"Over vijf tot tien jaar zijn er 100 miljard 'dingen'
online met elkaar verbonden." Deze voorspelling doet communicatieprofessor
Michael Nelson. The internet of things
– 'intelligente' apparaten die via het internet met elkaar worden verbonden;
het begint in te komen.
Een thermostaat die het leefpatroon van de eigenaar leert
kennen en daaraan de temperatuur aanpast; een prullenbak die aangeeft wanneer
hij vol is; een koelkast die je een seintje geeft als de houdbaarheid van één
van de levensmiddelen die erin bewaard worden verstrijkt; een pillendoosje dat
je waarschuwt als het tijd is je pil in te nemen… Het lijkt bizar, maar het
bestaat al. Nu nog weinig, maar de markt wordt bestormd door zelflerende en
communicerende gebruiksvoorwerpen die in rap tempo met het internet verbonden
worden. Want aangesloten op een netwerk kunnen ze namelijk ook op elkaar
reageren. Als je wekker van de agenda van je baas doorkrijgt dat de vergadering
een half uur wordt uitgesteld, kan die vervolgens een seintje geven aan het
koffiezetapparaat, de verwarming en de auto.
En het kan; door de invoering van een nieuw internetprotocol
(IPv6) is er inmiddels een schier oneindig aantal mogelijke IP-adressen
beschikbaar, waarmee niet alleen computers, maar ook steeds meer andere
apparaten kunnen worden voorzien van een eigen 'identiteitscode'.
Natuurlijk kleven er ook nadelen aan; zo weten
computerkrakers allerlei virussen en ongewenste reclame je huiskamer binnen te
sluizen. Dat wordt nog leuk straks met 100 miljard aangesloten apparaten. Maar
er wordt aan gewerkt. Misschien wordt er een oplossing gevonden.
Eén van de weinige hobbels die nog moeten worden genomen is
uitschakeling van de concurrentie door één marktleider, want de kans bestaat
dat de 'dingen' niet met elkaar kunnen communiceren als hun programmatuur van
een verschillende fabrikant afkomstig is. Nu ja, Google is hard bezig het ene
kanshebbende IT-bedrijf na het andere over te nemen, dus dat ziet de toekomst
rooskleurig in.
Tja, Google… daar valt ook Blogspot onder, dus ik wacht in
spanning af of deze uitspraken in de toekomst tegen me gebruikt zullen worden –
begonnen als zoekmachine beheert het inmiddels waarschijnlijk de grootste
persoonsgegevensbank ter wereld en dit is nog maar het begin. De slimme
thermostaat aan de muur kan straks ook nog het één en ander aan gegevens
leveren. En ook de andere apparaten zullen hun steentje bijdragen, zoals nu de sociale media al doen. Kortom: het
woord "privacy" zou binnen
enkele decennia wel eens een heel smalle betekenis gekregen kunnen hebben; en
over honderd jaar misschien zelfs in een verdwijnwoordenboek worden opgenomen:
"verdwenen met het verschijnsel dat ermee werd aangeduid".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten