maandag 4 augustus 2014

Woorden die niet mogen verdwijnen (2)

Je kun verschillende stadia van verdwijning onderscheiden waarin woorden zich bevinden. Net als in de natuur is zo een rode lijst samen te stellen van bedreigde woorden:
Rode lijst 4, Gevoelig
Nog vrij veel gebruikt, maar minder dan voorheen: diender, fuif (typisch studentenwoord), gier (neemt af met afname van het aantal boeren), jakkes!, kakmadam, noorderzon, rauzen, subiet
Rode lijst 3, Kwetsbaar
Duidelijk op zijn retour: flaneren, roemer ("bokaal"), rambam (tegenwoordig wens je iemand liever zonder omhaal een enge ziekte toe), spuitgast, vuurroer, wiedes, witkiel, zelfbinder (ouderwetse oogstmachine; ook "stropdas")
Rode lijst 2, Bedreigd
Vrijwel verdwenen uit de omgangstaal: aanminnig, balsturig, karonje ("helleveeg"), kleingerief, kwijtbrief ("kwitantie"), saletjonker ("modegek"), schoolvos, tokkelaar
Rode lijst 1, Ernstig bedreigd
Vrijwel alleen nog in woordenboeken en -lijsten: bijsterzinnig ("niet goed snik"), doeniet, galgenaas, kanariewijn ("maderawijn"), kinderbewaarplaats ("kleuterschool"), pekelhoer, ros ("slaag"), slenterkat ("tippelaarster")
Rode lijst 0, Verdwenen
Niet meer te vinden in hedendaagse teksten en woordenboeken: lieflokken, stoepjuffer, puikschilder (vindt-ie zelf), vrijling (nu we het sinds de afschaffing van de slavernij in ons deel van de wereld allemaal zijn hebben we kennelijk geen behoefte meer aan een woord ervoor); vele woorden zijn al eeuwen geleden verdwenen: droochscote, ruvel en stompaert ("sukkel"), larijcat ("leegloopster, babbelkous"), coelpap en halsbandt ("vrek"), ijdelspilleke (ijdeltuit"), herje, loddiginne en schoeke ("hoer"); sommige zijn pas in de twintigste eeuw opgekomen en weer in de vergetelheid geraakt: brombier ("bromfietsbenzine"), graskapper, huppelemigratie (als na tijdelijk ander werk te hebben gedaan in het nieuwe thuisland het oude beroep weer wordt opgepakt).

De oorzaak van verdwijning verschilt uiteraard per woord; ik onderscheid een twaalftal categorieën:
F – verdwenen met het fenomeen dat ermee werd aangeduid: vogelroer
S – verandering samenleving: hokken
P – politiek incorrect: ouden van dagen
VL – vervangen door leenwoord: zielsontleding
VN – vervangen door Nederlands woord: fieltenstreek
VA – vervangen door ander Nederlands woord: warmoezenier
VAL – vervangen door ander leenwoord: adamant
VV – vervangen door verbastering: saffiaantje
VU – vervangen door uitdrukking(en): schandegeld
? – reden onduidelijk: beuzelkraam
z – zelden aangetroffen: tropenzenuwen
T – teruggekeerd: zoengeld

De laatste tijd komt het verschijnsel van verdwijnende woorden weer in de belangstelling. Terecht, want het Nederlands is een rijke taal en we zouden graag willen dat dat zo blijft. Vorig jaar verscheen het nieuwste Verdwijnwoordenboek, samengesteld door woordenboekmaker Ton den Boon. Het bevat "duizend en enige" trefwoorden, slechts een greep uit het arsenaal van bedreigde en verdwenen woorden. Rode lijst 1 is het best vertegenwoordigd, op de voet gevolgd door 2. Rode lijst 4, 3 en 0 zijn in dit boek beduidend zeldzamer. Minder ernstig bedreigde woorden (RL 3, 4) zijn bijvoorbeeld meer te vinden in Dat zeg je niet [meer], een miniboekje van Joop Niezen.
Vele van de vetgedrukte begrippen van deze en vorige week en alle 25 uitblinkers van volgende week zijn ontleend aan het Verdwijnwoordenboek.


(i.v.m. vakantie zal het hoogtepunt van deze reeks een paar dagen later verschijnen)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten