maandag 29 februari 2016

Schepping en evolutie (20, slot): Meso-evolutie

,,Boven deze stukjes schrijf je telkens: "Schepping en evolutie." Zou dat niet moeten zijn: "Schepping of evolutie"? Het gaat immers om de strijd tussen de twee kampen, wie er gelijk hebben: creationisten of evolutionisten?”
,,Nee, het is beide. Mijn naam verlangt dat ik op z’n minst af en toe goed nieuws breng en nu heb ik goed nieuws voor beide partijen: jullie hebben gelijk. Geef de strijd op en vind elkaar in de volgende formule: In het begin schiep God levende wezens en sindsdien zijn ze verder geëvolueerd.
,,Al gebiedt de eerlijkheid daarbij te bedenken dat je "evolueren" (geleidelijk ontwikkelen) niet moet opvatten als "steeds beter worden", maar als "differentiëren", dus toenemen in vormenrijkdom. Want beter wordt het er uiteindelijk niet op. De nieuwe biologie heeft duidelijk gemaakt dat schadelijke mutaties zich ophopen in het genoom, waardoor volgens een computermodel binnen tweehonderd generaties het voortplantingssucces met tachtig procent daalt. En dat selectie informatie verwijdert uit de populatie. De vele hondenrassen zijn allemaal gefokt vanuit de Wolf en de Europese runderrassen vanuit het Oerrund. Al de verschillende kenmerken die de rassen laten zien was al aanwezig in het genoom van de oersoort; dat blijkt uit het feit dat de rassen na lang doorfokken steeds zwakker worden of andere belangrijke eigenschappen verliezen, maar ook uit het feit dat je door terugkruisen de kenmerken weer kunt terugkrijgen in een type dat veel lijkt op de oersoort. De taak van de natuurlijke selectie is zorgen dat er ondanks genetische aftakeling sterke, weerbare individuen blijven bestaan.
,,Omdat het gaat om zaken uit het verleden kun is het niet te bewijzen, maar de feiten wijzen er wel op: dat op deze wijze in de natuur niet alleen verschillende ondersoorten, maar ook nieuwe soorten zijn ontstaan en zelfs geslachten (genera) uit een oorspronkelijk geschapen of zondvloedoverlevende oersoort (ook wel baramin genoemd, naar het Hebreeuwse baraa = scheppen en mien = ‘soort’); zo behoren soorten binnen pakweg dezelfde familie tot hetzelfde basistype. De grens daarvan ligt waarschijnlijk bij de mogelijkheid onderling te kunnen kruisen: de herkenningseiwitten aan het oppervlak van de zaadcel passen op die van de eicel. Alleen zijn nakomelingen van soorten die tot een verschillend geslacht behoren vaak niet vruchtbaar meer, doordat er als gevolg van mutaties in het genoom veel vernield is.”
,,Eigenlijk wil je dus zeggen: het wordt allemaal minder.”
,,Dat is een mooie; misschien is het wel de samenvatting van het hele leven. Degeneratie (devolutie) is niet alleen een biologisch gegeven, maar je zie het ook in de taal, in de religie (er zijn sterke aanwijzingen dat godsdienstontwikkeling globaal verloopt van monotheïsme naar pantheïsme, niet andersom) en in zekere zin ook in de cultuurgeschiedenis.
,,Terug naar de natuurwetenschappen. Het gevecht, ook in deze reeks, loopt vooral tussen de twee uiterste opvattingen creationisme en darwinisme. Mijn formule neemt nu de twee grote moeilijkheden van het evolutiemodel weg en laat de goede gedachten die erin zitten tot hun recht komen. Zoals elke creationistische wetenschapper tegenwoordig erkent veranderen soorten wel degelijk; er is dus evolutie, al betekent dat niet dat alles beter wordt, eerder slechter. Overal om je heen kun je waarnemen hoe er verschillen optreden binnen soorten: micro-evolutie. Bovendien ontstaan er zelfs nieuwe soorten. Daarvoor heeft Kees van Reenen ooit het begrip meso-evolutie ingevoerd, een term die in het Engels al wel bekend was, maar in het Nederlands nog niet. Meso-evolutie is het ontstaan van nieuwe soorten binnen een bepaald taxon, bijvoorbeeld een familie. Er zijn aanwijzingen dat er soms veranderingen kunnen optreden die de genus-grens overschrijden en dus een nieuw geslacht doen ontstaan. Maar veel verder zal het nooit gaan, dus de macro-evolutie die Darwins model vereist – hetzij het geleidelijke van de oorspronkelijke theorie, hetzij sprongsgewijs zoals sommige neo-darwinisten voorstaan – is uitgesloten. Het wordt dus tijd dat de ET zijn plaats wordt gewezen. Van den Beukel omschrijft het zo:
[François Jacob:] "Het is tegenwoordig praktisch onmogelijk om rekening te houden met de enorme hoeveelheid feiten die de laatste tientallen jaren zijn opgehoopt, zonder een theorie te hanteren die zeer veel lijkt op het neo-Darwinisme. De kans dat deze theorie ooit in zijn geheel zal worden weerlegd is vrijwel nihil." Zo goed als het voor de negentiende-eeuwse natuurkundigen ondenkbaar moet zijn geweest dat de mechanica van Newton ooit in zijn geheel zou moeten worden afgeschreven. Dat is ook niet gebeurd. Wat er wel gebeurd is, is dat Einsteins relativiteitstheorie aan Newtons mechanica zijn plaats heeft toegewezen binnen een veel groter geheel: de plaats van een grensgeval, bij benadering geldig onder bepaalde voorwaarden.

,,Nou makker, ben je overtuigd, na al deze colleges?”
,,Nog niet helemaal, maar ik moet zeggen dat je me aan het denken hebt gezet. Ik zal het nog eens nalezen en me verder in de stof verdiepen.”
,,Doe dat; ik hoop dat je je zaklamp terugvind. Veel plezier en succes.”


Opmerking: de dialogen in deze reeks zijn leesbaarder gemaakt door ze meer te doen aansluiten bij schrijftaal


2 opmerkingen:

  1. Ik denk dat je evolutie niet helemaal begrijpt. Het mooie van seks en het hebben van mannen en vrouwen is dat je altijd variatie van chromosomen krijgt. Dit is de normaalverdeling.

    God, Christus en alle rampemetan is door de mens verzonnen. Evolutie is harde wetenschap op basis van observaties.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik denk dat je het niet helemaal begrijpt; ik weet het zelfs vrijwel zeker. Dat maak ik onder meer op uit je laatste opmerking. Zo lang je van mening bent dat "evolutie harde wetenschap op basis van observaties" is en "God, Christus en alle rampemetan" door de mens verzonnen is, zul je alle feiten in dat licht beschouwen, je weinig of niet verdiepen in tegenargumenten en je kortom op een onwetenschappelijk standpunt stellen. Lees aflevering 3, 4 en 17.
    De bewering dat God en de andere dingen die je noemde verzonnen zijn kun je bovendien nooit (natuur)wetenschappelijk hardmaken; daar heeft zij nl. het instrumentarium niet voor.

    Dat de wetenschap bewijs levert voor zekere verschijnselen die je "evolutie" zou kunnen noemen, daarover zijn we het eens. Dat evolutie(biologie) harde wetenschap is zoals natuur- of scheikunde, dat is een sprookje.

    Natuurlijk zorgt geslachtelijke voortplanting voor variatie door herschikking van informatie. Maar variatie is geen nieuwe informatie. Zachtjesaan verdwijnt er genetische informatie; daar zorgen o.a. mutaties voor, en daar kan geslachtelijke voortplanting (of natuurlijke selectie) niets aan veranderen.

    BeantwoordenVerwijderen