maandag 8 juni 2015

Zonder natuur ga je dood (2)

Vandaag het tweede en laatste deel van de opsomming van wetenschappelijke argumenten voor de stelling dat contact met de natuur van levensbelang is...

Bloeddonoren bleken een lagere hartslag en bloeddruk (dus minder spanning) te hebben tijdens het geven van bloed wanneer op het televisiescherm in de wachtruimte natuurfilms worden vertoond dan wanneer opnamen van winkelcentra en -straten of gewone televisiebeelden werden vertoond.
Werklozen bleken minder goed met spanningsvolle situaties te kunnen omgaan naarmate ze minder groen in hun buurt hadden.
Een half uur tuinieren in een volkstuin leidt tot sneller en meer volledig herstel van spanningen dan een half uur lezen in tijdschriften.
Schoolkinderen uit plattelandsgemeenten bleken meer zelfvertrouwen te hebben en beter bestand te zijn tegen spanningsvolle levensgebeurtenissen naarmate er meer groen in en rond hun woning aanwezig was.
Schoolkinderen presteren beduidend sneller op een moeilijke en aandachtvragende toets (waarbij ze letters met cijfers moeten verbinden) als ze die mogen uitvoeren in de schooltuin dan wanneer ze hem moesten uitvoeren in het klaslokaal.
Meisjes uit een achterstandswijk bleken over meer zelfbeheersing te beschikken naarmate er vanuit het raam van hun appartement meer bomen en gras te zien waren.
Jonge kinderen op een kinderdagverblijf scoren beter op een toets die de kans meet ADHD te ontwikkelen als er in de omgeving veel bomen, struiken en heuvelachtige terreinen aanwezig zijn.
Kinderen met ADHD kunnen zich beter concentreren tijdens of na een verblijf in een natuurlijke omgeving.
Mensen die minstens één keer per week een park of bos bezoeken bleken de helft minder kans te hebben op ernstige psychische problemen dan mensen die nooit bewegen in de natuur.

Ziekteverzuim van kantoormedewerkers is lager naarmate ze meer planten in het zicht van hun werkplek hebben.
Het sterftepercentage onder mensen met een laag inkomen ligt in groene buurten lager dan in minder groene buurten.
De kans op depressieve klachten en angststoornissen neemt toe naarmate er minder groen rond je woning is.
Een lage vegetatiedichtheid van de openbare ruimte rondom de woning gaat gepaard met een verhoogde kans op hart- en vaatziekten.
Zwangere vrouwen bleken minder kans te hebben op een kindje met een (te) laag geboortegewicht naarmate er meer groen in de nabijheid van hun woning was.

Contact met de natuur heeft met name een gunstige invloed op 'hogere' cognitieve functies die bijvoorbeeld nodig zijn om te plannen, problemen op te lossen en impulsen te beheersen.
Studenten presteerden beter op een test na het bekijken van een diavoorstelling met natuurbeelden dan na het kijken van dia's van stedelijke omgevingen of geometrische figuren.
Een wandeling door een natuurgebied is behulpzamer bij het vinden van een oplossing voor een moeilijk probleem dan een wandeling over een parkeerterrein in de stad.
Vrouwen uit een achterstandsbuurt bleken zich beter te kunnen concentreren en minder vaak agressief te zijn wanneer hun woning uitzag op bomen en gras dan met uitzicht op asfalt en beton.
Studenten zijn creatiever wanneer er planten in hun kamer staan.

Om af te sluiten nog eentje die niet in het onderzoek stond maar onlangs bekend werd: kinderen die veel buiten spelen hebben minder kans op bijziendheid.

Overtuigd?


Geen opmerkingen:

Een reactie posten