Je
kun verschillende stadia van verdwijning onderscheiden waarin woorden zich
bevinden. Net als in de natuur is zo een rode lijst samen te stellen van
bedreigde woorden:
Rode lijst 4, Gevoelig
Nog vrij veel gebruikt, maar minder dan voorheen: diender, fuif (typisch studentenwoord), gier
(neemt af met afname van het aantal boeren), jakkes!, kakmadam, noorderzon, rauzen, subiet
Rode lijst 3, Kwetsbaar
Duidelijk op zijn retour: flaneren, roemer
("bokaal"), rambam
(tegenwoordig wens je iemand liever zonder omhaal een enge ziekte toe), spuitgast, vuurroer, wiedes, witkiel, zelfbinder (ouderwetse oogstmachine; ook "stropdas")
Rode lijst 2, Bedreigd
Vrijwel verdwenen uit de omgangstaal: aanminnig, balsturig, karonje
("helleveeg"), kleingerief,
kwijtbrief ("kwitantie"), saletjonker ("modegek"), schoolvos, tokkelaar
Rode lijst 1, Ernstig
bedreigd
Vrijwel alleen nog in woordenboeken en -lijsten: bijsterzinnig ("niet goed
snik"), doeniet, galgenaas, kanariewijn ("maderawijn"), kinderbewaarplaats ("kleuterschool"), pekelhoer, ros ("slaag"), slenterkat
("tippelaarster")
Rode lijst 0, Verdwenen
Niet meer te vinden in hedendaagse teksten en
woordenboeken: lieflokken, stoepjuffer, puikschilder (vindt-ie
zelf), vrijling (nu we het sinds de
afschaffing van de slavernij in ons deel van de wereld allemaal zijn hebben we
kennelijk geen behoefte meer aan een woord ervoor); vele woorden zijn al eeuwen
geleden verdwenen: droochscote, ruvel en stompaert ("sukkel"), larijcat
("leegloopster, babbelkous"), coelpap
en halsbandt ("vrek"), ijdelspilleke (ijdeltuit"), herje, loddiginne en schoeke
("hoer"); sommige zijn pas in de twintigste eeuw opgekomen en weer in
de vergetelheid geraakt: brombier ("bromfietsbenzine"),
graskapper, huppelemigratie (als na tijdelijk ander werk te hebben gedaan in
het nieuwe thuisland het oude beroep weer wordt opgepakt).
De
oorzaak van verdwijning verschilt uiteraard per woord; ik onderscheid een twaalftal
categorieën:
F
– verdwenen met het fenomeen dat ermee werd aangeduid: vogelroer
S
– verandering samenleving: hokken
P
– politiek incorrect: ouden van dagen
VL
– vervangen door leenwoord: zielsontleding
VN
– vervangen door Nederlands woord: fieltenstreek
VA
– vervangen door ander Nederlands woord: warmoezenier
VAL
– vervangen door ander leenwoord: adamant
VV
– vervangen door verbastering: saffiaantje
VU
– vervangen door uitdrukking(en): schandegeld
?
– reden onduidelijk: beuzelkraam
z
– zelden aangetroffen: tropenzenuwen
T
– teruggekeerd: zoengeld
De
laatste tijd komt het verschijnsel van verdwijnende woorden weer in de
belangstelling. Terecht, want het Nederlands is een rijke taal en we zouden
graag willen dat dat zo blijft. Vorig jaar verscheen het nieuwste Verdwijnwoordenboek, samengesteld door
woordenboekmaker Ton den Boon. Het bevat "duizend en enige"
trefwoorden, slechts een greep uit het arsenaal van bedreigde en verdwenen
woorden. Rode lijst 1 is het best
vertegenwoordigd, op de voet gevolgd door 2.
Rode lijst 4, 3 en 0 zijn in dit boek
beduidend zeldzamer. Minder ernstig bedreigde woorden (RL 3, 4) zijn
bijvoorbeeld meer te vinden in Dat zeg je
niet [meer], een miniboekje van Joop Niezen.
Vele
van de vetgedrukte begrippen van deze en vorige week en alle 25 uitblinkers van
volgende week zijn ontleend aan het Verdwijnwoordenboek.
(i.v.m. vakantie zal het
hoogtepunt van deze reeks een paar dagen later verschijnen)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten