,,Dan nu verder met de biologische feiten. De moeilijkheden
waar de evolutietheorie (of eigenlijk het evolutieparadigma, zoals we zagen) mee kampt vallen nog niet zo op, tot je
op chromosoomniveau gaat kijken. De celbiologie maakt duidelijk dat de ET niet
juist kan zijn: zoveel in elkaar grijpende radertjes, DNA ontstaat niet door
toeval, want dan werkt 't niet …”
,,Maar dat kan toch in kleine stapjes ontstaan? Jij noemt
het fantasie zoals het leven kan zijn ontstaan, maar het kan toch best zo
gebeurd zijn? Daar hebben wetenschappers, knapper dan jij en ik, grondig over
nagedacht. En vervolgens…”
,,Even wachten, eerst het punt van het ontstaan van het
leven uitwerken, dan komen we vanzelf op het DNA en de celstructuur.
,,Misschien is er ook een heel andersoortige vorm van leven
denkbaar, maar het leven zoals wij het kennen werkt op een bepaalde manier,
waarbij eiwitten de hoofdrol spelen. Die zijn zoals je weet opgebouwd uit
aminozuren. Die kun je grofweg in twee vormen hebben: links- en rechtsdraaiend.
Als ze door toeval waren ontstaan zou je verwachten dat er van allebei evenveel
waren; het gekke is nou echter dat alle eiwitten in nagenoeg alle levende
wezens bestaan uit linksdraaiende aminozuren; bij de koolhydraten is het net
andersom: die zijn allemaal rechtsdraaiend. Dit probleem heet "homochiraliteit" en er is nog geen
bevredigende verklaring voor gevonden. En zo zijn er talloze moeilijkheden. Om
te beginnen zegt de tweede wet van de thermodynamica dat alle levenloze
systemen streven naar wanorde en een zo laag mogelijk energieniveau. In levende
wezens is echter het omgekeerde het geval en dat kan alleen maar door toevoer
van gerichte energie van buitenaf; zonlicht is zo’n energievorm mits gericht
door chlorofyl maar dat bestond nog niet. Verder zou de atmosfeer een zeer
bepaalde samenstelling moeten hebben gehad, maar de kans dat dat toevallig het
geval was, plus de vele andere kosmische factoren die leven op aarde mogelijk
maken, is uiterst klein. En áls die er al was en er wérden aminozuren en
nucleotiden gevormd, dan was de paar honderd miljoen jaar die beschikbaar was
(er was al eencellig leven in het Precambrium, het oudste tijdvak – ouder dan
een half miljard jaar – volgens menig creationist de grondslag voor de tijdens
de Zondvloed gevormde aardlagen) veel te kort om er voldoende te vormen
om eiwitten respectievelijk nucleïnezuren te vormen terwijl er ook nog eens
anti-reductiestoffen moesten worden ontwikkeld om te voorkomen dat het proces
alsnog in de kiem werd gesmoord. En dan moet je nog van organische moleculen
naar een levende cel. Zelfs met een tussenstap van onder meer ‘levenachtige
eigenschappen vertonende microbolletjes’ is de kans dat zoiets gebeurt nagenoeg
nul, want hoe ontstaat er een (uit eiwitten bestaand) celmembraan als er nog
geen eiwitten zijn? Of hoe worden DNA-vertaaleiwitten gevormd als er nog geen
DNA is dat voor die vertaaleiwitten kan coderen? Je blijf in een kringetje
ronddraaien. Daar komt bij dat in een levende cel losse onderdelen door
eiwitten worden uitgeschakeld.
,,Dit alles nog afgezien van het feit dat er geen bewijzen
voor zijn; zo zijn er voor zover ik weet in een oeratmosfeer-nabootsende
laboratoriumproef nog nooit nucleotiden gevormd en is er voor de ‘oersoep’
(oplossing van aminozuren en dergelijke in water) geen enkel bewijs gevonden in
oude bezinkingslagen. Verder zijn er geen organismen bekend, noch in gesteente gevonden,
van minder dan zo’n vijfhonderd cellen behalve eencelligen en dat is vreemd als
de hogere organismen daaruit zijn ontstaan.
,,En dan hebben we het nog niet eens gehad over het
‘wetenschappelijke’ karakter van deze fantasieën en van de verschillende elkaar
bestrijdende stromingen binnen de grote groep aanhangers van deze ‘spontane generatie’, een modernisering
van een Middeleeuwse vergissing.”
,,Dat is een rotopmerking.”
,,Entschuldigung.
Maar toch durf ik te wedden dat jij niet kunt aantonen dat het wezenlijk
onjuist is. Sterker nog: feitelijk is dit juist wat de biochemici proberen te
bewijzen: dat het leven op naturalistische (materialistische) wijze, spontaan,
kan ontstaan uit levenloze materie, of het nu een reducerend gasmengsel is of
een zak graan. En beide zijn onbewijsbaar en zelfs onrealistisch. Niet voor
niets zijn wetenschappers als Hoyle het ontstaan van het leven in de ruimte gaan
zoeken. Maar het mag duidelijk zijn dat dan je moeilijkheden alleen maar groter
worden. Als de kans op één planeet met omstandigheden
die leven mogelijk maken al zo klein is, hoeveel te kleiner is dan de kans dat
het nog ergens anders voorkomt en dat de gevormde organische moleculen een
ruimtereis naar Aarde kunnen overleven! De theorie van het ontstaan van het
leven buiten de Aarde is dus niet meer dan een wanhoopsidee van een verstokte
naturalist.
,,Kortom: als leven al spontaan kan ontstaan – een kans van
één op bijna oneindig – dan is het nog bepaald niet de meest waarschijnlijke
verklaring voor het leven op Aarde, behalve voor de onverbeterlijke materialist
die zichzelf dwingt binnen de lichtkring van zijn straatlantaarntje te blijven
zoeken.”
Geachte Evert,
BeantwoordenVerwijderenik heb zonet uw artikel betreffende "Schepping en evolutie (5): Kan leven spontaan ontstaan?" gelezen. Ik was geïnteresseerd in een passage betreffende homochiraliteit. U vertelt dat homochiraliteit een probleem is maar uw argumentatie is niet sterk naar mijn mening. U geeft enkele argumenten maar u gaat niet in op de daadwerkelijke experimenten die in talloze laboratoria zijn uitgevoerd en ook zijn gepubliceerd. De experimenten zijn niet in conflict met de 2de wet van de thermodynamica en tevens is het woord wanorde om deze wet te omschrijven nietszeggend. De 2de wet van de thermodynamica is wat complexer dan dat.
Ook is het geen probleem dat een aminozuur linksdraaiend is en een suiker rechtsdraaiend is. Heeft u enig idee wat links en rechtsdraaiend betekend?
Aangezien uw artikel geen enkele chemische en fysische argumentatie aanhaalt om de homochiraliteit te ontkrachten is het dus onredelijk om homochilraliteit als een probleem te classificeren.
Ik begrijp dat het onmogelijk is om absoluut bewijs te vinden van het mechanisme van homochiraliteit, maar er zijn talloze mechanismen die eventueel kunnen hebben bijgedragen aan dit fenomeen. Wat zijn uw argumenten tegen het onderzoek van onder andere: Prof. Donna Blackmond, Prof. Ronald Breslow, Prof. Soai, Prof. Elias Vlieg (Nijmegen universiteit)/Prof. Richard Kellogg, en velen andere? Waarom haalt uw hun werk niet aan?
En daarnaast als uw volgende statement: "zo zijn er voor zover ik weet in een oeratmosfeer-nabootsende laboratoriumproef nog nooit nucleotiden gevormd"
Kijkt u eens naar het werk van Prof. John Sutherland van Cambridge university. Hoe kunt u dit werk gemist hebben als u een beetje onderzoek doet naar homochiraliteit en origin of life?
Ik weet niet wat uw achtergrond is, maar uw artikel lezend krijg ik de indruk dat dit niet chemisch of fysisch is. Vind u het niet belangrijk om een sterke chemische en fysische achtergrond te hebben om homochiraliteit te ontkrachten? Moeten we het niet aan de experts over laten die talloze jaren hebben geleerd en onderzoek hebben gedaan?
Ik ben benieuwd naar uw respons en hopelijk kunt u wat meer inzicht geven in waarom de reeds voorgestelde mechanismen van homochiraliteit niet kloppen naar uw mening.
Met vriendelijke groet,
JB
(Sutherland website: http://www2.mrc-lmb.cam.ac.uk/group-leaders/n-to-s/john-sutherland/)
(Overzichtsartikel origine van homochiraliteit: http://cshperspectives.cshlp.org/content/2/5/a002147) - Gratis toegankelijk!!!
Beste JB,
BeantwoordenVerwijderenHoewel ik geen natuur- of scheikunde heb gestudeerd weet ik er genoeg van om een idee te hebben van waar het over gaat (hoewel ik niet exact weet hoe een koolstofatoom chiraal wordt, daar lees ik nergens iets over). De aard van deze afleveringen laat echter niet toe op alle details in te gaan; ook dit stukje over het ontstaan van leven somt slechts een aantal moeilijkheden voor de gangbare theorie op, grotendeels zonder de bijbehorende argumentatie.
Thermodynamica: ik heb niet beweerd dat de door jou bedoelde eperiménten ertegenin zouden gaan, maar dat de tweede hoofdwet natuurlijke abiogenese onwaarschijnlijk maakt. Ik geef toe dat het een omstreden argument is, maar ik ben nog geen goede verklaring tegengekomen van hoe zonder biotische energierichter de voor het ontstaan van leven benodigde afname van entropie kan worden verwezenlijkt. (‘Hogerop in de evolutie’ lijkt de wetmatigheid trouwens ook levende organismen parten te spelen, zie bv. http://creation.com/evidence-for-genetic-entropy.)
Kán worden – als er al een mogelijk mechanisme zou bestaan is dat nog iets heel anders dan vaststellen dat het ook zo gegaan ís. Daarmee komen we op homochiraliteit. Zonder in te gaan op het werk van alle door jou genoemde scheikundigen zijn dit volgens mij de mogelijke verklaringen voor het ontstaan van de homochiraliteit in levende wezens:
1. Chirale kwartskristallen die organische moleculen adsorberen. Het schijnt hier echter slechts om kleine percentages te gaan, veel te weinig om de onderhavige volledige homochiraliteit te verklaren.
2. Statistische fluctuaties van racemische mengsels. Zelfde bezwaar als bij voorgaande.
3. Asymmetrische autokatalyse waardoor een klein concentratieverschil vergroot kan worden tot >99%. Het is zeer de vraag of dit werkt voor alle benodigde moleculen, of het de juiste moleculen oplevert.
Omdat ik geen scheikundige ben kan ik niet op gelijk niveau ingaan op de artikelen van Sutherland, en moet ik conclusies van anderen afwachten wat betreft zijn (en anderer) recente proeven. Uit wat ik echter van andere deskundigen heb gelezen hoe die reageerden op eerdere pogingen om het ontstaan van leven te verklaren heb ik echter gemeend mijn opmerkingen te moeten maken over het onrealistische van natuurlijke abiogenese. Ik denk aan
- iemand als Fred Hoyle die er vanuit kansberekening van overtuigd raakte dat het leven niet op aarde kan zijn ontstaan en de oorsprong dus in de ruimte is gaan zoeken, wat de moeilijkheden m.i. alleen maar groter maakt;
- de uitspraak van Graham Cairns Smith: "Het belang van al het gedetailleerde onderzoek dat op dit terrein is verricht, ligt naar mijn mening niet daarin dat aangetoond zou zijn dat nucleotiden op de jonge aarde gevormd hadden kunnen worden, maar in precies het omgekeerde: deze experimenten veroorloven ons om, veel nauwkeuriger dan anders het geval zou zijn geweest, in te zien waarom prebiotische nucleïnezuren in hoge mate onwaarschijnlijk zijn";
- en dat er een groot verschil is tussen de vorming van bepaalde moleculen onder laboratoriumomstandigheden en in de vrije natuur (zie ook http://creation.com/origin-of-life, en verder nog het daar aanwezige citaat van Hubert Yockey).
En dan de filosofische kwestie; ergens las ik de volgende treffende samenvatting van de gangbare opvatting: “Volgens mij is er nog niemand die beweert te weten hoe dat eerste leven precies is ontstaan. DAT het is ontstaan, lijkt me buiten kijf staan.” – wat rechtvaardigt die vooronderstelling dan?
Groet,
Evert