit een ontwikkeling is die we niet moeten willen; ik zal uitleggen waarom.
  1. Het is symptoombestrijding. Maar al te snel wordt overgegaan tot inzaai van kruidenmengsels zonder dat de groeiplek geschikt is, en vaak ook zonder dat er vervolgens het juiste beheer wordt gevoerd. Gevolg is dat de ingezaaide bloemen na een paar jaar weer verdwenen zijn. Weg kostbare zaden. Terwijl een juiste herinrichting en goed beheer kunnen zorgen voor een duurzame populatie van wilde bloemen die ter plekke thuishoren en dan ook de juiste insecten zullen aantrekken. Inzaai geeft sneller resultaat, maar slechts voor de korte termijn. Goed natuurbeheer vergt geduld, maar dat wordt ook beloond. Daar zijn (nu nog) prachtige voorbeelden van.
  2. Het is onnatuurlijk. “Het wezen van de natuur is dat het spontaan is”, zei een ecoloog treffend. Ook als groeiplaats en beheer in orde zijn blijft inzaai een onnatuurlijke maatregel waarmee de ter plekke opkomende planten (volgens genoemde definitie) niet natuurlijk zijn. Er is dan geen wezenlijk verschil meer tussen een natuurgebied en een (heem)tuin. Niet de eigendomssituatie of de aan- dan wel afwezigheid van een afrastering bepaalt het verschil tussen natuur en cultuur, maar de aanwezigheid van spontaan verschenen plantensoorten. Als een plant ergens gebracht is door een vogel of een huisdier is dat nog natuurlijk, want die dieren hebben de soort daar niet opzettelijk gebracht. Een plant doelbewust op een bepaalde plek aanbrengen is tuinieren. Dat geldt heel duidelijk voor de aanplant van gekweekte Tengere distels op Wieringen, maar in feite ook voor inzaai en voor uitstrooien van maaisel van elders met een bekende, op de nieuwe plek gewenste soortensamenstelling. Een tuin is maakbaar. De natuur is niet maakbaar, want dan is het geen natuur meer. We kunnen door inrichting en beheer de omstandigheden gunstig maken voor bepaalde soorten, maar als die soorten zich dan spontaan vestigen vormen zij toch natuur.
  3. Als gevolg hiervan vervaagt het onderscheid tussen natuur en cultuur. Voor een florist is als inzaai en aanplant van wilde soorten in dit tempo doorgaat straks de aardigheid eraf, want op den duur is niet meer bekend welke soorten ergens spontaan voorkomen. Gechargeerd gezegd: als Nederland straks één grote heemtuin is kun je beter hovenier worden. Natuurbeheer heeft er de afgelopen zestig, zeventig jaar mee ingestemd te worden teruggedrongen naar beschermde natuurgebieden, terwijl vele van die gebieden eruitzien als gewone landbouwgrond voorheen. Nu krijgen boeren subsidie als ze een bloemenrand zaaien langs hun akker, maar het lijkt niemand te deren dat de natuur van hun bedrijf is verdwenen. En dat terwijl ze door graan niet te bespuiten met herbiciden de korenbloemen kunnen terugkrijgen zonder inzaai. Geeft niet, want we hebben akkerreservaten. Maar wat is het werkelijke verschil tussen een met zeldzame planten ingezaaid akkerreservaat en een heemtuin?
  4. Dit betekent een extra bedreiging voor bedreigde soorten. Als overal bloemen worden gezaaid ontneem je kwetsbare planten de kans zich te vestigen, want ze worden weggedrukt. En mochten ze er toch in slagen, dan kan dit niet meer worden herkend. Alleen stikstofveelvraten die niet in zaaimengsels worden gebruikt zijn straks nog met zekerheid spontaan.
  5. Dit ondermijnt zelfs het bestaansrecht van natuurbeheer. Staat er in een gebied waar gebouwd moet worden een bedreigde plantensoort? Dan verplaatsen we hem toch gewoon; kunnen de bouwjongens weer door. Wil een bedrijf een zonnepark aanleggen? Gewoon wat bloemen inzaaien, dan mag het “natuur” genoemd worden; het grote publiek denkt dat het gunstig is want het was toch maar landbouwgrond; over subsidie op zonnepanelen en dat die over pakweg vijftien jaar zijn afgeschreven zonder dat duidelijk is waar ze dan heen moeten, wordt niet gepraat. Dreigen soorten ergens uit te sterven? Maak je niet druk, we zaaien ze gewoon in een zonnepark. De natuur is immers maakbaar. Ons land is toch al kunstmatig, dus wat is het verschil? We hoeven niet langer ons uiterste best te doen om biotopen en zeldzame soorten te beschermen, want we kunnen iedere gewenste soort inzaaien. En daarvoor hoef je geen natuurbeheerder te zijn.
Mijn oproep is daarom: laten we ons bezinnen op de wenselijkheid van aanplant, inzaai en andere manieren van het op de gewenste plek aanbrengen van doelsoorten. De meeste ecologen hangen tegenwoordig het “Nee, tenzij”-principe aan (alleen overgaan tot uitzaai als voldaan is aan strenge voorwaarden), maar daardoor krijgt het “Ja”-kamp (overal inzaaien omdat dat goed is voor de insecten of omdat we anders te lang moeten wachten op resultaat) geen tegengas van mensen die laten zien dat er principieel bezwaar te maken is tegen herinvoering van soorten en gaat de vertuining van Nederland gewoon door. En wel met een steeds toenemende snelheid, want de geschiedenis heeft geleerd dat grenzen (voorwaarden) worden opgerekt.
Mijns inziens is het juister de beperkte middelen voor natuurbeheer uitsluitend te besteden aan biotoopherstel en -behoud. Misschien is het gevolg dat enkele met uitsterven bedreigde soorten niet meer te redden zijn; het feit echter dat de economisch gerichte ontwikkelingen van de afgelopen decennia in Nederland het uitsterven betekent van kwetsbare soorten moet niet worden verdoezeld door die soorten te zaaien of te poten, want dan ziet niemand meer de ernst van de situatie.